عربيEnglish

The Noble Qur'an Encyclopedia

Towards providing reliable exegeses and translations of the meanings of the Noble Qur'an in the world languages

The Bee [An-Nahl] - Dutch translation

Surah The Bee [An-Nahl] Ayah 128 Location Maccah Number 16

1. Het bevel van Allah is tot jullie gekomen, probeer het dus niet te versnellen. Verheerlijkt en verheven is Hij boven alles wat zij als deelgenoten aan Hem toekennen.

3. Hij schiep de hemelen en de aarde in de waarheid. Hoog is Hij verheven boven alles wat zij als deelgenoten aan Hem toekennen.

4. Hij schiep de mens van een mengsel van een waterdruppel vervolgens dezelfde (mens) wordt een duidelijke tegenstander.

6. En waar schoonheid voor jullie in is, als jullie hen in de avond naar huis brengen en jullie hen in de ochtend naar de weide leiden.

7. En zij dragen jullie lasten naar een land dat jullie niet kunnen bereiken behalve met grote moeilijkheden voor jullie zelf. Waarlijk, jullie Heer is meest zachtaardig meest genadevol.

8. En (Hij heeft) paarden, muildieren en ezels voor jullie (geschapen) om op te rijden en als sierstuk. En Hij schept (andere) zaken waar jullie geen kennis van hebben.

9. En het is Allah om het Rechte Pad uit te leggen maar er zijn wegen die daar van afdwalen. En als Hij gewild had, had Hij hen allen kunnen leiden.

10. Hij is het Die het water neerzendt uit de hemel; waarvan jullie drinken en waarvan de planten groeien op de weide waar jullie je vee op sturen.

11. Daarom laat Hij voor jullie de oogst groeien, de olijven, de dadelpalen, de druiven en alle soorten fruit. Waarlijk! Hierin is zeker een duidelijk bewijs en een openlijk teken voor de mensen die nadenken.

12. En Hij heeft voor jullie de nacht en de dag aan jullie dienstbaar gemaakt en de zon en de maan en de sterren zijn door Zijn bevel ook dienstbaar gemaakt. Zeker, hierin zijn bewijzen voor een volk dat begrijpt.

13. En wat Hij voor jullie geschapen heeft op deze aarde van verschillende kleuren. Waarlijk! Hierin is een teken voor een volk dat zich herinnert.

14. En Hij is het Die de zee voor jullie dienstbaar gemaakt heeft gemaakt zodat jullie daarvan vers, zacht vlees eten en dat jullie daaruit de sieraden brengen om te dragen. En jullie zien de schepen daardoor ploegen, dat jullie (dus) van Zijn overvloed zoeken en dat jullie dankbaar moge zijn.

15. En Hij heeft op de aarde bergen vastgezet die stevig staan zodat jullie niet door elkaar worden geschud en rivieren en wegen zodat jullie geleid zullen worden.

16. En (Allah maakte) tekenen en door middel sterren, zo worden zij geleid (de weg te wijzen).

17. Is degene die schept gelijk aan degene die niet schept? Zullen jullie niet nadenken dan?

18. En als jullie de gunsten van Allah willen tellen, jullie zullen nooit in staat zijn hen te tellen. Waarlijk! Allah is meest Vergevend, meest Genadevol.

22. Jullie god is één God. Geen heeft het recht aanbeden te worden behalve Hij. Maar degenen die niet in het hiernamaals geloven, hun harten ontkennen en zij zijn hoogmoedig.

24. En als er tegen hen gezegd wordt: “Wat is het dat jullie Heer neer heeft gezonden?” Zeggen zij: “Legendes van de ouderen!”

27. Vervolgens, op de Dag der Opstanding zal Hij hen vernederen en zeggen: “Waar zijn Mijn (zogenaamde) deelgenoten waarover jullie van mening verschilden en redetwistten?” Degenen die de kennis is gegeven zullen zeggen: “Waarlijk! Op deze Dag is er vernedering en ellende voor de ongelovigen.”

28. Degene van wie de zielen door de engelen worden weggenomen terwijl zij zichzelf onrecht aandeden. Dan zullen zij in de volledige onderwerping gedwongen worden (zeggende) “Wij hebben geen kwaad gedaan.” (De engelen zullen antwoorden): “Welzeker, Waarlijk Allah is Alwetend van wat jullie gedaan hebben.

29. Ga de poorten van de hel binnen om daarin te verblijven en voorwaar wat een kwade verblijfplaats zal het voor de arroganten zijn.”

30. En (wanneer) er tot degenen die godvrezend zijn gezegd wordt: “Wat is het wat jullie Heer neer heeft gezonden?” Zeggen zij: “Dat wat goed is.” Voor degenen die in deze wereld het goede doen, is er goeds en het huis van het hiernamaals zal beter zijn. En uitmuntend zal het huis zeker zijn van de godvrezenden.

32. Degenen van wie de zielen door de engelen in vrome staat (tegen hen) worden weggenomen zeggend: “Vrede zij met jullie, ga het paradijs binnen vanwege datgene wat jullie verricht hebben.”

33. Wachten zij (de ongelovigen en de mensen die geloven maar er niet naar handelen) er op dat de engelen tot hen komen, of dat het bevel komt van jullie Heer (het begin van de Dag des oordeels)? Zo hebben degenen voor hen gedaan. En Allah doet hen geen onrecht aan, maar zij doen zichzelf onrecht aan.

35. En degenen die deelgenoten in de aanbidding aan Allah toekenden, zeggen: “Als Allah het zo gewild had dan hadden wij noch onze vaders iets anders dan Hem aanbeden, noch hadden wij iets verboden zonder (bevel van) Hem.” Zo hebben degenen vóór hen gedaan. Zijn de boodschappers dan met iets (anders) belast dan het duidelijk verkondigen van de boodschap?

36. En waarlijk, Wij hebben naar iedere gemeenschap een boodschapper gezonden (verkondigend): “Aanbid alleen Allah en vermijd degene die overschrijdt." Dan waren er sommigen van hen die Allah geleid heeft en sommigen waarvoor de dwaling gerechtvaardigd was. Reis dus door het land en zie wat het einde was van degenen die (de waarheid) ontkenden.

37. Als jij naar hun leiding hunkert, dan waarlijk leidt Allah niet degenen die Hij laat dwalen. En zij zullen geen helpers hebben.

38. En zij leggen bij Allah hun plechtigste geloftes af, (bewerende) dat Allah degene die gestorven is, niet (uit de dood) zal doen herrijzen. Welzeker (Hij doet hen herrijzen), - een belofte (bindend) voor Hem in waarheid, maar het grootste deel van de mensheid weet het niet.

39. Zodat Hij de waarheid waarover zij van mening verschillen voor hen duidelijk maakt, en dat degenen die ongelovig zijn weten dat zij leugenaars zijn.

41. En voor degenen die voor de Zaak van Allah geëmigreerd zijn nadat zij aan onderdrukking geleden hebben, Wij zullen hen zeker een goede verblijfplaats in deze wereld geven maar voorwaar de beloning van het hiernamaals zal groter zijn, als zij dat maar wisten!

42. (Zij zijn) degenen die geduldig blijven en hun vertrouwen in hun Heer leggen.

43. En Wij hebben niet (als Onze Boodschappers) voor jou anderen gestuurd dan mannen aan wie wij geopenbaard hebben. Vraag aan degenen die kennis hebben over eerdere Boeken als jullie het niet weten.

44. Met duidelijke tekenen en Boeken. En Wij hebben ook aan jou een vermaning neergezonden, dat je het duidelijk aan de mensen kan uitleggen wat aan hen is neergezonden en dat zij daarover nadenken.

46. Of dat Hij hen te midden zal grijpen, en er zal geen ontsnapping voor hen mogelijk zijn?

47. Of dat Hij hen grijpt terwijl zij dat vrezen. Waarlijk! Jullie Heer is zeker meest zachtaardig meest genadevol.

51. En Allah zegt: “(O Mensheid)! Neem geen twee goden (naast Allah) . Waarlijk Hij (Allah) is de enige ware god. Vrees Mij dus veel en alleen Mij”.

52. Aan Hem behoort alles wat in de hemelen is en wat op aarde (is) en aan hem behoort de godsdienst altijd toe. Geen heeft het recht aanbeden te worden behalve Allah. Zullen jullie dan één ander dan Allah vrezen?

53. En alles wat jullie aan gunsten en goede (wereldse of spirituele) zaken hebben, komt van Allah (en van Allah alléén). Als jullie dan geraakt worden door een beproefing (zoals een plotse ziekte, armoede of een andere extreme situatie), dan roepen (en smeken) jullie Hem (instinctief en) luid om hulp.

54. Als Hij dan het kwade van jullie heeft weggehaald, zie! Sommigen van jullie kennen aan hun Heer deelgenoten toe.

55. Dus (als resultaat daarvan) ontkennen zij die (gunsten van Allah) die Wij hen hebben geschonken. Vermaak je zelf dan maar, jullie zullen er achterkomen [1].

56. En zij kennen aan datgene waar zij geen kennis over hebben een deel toe van datgene waarmee wij hen voorzien hebben. Bij Allah, jullie zullen beslist ondervraagd worden over alles wat jullie verzonnen hebben.

57. Zij kennen dochters aan Allah toe! Verheven is Hij boven alles wat zij aan Hem toekennen! – En voor henzelf wat zij begeren.

58. En als het nieuws van de geboorte van een meisje hen bereikt, wordt zijn gezicht donker en hij is gevuld met innerlijke droefenis!

60. Voor degenen die niet in het hiernamaals geloven is er een kwade beschrijving en voor Allah is de hoogste beschrijving. En Hij is de Almachtige, de Alwijze.

61. En als Allah de mensheid voor zijn zonden zou grijpen, dan zou Hij op de (aarde) geen enkel levend schepsel laten, maar Hij geeft hen uitstel voor een vastgestelde termijn, zij zijn niet in staat (de bestraffing) een uur te vertragen noch zijn zij in staat om te vervroegen.

62. Zij kennen aan Allah datgene toe waar zij een afkeer van hebben, en hun tongen uiten de leugen die voor hen het mooiste is. Zonder twijfel is voor hen het vuur, en zij zullen de eerste zijn die zich daarin haasten en waarin zij worden vergeten.

63. Bij Allah, Wij hebben beslist (boodschappers) gestuurd naar de volkeren die aan jou zijn voorafgegaan. Maar Shaytaan ‘verfraaide’ (en verdraaide) hun daden (dus zagen ze hun zondes als goede daden en verloochenden ze de profeten). Dus hij (Shaytaan) is hun voogd vandaag en voor hen zal er een pijnlijke bestraffing zijn.

64. En Wij hebben slechts aan jou het Boek neergezonden zodat je hen die zaken kan uitleggen waarover zij van mening verschillen, en als een leiding en een genade voor een volk dat gelooft.

66. En waarlijk! In het vee is lering voor jullie. Wij geven jullie te drinken van wat in hun buiken is, dat afgescheiden wordt tussen de ingewanden en het bloed, zuivere melk; smakelijk voor de drinkers.

67. En van de vruchten van de dadelpalm en de druiven; maken jullie een sterke drank (wat Allah verboden heeft) en een goede voorziening. Waarlijk, daarin is beslist een teken voor de mensen die wijsheid bezitten.

70. En Allah heeft jullie geschapen en vervolgens laat Hij jullie sterven, en onder sommigen van jullie zijn er die teruggebracht worden naar de meest gebrekkige leeftijd (in kindsheid), zodat zij niets weten nadat zij (veel) geweten hebben. Waarlijk! Allah is Alwetend, Almachtig.

71. En Allah heeft enkele van jullie wat betreft weelde en eigendommen boven anderen bevoorrecht. Dan zullen degenen die bevoorrecht zijn in geen geval hun welvaart en eigendommen overdragen aan degenen die hun rechterhand bezitten, zodat zij wat dat betreft gelijk zijn. Ontkennen zij dan de gunsten van Allah?

72. En (alléén) Allah heeft jullie vrouwen geschonken van jullie eigen soort (om bij hun tot rust te komen), en (het is Hij) die uit jullie vrouwen zonen en kleinzonen heeft voortgebracht. (Net zoals Hij) jullie heeft voorzien van al de goede (en toegestane levensmiddelen). Geloven jullie dan in valse goden en ontkennen jullie de gunst van Allah.

75. Allah geeft een voorbeeld; een slaaf in bezit van een ander, en die nergens toe in staat is, en (de ander) een man die Wij een goed levensonderhoud van Ons hebben gegeven, en hij besteed daarvan in het geheim en in de openheid. Kunnen zij gelijk zijn? Alle lof en dank is voor Allah. Welnee! (Maar) de meesten van hen weten niet.

79. Zien zij niet de vogels in de lucht hoe zij onderworpen zijn aan zijn bevel (van Allah) Niemand houdt hen vast behalve Allah. Waarlijk, hierin zijn bewijzen en tekenen voor de mensen die geloven.

80. En Allah heeft voor jullie in jullie huizen een verblijfplaats gemaakt en maakte voor jullie uit de huiden van het vee (tenten voor) bewoning, die jullie zo licht vinden wanneer jullie reizen en wanneer jullie verblijven en van hun wol, vacht en haar, meubilair en gemaksproducten een gemak voor een korte tijd.

81. En Allah heeft voor jullie datgene gemaakt waarmee Hij schaduw schept en heeft voor jullie toevluchtsoorden in de bergen gemaakt en heeft voor jullie kleding gemaakt om jullie tegen de hitte te beschermen en maliënkolders om jullie tegen het geweld te beschermen. Zo heeft Hij Zijn genade voor jullie geperfectioneerd, dat jullie jezelf aan Zijn wil onderwerpen.

82. Dan, als zij zich afkeren, is jouw taak slechts om de boodschap duidelijk te verkondigen.

83. Zij kennen de gunsten van Allah, maar toch blijven zij in staat van ontkenning (door anderen dan Hem te aanbidden) en de meesten van hen zijn ongelovigen.

84. En (gedenk) de Dag wanneer Wij voor elk volk een getuige zullen laten herrijzen, dan, zullen degenen die ongelovig waren geen mogelijkheid krijgen (om zich te verontschuldigen) noch zal hun toegestaan worden om spijt te betuigen en om Allah Zijn vergiffenis te vragen.

85. En als de onrechtvaardigen de bestraffing zien, dan zal het niet voor hen verlicht worden, noch zullen zij uitstel krijgen.

86. En wanneer degenen die aan Allah deelgenoten toekennen hun deelgenoten zien, zullen zij zeggen: “Onze Heer! Dit zijn Uw deelgenoten die wij naast U aanriepen.” Maar zij zullen hun woord op hen terug gooien (en zeggen): “Zeker! Jullie zijn beslist leugenaars!”

87. En zij zullen (hun volledige) onderwerping aan Allah alleen aanbieden op die Dag en hun bedachte valse goden zal van hen verdwijnen.

88. Degenen die ongelovig waren en (de mensheid) van het pad van Allah afhielden voor hen zullen Wij een bestraffing aan de bestraffing toevoegen; omdat zij corruptie plachten te verspreiden.

89. En (gedenk) de Dag waarop Wij voor ieder volk een getuige zullen laten herrijzen onder henzelf. En Wij zullen jou als getuige tegen hen brengen. En Wij hebben aan jou een Boek neergezonden als een aanwijzing voor alles, een leiding en een genade en goed nieuws voor degenen die zichzelf onderworpen hebben.

90. Waarlijk, Allah beveelt rechtvaardigheid en de aanbidding van Hem (alléén) en het geduld in de volledige verrichting van de verplichtingen ten opzichte van Hem. En Hij (beveelt) hulp aan de verwanten en verbiedt onzedelijkheden, het verwerpelijke en de onderdrukking. Hij waarschuwt jullie, zodat jullie daar lering uit zullen halen.

91. En vervul het verbond van Allah als jullie een verbond hebben gesloten en breek jullie eden niet nadat jullie ze bekrachtigd hebben, en zeker jullie hebben Allah aangewezen voor jullie veiligheid. Waarlijk! Allah weet wat jullie doen.

93. En als Allah het gewild had, had Hij jullie (allen) tot een volk kunnen maken maar Hij stuurt wie Hij wil op dwaling en Hij leidt wie Hij wil. Maar jullie zullen zeker ter verantwoording worden geroepen over de daden die jullie plachten te verrichten.

94. En laat jullie eden niet als bron van misleiding zijn tussen jullie, zodat er geen voet weg (van het rechte pad) kan wegglijden nadat hij stevig is neergezet, en dat jullie het kwaad proeven doordat jullie mensen afhouden houden van het Pad van Allah en voor jullie zal er een grote bestraffing zijn.

96. En wat bij jullie is, zal vergaan en wat bij Allah is zal eeuwig blijven. En degenen die geduldig zijn, zullen Wij zeker een beloning uitbetalen in verhouding tot het beste wat zij verricht hebben.

97. Al wie goede daden verricht – of het nu om mannen of vrouwen gaat – in de staat van een ware gelovige (door afstand te nemen van ongeloof, ongehoorzaamheid en zondes), schenken Wij een begerenswaardig leven (gevuld met ware geluk en voldoening en toegestane voorzieningen) en (in het hiernamaals) zullen Wij hen vast en zeker een beloning geven die in overeenstemming zal zijn met het beste van de verrichte daden.

98. En als je de Koran wenst te reciteren, zoek dan toevlucht bij Allah tegen (de vervloekte) Shaytaan, de verworpene.[1]

99. Waarlijk! Hij heeft geen macht over degenen die geloven en (vervolgens) hun vertrouwen uitsluitend op hun Heer stellen.

100. Waarlijk! Zijn (duivels) gezag is slechts (effectief) op degenen die hem gehoorzamen en volgen, en die deelgenoten (in hun aanbidding) aan Hem toekennen [1].

101. En als Wij een vers van de Qor’aan door een ander vers laten vervangen, en Allah weet het beste wat Hij naar beneden zendt. Zij zeggen: “Jij bent niets anders dan een leugenaar.” Welnee, de meesten van hen weten niet.

102. Zeg Jibriël (de engel) heeft het (de Koran) met de waarheid van zijn Heer gebracht, om degene die geloven te verstevigen (in het geloof) en als een leiding en goed nieuws voor de moslims.

104. Waarlijk! Degenen die niet in de tekenen van Allah geloven – Allah zal hen niet leiden en voor hen zal er een pijnlijke bestraffing zijn.

106. Iedereen die ongelovig aan Allah is nadat hij geloof heeft gehad, behalve degene die gedwongen wordt en in wiens hart rust heeft in het geloof – maar hij die zijn borst opened voor ongeloof– over hen rust de woede van Allah en voor hen is een geweldige bestraffing.

110. Vervolgens is Jullie Heer – voor degenen die emigreerden nadat zij beproefd zijn en daarna hard streefden en vochten en geduldig waren, waarlijk, jullie Heer is meest Vergevend, meest Genadevol.

111. (Gedenk) de Dag wanneer ieder persoon voor zichzelf zal pleiten, en iedereen volledig vergoed zal krijgen voor wat hij gedaan heeft en zij zullen niet onrechtvaardig behandeld worden.

113. En waarlijk, tot hen is een boodschapper gekomen van hen zelf, maar zij ontkenden hem, dus de bestraffing kwam over hen toen zij onrechtvaardig waren.

114. Eet dus van het wettige en goede voedsel waar Allah jullie van voorzien heeft. En wees dankbaar voor de gunsten van Allah als het Hem is Die jullie aanbidden.

115. Hij heeft jullie slechts het vlees van een dood dier, bloed, het vlees van het varken en elk dier dat als offer voor een ander dan Allah geslacht is verboden. Maar als iemand door noodzaak gedwongen is, zonder ongehoorzaam te willen zijn, en niet overschrijdend – dan is Allah meest Vergevend, meest Genadevol.

117. En een kort tijdelijk vermaak maar zij zullen een pijnlijke bestraffing hebben.

118. En voor degenen die joden zijn, hebben Wij zaken verboden die Wij aan jou al eerder genoemd hebben. En Wij hebben hen geen onrecht aangedaan, maar zij hebben zichzelf onrecht aangedaan.

120. Waarlijk, Ibraahiem was een leider die alle goede kwaliteiten bezit gehoorzaam aan Allah, en bad niemand anders aan dan Allah en hij behoorde niet tot de afgodendienaars.

123. Toen hebben Wij jou aan jouw geopenbaard (zeggende): “Volg de godsdienst van Ibraahiem, niemand anders dan Allah aanbiddend en hij behoorde niet tot de afgodendienaars."

124. De Sabbat is slechts voorgeschreven aan degenen die daarover van mening verschilden en waarlijk, jullie Heer zal tussen hen op de Dag der Opstanding oordelen over datgene waarover zij van mening verschilden.

125. (O Mohammed), nodig uit tot de weg van jouw Heer met de wijsheid (dit bewijst ook de plicht van kennis blijven opdoen van het geloof) en weloverwogen bewoordingen, en redetwist met hen op de beste manier. Waarlijk, jullie Heer weet het beste wie afdwaalt van Zijn pad en Hij is het best bewust van degenen die geleid zijn.

126. En als jullie straffen Straf hen dan in de verhouding waarop zij jullie kwaad hebben gedaan. Maar als jullie het geduldig zijn, waarlijk, het is beter geduldig te zijn.

127. En wees geduldig (o Profeet Mohammed), en jouw geduld is slechts een gunst van Allah voor jouw. En treur niet om hen (omdat zij de de dwaalweg verkozen) en voel niet benauwd door hun listen.

128. Waarlijk, Allah is met degenen die godsvrees [1] voor Hem hebben, en de weldoeners onder hen (die in gehoorzaamheid hun intentie zuiveren).