عربيEnglish

The Noble Qur'an Encyclopedia

Towards providing reliable exegeses and translations of the meanings of the Noble Qur'an in the world languages

The Jinn [Al-Jinn] - Dutch translation

Surah The Jinn [Al-Jinn] Ayah 28 Location Maccah Number 72

1. (O Mohammed), zeg: “Er is aan mij geopenbaard dat een groep djinn (mee)luisterde.” En zij zeiden tegen hun mede-djinn :“Waarlijk! Wij hebben een wonderbaarlijke recitatie gehoord (tijdens het ochtendgebed)!

2. Zij (de recitatie) leidt naar het rechte pad en wij geloven daarin en (na deze dag) zullen wij nooit meer deelgenoten aan onze Heer toekennen.”

3. En verheven is de majesteit van onze Heer. Hij heeft zich geen vrouw genomen noch een zoon.

6. En waarlijk, er waren mannen onder de mensheid die bescherming zochten bij de (mannelijke) djinn (uit vrees voor ongeluk tijdens hun reizen), maar zij deden hen enkel in zonde en ongeloof toenemen.

8. En wij hebben geprobeerd de hemel te bereiken (om af te luisteren), maar vonden haar gevuld met nauwlettende (poort)wachters, (die ons bekogelden met) vurige vlammen (algemeen bekend als ‘vallende sterren’).

9. En waarlijk, wij verscholen ons daar op plaatsen om iets op te vangen (nieuws), maar iedereen die vanaf nu luistert zal (na de openbaring aan Mohammed) slechts een laaiende vlam naar zich toe gesmeten krijgen.

10. En wij weten niet of het kwaad voor degenen op aarde is voorbestemd of dat hun Heer hen op het rechte pad heeft voorbestemd (door deze verandering).

11. Er zijn sommigen onder ons die rechtgeleid zijn (na het horen van de Koran) en anderen weer niet. Wij waren groepen met uiteenlopende ambities (geloof of ongeloof).

13. En voorwaar toen wij de leiding hadden gehoord (kennis opdoen is dus verplicht voor iedereen, jong of oud), geloofden wij daarin en iedereen die in Zijn Heer gelooft zal geen angst hebben noch een vermindering in de beloning van zijn goede daden noch een vermeerdering in de bestraffing van zijn zonden.

14. Sommigen onder ons zijn moslim, en weer anderen zijn ongelovige misdadigers. En iedereen die de Islam omhelst, heeft het rechte pad gekozen.

15. En wat de ongelovige misdadigers betreft: (zij zullen) brandhout voor de hel (zijn)!

16. Als zij in Allah hadden geloofd, en standvastigheid waren op het rechte pad, dan zouden Wij hen zeker overvloedig regen hebben gegeven.

17. Dat Wij hen daarmee beproeven (of zij dankbaar zullen blijven of niet). En ieder die zich van de vermaning van zijn Heer afkeert, Hij zal er voor zorgen dat hij een strenge bestraffing zal binnentreden.

18. En de moskeeën zijn voor Allah, roep dus niemand tezamen met Allah aan! (daarom mag een graf nooit zijn in een moskee).

19. En toen de dienaar (de Profeet Mohammed vrede zij met hem) van Allah opstond om Hem aan te roepen in het gebed, kwamen (de djinns) om hem heen en vormde een grote menigte alsof zij boven elkaar stonden, om de pracht van de Koran te beluisteren.

20. Zeg: “Ik roep alleen mijn Heer aan en ik ken niemand als deelgenoot aan Hem toe.”

21. Zeg: “Het is niet in mijn (de Profeet Mohammed vrede zij met hem) macht om jullie enig kwaad te doen noch om jullie tot het rechte pad te brengen.”

22. Zeg: “Niemand kan mij voor Allah Zijn bestraffing beschermen, noch vind ik een toevlucht behalve bij Hem."

23. (Voor mij is) niets dan de verkondiging en iedereen die ongehoorzaam is aan Allah en Zijn boodschapper, dan waarlijk voor hem is het hellevuur, hij zal daarin voor altijd verblijven.

24. Tot zij datgene zien wat hen beloofd is, dan zullen zij weten wie er zwakker is met betrekking tot helpers en minder belangrijk met betrekking tot aantallen.

25. Zeg: “Ik weet niet of dat wat jullie beloofd is, nabij is of dat mijn Heer er een bepaalde termijn voor zal aanwijzen."

27. Behalve aan een boodschapper die Hij heeft uitgekozen. En er is een groep (van profeten) die hem is voorgegaan, en een groep (van engelen) die achter hem aan marcheert (ter bescherming van de inhoud van de openbaringen).

28. Weet dat Hij (de boodschappers) onder Zijn hoede neemt, totdat Hij ziet dat zij de boodschap van hun Heer hebben verkondigd. En Hij omringt (met Zijn kennis) alles van wat er met hen (gaande) is. En berekent de aantallen van alle zaken.