Main pages

Surah The Elephant [Al-fil] in Dutch

Surah The Elephant [Al-fil] Ayah 5 Location Maccah Number 105

أَلَمْ تَرَ كَيْفَ فَعَلَ رَبُّكَ بِأَصْحَٰبِ ٱلْفِيلِ ﴿١﴾

Hebt gij gezien, hoe uw Heer met de meesters van den olifant handelt?

Leemhuis

Heb jij niet vernomen hoe jouw Heer met de mensen van de olifant heeft gehandeld?

Siregar

Heb jij niet vernomen hoe jouw Heer met de mensen van de olifant heeft gehandeld?

أَلَمْ يَجْعَلْ كَيْدَهُمْ فِى تَضْلِيلٍۢ ﴿٢﴾

Heeft hij hunne verraderlijke plannen niet doen strekken om hen in dwaling te leiden,

Leemhuis

Heeft Hij hun plan niet verijdeld?

Siregar

Heeft Hij hun plan niet verijdeld?

وَأَرْسَلَ عَلَيْهِمْ طَيْرًا أَبَابِيلَ ﴿٣﴾

En troepen vogels (Ababils) tegen hen te zenden,

Leemhuis

En Hij heeft over hen zwermen vogels gezonden.

Siregar

En Hij heeft over hen zwermen vogels gezonden.

تَرْمِيهِم بِحِجَارَةٍۢ مِّن سِجِّيلٍۢ ﴿٤﴾

Die steenen van gebakken klei op hen nederwierpen,

Leemhuis

Die stenen van klei op hen wierpen.

Siregar

Die stenen van klei op hen wierpen.

فَجَعَلَهُمْ كَعَصْفٍۢ مَّأْكُولٍۭ ﴿٥﴾

En hen het aanzien gaven van de bladeren van het koren, dat door het vee was afgegeten?

Leemhuis

Zo maakte Hij hen als (door wormen) aangevreten bladeren.

Siregar

Zo maakte Hij hen als (door wormen) aangevreten bladeren.