The Noble Qur'an Encyclopedia

1. Datgene wat in de hemelen is en op aarde verheerlijkt Allah, en Hij is de Almachtige, de Alwijze.

2. Aan Hem is het koninkrijk de hemelen en de aarde. Hij is het Die het leven geeft en neemt en Hij is tot alle dingen in staat.

3. Hij is de eerste en de laatste, de allerhoogste en de meest nabije. En Hij is de Alwetende van alles.

4. Hij is het Die de hemelen en de aarde in zes dagen heeft geschapen en vervolgens zich boven de Troon heeft verheven. Hij weet wat in de aarde gaat en er weer uitkomt, wat van de hemel naar beneden komt en wat ernaar opstijgt. En Hij is met jullie waar jullie je ook mogen bevinden. En Allah is de Alziende van wat jullie doen.

5. Aan Hem is het koninkrijk van de hemelen en de aarde. En tot Allah komen alle zaken terug.

6. Hij laat de nacht overgaan in de dag, en laat de dag overgaan in de nacht en Hij is alwetend over wat in de harten is.

7. Geloof in Allah en Zijn boodschapper en geef uit wat Hij jullie heeft doen erven. En degenen van jullie die geloven en besteden - voor hen zal er een grote beloning zijn.

8. En wat scheelt jullie dat jullie niet in Allah geloven! Terwijl de boodschapper jullie tot het geloven in jullie Heer uitnodigt, en Hij heeft jullie verbond aanvaard als jullie ware gelovigen zijn.

9. Hij is het die duidelijke tekenen neer heeft gestuurd aan Zijn dienaar zodat Hij jullie uit de duisternis naar het licht kan brengen. En waarlijk, Allah is voor jullie meest zachtaardig, meest Genadevol.

10. En wat scheelt jullie dat jullie niet voor de zaak van Allah uitgeven? En aan Allah behoort de erfenis van de hemelen en de aarde. Niet gelijk onder jullie zijn degenen die besteedden en vochten voor de overwinning (van Makkah). Zij staan hoger in rang dan degenen die daarna besteedden en daarna vochten. Maar voor allen heeft Allah het beste beloofd. En Allah is alwetend Over wat jullie doen.

11. Wie is degene die aan Allah een goede lening (uitgaven omwille Allah) zal geven dan zal (Allah) het vele malen vermeerderen, en hij zal een goede beloning geven.

12. Op de dag zal jij de gelovige mannen en de gelovige vrouwen zien - hun licht straalt voor hen uit en door hun rechterzijde “Goed nieuws is voor jullie op deze dag! Tuinen waar rivieren onderdoor stromen (paradijs) om daarin voor altijd te verblijven!" Waarlijk, dit is een groot succes!

13. Op de Dag wanneer de hypocrieten – mannen en vrouwen – tegen de gelovigen zullen zeggen: “Wacht op ons! Laat ons wat van jullie licht krijgen!” Er zal gezegd worden: “Ga terug naar achteren! Zoek dan het licht!" Dus zal er een muur tussen hen neergezet worden met een poort daarin. Binnen zal de genade zijn en buiten zal de bestraffing zijn.

14. (De hypocrieten) zullen tegen de gelovigen roepen: “Waren wij niet bij jullie?” De gelovigen zullen antwoorden: “Jawel! Maar jullie beproefden jullie zelf, jullie keken vooruit voor onze vernietiging; jullie twijfelden; en jullie werden bedrogen door valse wensen, tot het bevel (de dood) van Allah voorbij was. En de voornaamste bedrieger bedroog jullie ten opzichte van Allah.

15. Deze dag zal er dus geen losgeld van jullie geaccepteerd worden, noch van degenen die ongelovig waren. Jullie verblijfplaats is het vuur, dat is de juiste plaats voor jullie en slecht is die bestemming zeker.

16. Is de tijd niet aangebroken voor degene die geloven dat hun harten uit vrees voor Allah te sidderen terwijl degenen die geloofden om door Allah Zijn overdenking en door dat wat van de waarheid geopenbaard is, zodat zij niet worden als degenen die het boek al eerder hebben ontvangen en het termijn is voor hen verlengd en hun harten hebben zich dus verhard. En velen van hen waren verdorven.”

17. Weet dat Allah leven aan de aarde geeft na haar dood (zo ook kan hij jullie harten weer leven geven!) Voorwaar, Wij hebben de tekenen voor jullie duidelijk gemaakt, als jullie het maar begrijpen.

18. Waarlijk, degenen die in liefdadigheid geven, mannen en vrouwen, en aan Allah een goede lening geven het zal vele malen vermenigvuldigd worden en voor hen zal er een eerbare goede beloning zijn.

19. En degenen die geloven in Allah en Zijn boodschappers – zij zijn de trouwe volgelingen en de martelaren in het aangezicht van hun Heer, zij zullen hun beloning hebben en hun licht. Maar degenen die ongelovig waren en Onze tekenen ontkennen – zij zullen de bewoners van het laaiende vuur zijn.

20. Weet dat het leven van deze wereld slechts spel en vermaak is, praal en wederzijdse vertoning onder jullie en rivaliteit met betrekking tot weelde en kinderen, zoals de plantengroei na een regenbui, daarvoor is de groei plezierig voor de teler; daarna droogt het op en jullie zien het geel worden; dan wordt het stro. Maar in het hiernamaals, een harde bestraffing en vergiffenis van Allah en (Zijn) genoegen terwijl het leven in deze wereld slechts een bedriegend plezier is.

21. Wedijver om de vergiffenis van uw Heer en voor het paradijs, de omtrek daarvan is als de omtrek van de hemel en de aarde, bereid voor degenen die in Allah en Zijn boodschapper geloven. Dat is de gunst van Allah die Hij aan degene die Hij wil, geeft. En Allah is de Eigenaar van een grote overvloed.

22. Geen ramp treft de aarde (onvruchtbaarheid), noch jullie (zoals ziekte of verlies van kinderen), of het staat genoteerd in het boek van de beslissingen [1] (zelfs) voordat Wij het tot uitvoering brengen. (En weet) dat dit (uiterst) gemakkelijk is voor Allah.

23. Zodat jullie niet teleurgesteld zullen zijn over de (goede) zaken die aan jullie zijn voorbijgegaan, en evenmin dat jullie je (verwaand) verheugen over (het goede) dat jullie werd toebedeeld. En Allah houdt niet van de hoogmoedige opscheppers.

24. Degenen die gierig zijn – en mensen tot gierigheid aanmoedigen –. En ieder die zich afkeert, dan Allah is rijk alle lofprijzingen waard.

25. Voorwaar, Wij zonden Onze (engelen als) boodschappers met duidelijke bewijzen (en keiharde argumenten). En Wij openbaarden hen het Boek en de Weegschaal (de wetgeving), opdat de mens rechtvaardig zal zijn. En wij hebben ijzer neergezonden, waarin veel kracht ligt en (tegelijkertijd) de mensheid van groot nut kan zijn. Zodat Allah aantoont wie Hem en Zijn boodschappers in het verborgene helpt (door de Islam te steunen, doormiddels kennis erover opdoen en vervolgens daar naar te handelen en daarna er na uitnodigen en dat alles met geduld) Waarlijk, Allah is sterk en Almachtig.

26. En voorwaar, Wij hebben Noeh en Ibraahiem gestuurd en aan hun nageslacht het profeetschap en het boek geschonken en onder hen zijn er die geleid worden, maar velen van hen zijn verdorven.

27. Daarna hebben Wij Onze boodschappers gestuurd, en Wij stuurden Isa, de zoon van Maryam, en gaven hem de Indjiel. En Wij gaven aan de harten die hem volgden toewijding en genade. Maar het kloosterschap dat zij voor zichzelf bedacht hebben, hebben Wij hun niet voorgeschreven, maar slechts om Allah daar een genoegen mee te doen, maar zij hebben het niet op de juiste manier bekeken (omdat zij Allah aanbidden gebaseerd op onwetendheid). Dus gaven Wij aan degenen onder hen die geloofden, hun beloning, maar velen van hen zijn verdorven.

28. O jullie die geloven! Vreest Allah en geloof in Zijn boodschapper. Hij zal jullie een dubbele hoeveelheid van Zijn genade geven, en Hij zal jullie een licht (de Soennah van de Profeet Mohammed vrede zij met hem) geven waarmee jullie (recht) kunnen lopen, en Hij zal jullie vergeven. En Allah is meest Vergevend, meest Genadevol.

29. Zodat de mensen van het boek zullen weten dat zij geen macht hebben over de gunst van Allah en dat (Zijn) gunst geheel in Zijn hand is om te geven aan wie Hij wil. En Allah is de Eigenaar van een grote gunst.