عربيEnglish

The Noble Qur'an Encyclopedia

Towards providing reliable exegeses and translations of the meanings of the Noble Qur'an in the world languages

The Troops [Az-Zumar] - Dutch translation

Surah The Troops [Az-Zumar] Ayah 75 Location Maccah Number 39

4. Als Allah zich een kind wilde nemen, dan had hij zeker uit degenen die hij heeft geschapen wie hij wil gekozen. Maar Verheven is Hij (boven wat zij liegen over Allah). Hij is Allah, de Ene, de Onweerstaanbare.

6. Hij heeft jullie (allen) uit een enkel ziel geschapen, daarna heeft Hij daaruit zijn vrouw geschapen. En Hij heeft voor jullie van het vee acht paren neer gezonden. Hij heeft jullie in de baarmoeders van jullie moeders geschapen, schepping na schepping in drie sluiers van duisternis, Dat is Allah, jullie Heer. Aan Hem is het Koninkrijk. Geen heeft het recht om aanbeden te worden behalve Hij. Hoe kunnen jullie je dan afkeren?

7. Als jullie ongelovig worden, Waarlijk, heeft Allah jullie niet nodig. Hij houdt niet van het ongeloof voor Zijn dienaren. En als jullie dankbaar zijn is Hij daarmee tevreden. Geen lastdrager zal de last van een ander dragen. Dan tot jullie Heer is jullie terugkeer, vervolgens zal Hij jullie vertellen wat jullie plachten te doen. Waarlijk, Hij is de Alwetende van wat in de harten is.

8. En als iets de mens kwetst, keert hij roepend tot zijn Heer in berouw, maar als Hij hem een gunst (van Allah), dan vergeet hij waarom hij eerst Allah gesmeekt heeft en dan hij kent Allah rivalen toe, zodat anderen van Zijn pad worden afgeleid. Zeg: “Geniet maar korte tijd van jullie ongeloof; waarlijk, jij bent (één) van de bewoners van het vuur!”

9. Maar is degene die gehoorzaam is aan Allah, neerknielt en staat gedurende de uren van de nacht (het nachtgebed; heel belangrijk voor elke moslim), het hiernamaals vreest en op de genade van zijn Heer hoopt (gelijk aan degene die ongehoorzaam zijn)? Zeg: “Zijn degenen die kennis hebben gelijk aan de onwetenden?” Het zijn slechts de bezitters van goede harten die het zullen herinneren. [1]

10. Zeg: “O mijn dienaren die geloven vrees jullie Heer en onderhoudt jullie verplichtingen tot Hem. Goed is (de beloning) voor degenen die goed in deze wereld doen, en de aarde van Allah is wijd! Slechts degenen die geduldig zijn (tijdens beproevingen), zullen hun beloning volledig ontvangen zonder berekening (in maten of eenheden)."

12. En mij is bevolen om de eerste te zijn van degenen die zich aan Allah als moslim te onderwerpen.”

13. Zeg: “Waarlijk, ik vrees de bestraffing van een grote dag als ik ongehoorzaam aan mijn Heer zal zijn.”

17. Degenen die (de Taghoet) afgoden vermijden door hen niet te aanbidden en zich tot Allah in berouw keren, voor hen is er goed nieuws, verkondig het goede nieuws aan Mijn dienaren, -

19. Zijn dan degenen voor wie het woord van de bestraffing gerechtvaardigd is (gelijk aan degenen die het kwaad vermijd) Zal jij (O Mohammed) hij die in het vuur is, redden?

20. Maar degenen die Allah vrezen en hun plichten tot hun Heer (Allah) vervullen, voor hen worden Verheven kamers gebouwd, de ene boven de ander waaronder rivieren stromen. Dat is de belofte van Allah, en Allah is niet nalatig voor Zijn belofte.

21. Zien jullie niet dat Allah water uit de hemel naar beneden stuurt en het de aarde laat doordringen (en het naar boven laat komen) als bronnen en daarna daardoor oogsten van verschillende kleuren maakt, en daarna verdorren zij en jullie zien het geel worden, en Hij maakt het droog en laat het verschrompelen. Waarlijk, hierin is een herinnering voor de bezitter van goede harten.

22. Is degene van wie Allah zijn borst heeft verruimd voor de Islam en op de weg van zijn Heer loopt, gelijkt aan de ongehoorzamen. Wee dus voor de harten die zich tegen het gedenken van Allah gehard hebben! Zij verkeren in duidelijke dwaling!

23. Allah heeft het beste Woord neer gezonden, een Boek, waarvan haar delen elkaar weerspiegelen en vaak gereciteerd wordt, waardoor de huiden van degenen die hun Heer vrezen rillen. Dan verzachten hun huid en hun hart zich door het verlangen naar Allah. Dat is de leiding van Allah. Hij leidt daarmee wie Hij wilt en wie Allah laat dwalen, voor hem is er geen leiding.

24. Is hij dan die op de Dag der Opstanding met zijn gezicht de vreselijke bestraffing afgaat (gelijk aan degene die vredig het paradijs binnengaat)? En er zal tegen de onrechtvaardigen gezegd worden: “Proef wat jullie verdiend hebben!”

25. Degenen voor hen verloochenden en dus kwam de bestraffing van alle kanten op hun af zonder dat zij het besefte.

27. En voorwaar, Wij hebben voor de mens in deze Koran allerlei soorten voorbeelden gegeven, zodat zij daaruit lering kunnen halen.

28. Een Arabische Koran zonder enige afwijking (daarin) zodat zij Allah zullen vrezen.

29. Allah geeft een voorbeeld – een slaaf die vele meesters heeft die onderling verdeeld zijn en een slaaf die volledig toegewijd is aan één meester; zijn deze twee gelijk in de vergelijking? Alle lof zij voor Allah! Maar de meesten van hen weten het niet.

30. Waarlijk jij (O Mohammed) zal sterven en waarlijk, zij zullen (ook) sterven.

32. Wie is er meer onrechtvaardiger dan degenen die over Allah liegt en de waarheid ontkent als het tot hem komt! Is er dan niet in de hel een woonplaats voor de ongelovigen?

33. En hij die de waarheid heeft gebracht (de Profeet Mohammed) en degene die daarin gelooft (Abu Bakr) dat zijn de godvrezenden.

34. Zij zullen alles wat zij van hun Heer wensen, hebben. Dat is de beloning voor de weldoeners.

36. Is Allah niet voldoende voor zijn dienaar? Toch proberen zij jullie bang te maken met degenen (die zij) naast Hem (aanbidden)! En wie Allah laat dwalen, daarvoor is geen leiding.

37. En wie Allah leidt, voor hem zal er geen misleider zijn. Is Allah niet Almachtig, de bezitter van de Vergelding?

38. En waarlijk, als jij (O Mohammed) hen vraagt: “Wie heeft de hemelen en de aarde geschapen?” Zeker zij zullen: “Allah” zeggen. Zeg: “Vertel mij dan welke zaken jullie naast Allah aanbidden, - als Allah mij kwaad wil doen, kunnen zij Zijn kwaad dan verwijderen, of als Hij (Allah) wat genade voor mij heeft, kunnen zij Zijn genade tegenhouden?” Zeg: “Allah is voor mij voldoende, in Hem leggen degenen die vertrouwen hun vertrouwen.”

39. Zeg (O Mohammed): “O mijn volk! Werk op jullie manier. Ik werk (op mijn manier). Jullie zullen daar spoedig achter komen,

40. Tot wie een vernederende bestraffing komt, en op wie de altijd durende bestraffing neerdaalt.”

41. Waarlijk, Wij hebben tot jou (O Mohammed) dit Boek voor de mensen in waarheid neergezonden. Iedereen die dus de leiding accepteert, doet dat alleen voor zichzelf, en iedereen die dwaalt, dwaalt alleen voor zijn (eigen) verlies. En jij bent geen voogd voor hen.

42. Het is Allah Die de zielen afvoert bij het intreden van de dood, alsook (de zielen) van de levenden die (tijdelijk) inslapen. (Dan) houdt Hij de zielen achter waarvoor Hij de dood heeft bepaald, en stuurt de rest voor een vastgestelde termijn terug (naar hun levenloze lichamen om te kúnnen ontwaken). Waarlijk hierin zijn tekenen voor mensen die diep nadenken.

44. Zeg: “Aan Allah behoort alle voorspraak toe. Hij heeft de soevereiniteit van de hemelen en de aarde en tot Hem zullen jullie teruggebracht worden.”

47. En als degenen die onrecht pleegden, alles wat op aarde is en het gelijke daarvan als losprijs op de Dag des Oordeels aanbieden om henzelf van de kwade bestraffing te bevrijden dan zouden ze dat zeker doen. En Allah toont aan hen duidelijk waar zij geen rekening mee hielden.

48. En het kwade van wat zij verdiend hadden zal voor hen duidelijk getoond worden, en zij zullen omringd zijn met datgene wat zij bespotten!

49. En als iets de mens kwetst, keert hij roepend tot Ons en als Wij het dan voor hem in een gunst van Ons veranderen, zegt hij: “Alleen maar vanwege de kennis heb ik het verkregen.” Welnee, het is slechts een beproeving, maar de meesten van hen weten het niet!

50. Waarlijk, degenen vóór hen zeiden dit, en toch ondervonden zijn geen nut van wat zij deden (aan daden slecht in de bestraffing).

51. Dus de kwade gevolgen van hun verdiensten overmanden hen. En degenen van hen die onrecht pleegden zullen ook door de kwade gevolgen van hun verdienste overmand worden en zij zullen nooit in staat zijn om te ontsnappen.

53. Zeg: “O Mijn slaven die tegen zichzelf onrecht hebben gepleegd! Wanhoop niet aan de genade van Allah (aangaande Zijn vergiffenis en toelating tot het paradijs), waarlijk Allah vergeeft alle zonden. Waarlijk, Hij is de meest Vergevende, de meest Barmhartige.

54. Maar keer in berouw en geef je geheel over (aan Allah en zijn wetten), voordat de bestraffing over jullie komt, daarna zullen jullie niet geholpen worden.

57. Of hij zou zeggen: “Als Allah mij maar had geleid, dan zou ik zeker onder de godvrezenden zijn.”

58. Of hij zou zeggen wanneer hij de bestraffing ziet: “Als ik maar een andere kans had gehad dan zou ik onder de weldoeners zijn.”

59. "Welzeker! Er zijn tot jou Mijn tekenen (de Koran) gekomen en jij hebt die ontkend en was trots en was onder de ongelovigen.”

61. En Allah zal degenen die godvrezend zijn naar hun plaatsen van succes brengen. Het kwaad zal hen niet raken, noch zullen zij bedroefd zijn.

65. En voorwaar, het is aan jou (O Mohammed) geopenbaard zoals het aan degenen vóór jou geopenbaard is: “Als je in de aanbidding van Allah andere deelgenoten toekent dan zullen zeker (al) je daden verloren gaan en dan zul je zeker onder de verliezers verkeren.”

67. En zij kennen Allah niet de Verhevenheid die hem toekomt. En Op de Dag der Opstanding zal de aarde volledig in Zijn greep zijn, terwijl de hemelen in Zijn rechterhand zullen worden opgerold. Verheven en verheerlijkt is Hij boven alles wat zij als deelgenoten aan Hem toekennen!

68. En de bazuin zal geblazen (door een engel) worden en alles wat in de hemelen is en alles wat op aarde is zal wegsterven, behalve wat Allah wil. Dan zal het een tweede maal geblazen worden en zie, zij (de mensen en djinn) zullen staan, rondkijken (uit angst).

69. En de aarde zal stralen met het licht van haar Heer en het Boek (waar alle daden in staan zowel van het hart, de tong en de ledematen) zal open geplaatst worden en de profeten en de getuigen zullen naar voren worden gebracht en er zal tussen hen in waarheid geoordeeld worden en niemand zal onrecht aangedaan worden.

70. En ieder persoon zal volledig vergoed worden voor wat hij gedaan heeft; en Hij is Alwetend over wat zij doen.

71. En zij die ongelovig zijn zullen in groepen naar de hel gedreven worden, en als zij het bereiken, zullen de poorten daarvan geopend worden [1]. En haar wachters zullen zeggen: “Zijn er geen boodschappers tot jullie gekomen – die de verzen van jullie Heer voor jullie reciteren en jullie voor de ontmoeting van deze Dag waarschuwen?” Zij zullen zeggen: “Welzeker! Maar het woord van de bestraffing was tegen de ongelovigen gerechtvaardigd!”

72. Er zal gezegd worden: "Treed de poorten van de hel binnen om daarin eeuwig te verblijven. En wat een slechte verblijfplaats voor de hoogmoedigen!”

73. En degenen die hun Heer vrezen (Taqwa hebben bereikt, door middel van kennis opdoen zonder daarin lui te worden en deze kennis in daden omzetten) zullen in groepen naar het paradijs geleid worden, als zij daar aankomen zullen de poorten worden geopend en de wachters zullen zeggen: “Salamoen aleikoem! Jullie hebben het goed gedaan, kom binnen om hier eeuwig in te verblijven.”

74. En zij zullen zeggen: “Alle lofprijzingen komen (alléén) Allah toe, Die Zijn belofte aan ons is nagekomen en ons het land (het paradijs) heeft doen erven. Wij vertoeven in het paradijs waar en hoe wij maar willen: wat een uitmuntende beloning voor de(wel)doeners!”

75. En jij zal de engelen rondom de troon (van Allah) zien, Die hem lofprijzen en verheerlijken. En er zal in waarheid beoordeeld worden en er zal gezegd worden: “Alle lof zijn voor Allah, de Heer van de werelden.”