Main pages

Surah The Chargers [Al-Adiyat] in Dutch

Surah The Chargers [Al-Adiyat] Ayah 11 Location Maccah Number 100

وَٱلْعَٰدِيَٰتِ ضَبْحًۭا ﴿١﴾

Ik zweer bij de oorlogspaarden, die snel en hoorbaar hijgend ten strijd draven.

Leemhuis

Bij de snuivend voortrennenden.

Siregar

Bij de snuivend voortrennenden.

فَٱلْمُورِيَٰتِ قَدْحًۭا ﴿٢﴾

En bij de oorlogspaarden die vuur slaan door het aanraken (der steenen met hunne hoeven);

Leemhuis

Die vonken slaan.

Siregar

Die vonken slaan.

فَٱلْمُغِيرَٰتِ صُبْحًۭا ﴿٣﴾

Bij hen die plotseling en vroeg in den ochtend, een inval bij den vijand doen,

Leemhuis

Die in de ochtendschemering aanvallen.

Siregar

Die in de ochtendschemering aanvallen.

فَأَثَرْنَ بِهِۦ نَقْعًۭا ﴿٤﴾

Daar het stof doen oprijzen,

Leemhuis

Die daarbij stof opwerpen.

Siregar

Die daarbij stof opwerpen.

فَوَسَطْنَ بِهِۦ جَمْعًا ﴿٥﴾

En zich door het midden der vijandelijke troepen een weg banen;

Leemhuis

Die dan het midden van de gelederen (van de vijand) doorbreken.

Siregar

Die dan het midden van de gelederen (van de vijand) doorbreken.

إِنَّ ٱلْإِنسَٰنَ لِرَبِّهِۦ لَكَنُودٌۭ ﴿٦﴾

Waarlijk, de mensch is ondankbaar jegens zijn Heer;

Leemhuis

Voorwaar, de mens is zijn Heer zeker ondankbaar.

Siregar

Voorwaar, de mens is zijn Heer zeker ondankbaar.

وَإِنَّهُۥ عَلَىٰ ذَٰلِكَ لَشَهِيدٌۭ ﴿٧﴾

En hij is getuige daarvan;

Leemhuis

En voorwaar, hij is daar zeker getuige van.

Siregar

En voorwaar, hij is daar zeker getuige van.

وَإِنَّهُۥ لِحُبِّ ٱلْخَيْرِ لَشَدِيدٌ ﴿٨﴾

En hij is ontembaar in zijne liefde voor het wereldsche goed.

Leemhuis

En voorwaar, hij heeft zeker een hevige liefde voor bezit.

Siregar

En voorwaar, hij heeft zeker een hevige liefde voor bezit.

۞ أَفَلَا يَعْلَمُ إِذَا بُعْثِرَ مَا فِى ٱلْقُبُورِ ﴿٩﴾

Weet hij dan niet dat hetgene zich in de graven bevindt, weder zal oprijzen,

Leemhuis

Weet hij dan niet dat, wanneer naar buiten wordt gekeerd wat in de graven is.

Siregar

Weet hij dan niet dat, wanneer naar buiten wordt gekeerd wat in de graven is.

وَحُصِّلَ مَا فِى ٱلصُّدُورِ ﴿١٠﴾

En dat hetgene zich in de borst der menschen bevindt, aan het licht gebracht zal worden,

Leemhuis

En onthuld wordt wat in de harten is.

Siregar

En onthuld wordt wat in de harten is.

إِنَّ رَبَّهُم بِهِمْ يَوْمَئِذٍۢ لَّخَبِيرٌۢ ﴿١١﴾

En dat hun Heer volkomen onderricht omtrent hem zal zijn?

Leemhuis

Dat hun Heer op die Dag zeker Alwetend over hen is?

Siregar

Dat hun Heer op die Dag zeker Alwetend over hen is?