عربيEnglish

The Noble Qur'an Encyclopedia

Towards providing reliable exegeses and translations of the meanings of the Noble Qur'an in the world languages

Luqman [Luqman] - Dutch translation

Surah Luqman [Luqman] Ayah 34 Location Maccah Number 31

1. Alif, Laam, Miem.[1]

3. Een leiding en een genade voor de weldoeners.

6. En van de mensheid is hij die ijdele praat verkoopt om (de mens) van het Pad van Allah te misleiden zonder kennis, en neemt het als spotternij. Voor hen zal er een vernederende bestraffing zijn [1]

7. En als Onze verzen aan zo iemand gereciteerd wordt, keert hij zich trots af, alsof hij ze niet hoort, alsof er doofheid in zijn oor is. Verkondig dus aan hem een pijnlijke bestraffing [1].

9. Om daarin te verblijven. Het is een ware belofte van Allah. En Hij is de Almachtige, de Alwijze.

10. Hij heeft de hemel geschapen zonder pilaren die jullie zien en heeft op aarde stevige bergen geplaatst, opdat het anders voor jullie zal schudden. Hij heeft daarin allerlei soorten dieren verspreid. En Wij sturen water uit de hemel en Wij zorgen ervoor dat er allerlei goede soorten (planten) groeien.

11. Dit is de schepping van Allah. Laat dus zien wat degenen (die jullie) naast Hem (aanbidden) geschapen hebben. Nee, de onrechtvaardigen verkeren in een duidelijke dwaling.

12. En voorwaar Wij hebben Loekman wijsheid en religieus begrip gegeven, zeggende: “Wees Allah dankbaar,” en iedereen die dankt, hij dankt voor zichzelf. En iedereen die ondankbaar is, dan waarlijk Allah is de Rijkste, meest Prijzenswaardig.

13. En (gedenk) toen Loekman tegen zijn zoon zei toen hij hem goede raad gaf: “O mijn zoon! Deel geen anderen in de aanbidding met Allah. Waarlijk! Het delen van anderen in de aanbidding van Allah is zeker een geweldig onrecht.

14. En Wij hebben de mens verplicht om (goed en plichtsgetrouw) voor zijn ouders te zijn. Zijn moeder baarde hem in zwakheid en pijn over zwakheid en pijn en zijn spenen is na twee jaren – Dank Mij en jullie ouders, - en bij Mij is de uiteindelijke terugkeer (wees uitstekend goed met je ouders o moslim).

15. Maar als zij (beiden) erop aandringen dat jullie deelgenoten aan Mij toevoegen waarvan jullie geen kennis hebben, gehoorzaam hen dan niet, maar behandel hen vriendelijk in de wereld en volg het pad van degene die zich in berouw en gehoorzaamheid tot Mij keert. Tot Mij zal dan jullie terugkeer zijn en Ik zal jullie vertellen wat jullie gedaan hebben.

17. O mijn zoon! Verricht de gebeden perfect, moedig aan tot al het goede en verbied het verwerpelijke. En draag geduldig (de beproevingen) die jullie overkomen (tijdens het uitnodigen naar de waarheid). Waarlijk, dit zijn een paar van de belangrijke bevelen (die Allah zonder uitzondering heeft gegeven).

18. En keer jullie gezichten niet af van de mensen, en wandel niet vol hoogmoed over de aarde. Want Allah houdt niet van de hoogmoedige noch de opschepper.

19. En wees gematigd in jullie lopen en demp je stem. Waarlijk de meest afschuwelijke stem van alle stemmen is de stem van een ezel.

20. Zien jullie niet dat Allah alles wat in de hemelen is en wat op aarde is bruikbaar voor jullie gemaakt is, en Zijn gunsten voor jullie voltooid en geperfectioneerd heeft, (zowel) openlijk als verborgen? Toch behoort tot de mensheid degene die over Allah redetwist zonder kennis of leiding van het verlicht Boek.

22. En iedereen die zijn gezicht (zichzelf) overgeeft aan Allah terwijl hij een weldoener is, dan heeft hij een sterke houvast. En tot Allah keren alle zaken terug voor een beslissing.

23. En iedereen die ongelovig wordt, laat zijn ongeloof je niet bedroeven, tot Ons is hun terugkeer en Wij zullen hun vertellen wat zij gedaan hebben. Waarlijk, Allah is de Alwetende van wat in de borsten is.

24. En laat hen korte tijd genieten, dan op het einde zullen Wij hen verplichten tot een grote bestraffing.

25. En als jij hen vraagt: “Wie heeft de hemelen en de aarde geschapen?” zullen zij zeker: “Allah” zeggen. Zeg: “Al de lofprijzing en dank is voor Allah!” Maar de meesten van hen weten het niet.

26. Aan Allah behoort wat in de hemelen en op aarde is. Waarlijk, Allah, Hij is rijke, de meest prijzenswaardige.

27. En als alle bomen op aarde pennen waren en de zee (van inkt) met daarachter nog zeven zeeën om aan te vullen, dan nog zouden de woorden van Allah niet opraken. Waarlijk, Allah is almachtig (en niemand die Hem daarvan kan weerhouden), alwijs (waaraan niemand kan ontsnappen).

28. De schepping van jullie allemaal en de opwekking van jullie allemaal is slechts als van een enkel persoon. Waarlijk, Allah is Alhorend, Alziend.

29. Zie je dan niet dat Allah de nacht laat opgaan in de dag, en de dag laat opgaan in de nacht en de zon en de maan voor jullie dienstbaar gemaakt heeft, die ieder hun koers vervolgen in een aangewezen tijd, onderworpen heeft, en dat Allah weet wat jullie doen (dus vrees hem dan).

32. En als een golf hen als een schaduw bedekt, roepen zij Allah aan, en laten hun aanroepingen alleen voor Hem zijn. Maar als Hij hen veilig op het land brengt, dan zijn zij onder degenen die zuinig zijn (weinig dankbaar zijn). Maar niemand ontkent Onze tekenen behalve elke bedrieglijke ondankbare persoon.