Main pages

Surah Abraham [Ibrahim] in Dutch

Surah Abraham [Ibrahim] Ayah 52 Location Maccah Number 14

الٓر ۚ كِتَٰبٌ أَنزَلْنَٰهُ إِلَيْكَ لِتُخْرِجَ ٱلنَّاسَ مِنَ ٱلظُّلُمَٰتِ إِلَى ٱلنُّورِ بِإِذْنِ رَبِّهِمْ إِلَىٰ صِرَٰطِ ٱلْعَزِيزِ ٱلْحَمِيدِ ﴿١﴾

E. L. R. Dit boek hebben wij u nedergezonden, opdat gij de menschen van de duisternis tot het licht zoudt voeren, en met het verlof van hunnen Heer, op den glorierijken en prijzenswaardigen weg.

Leemhuis

Alif, Lam, Ra. (Dit is) een Boek dat Wij aan jou (O Moehammad) neergezonden hebben, opdat jij de mensen uit de duisternissen naar het licht zult voeren, met verlof van hun Heer, naar het Pad van de Almachtige, de Geprezene.

Siregar

Alif, Lam, Ra. (Dit is) een Boek dat Wij aan jou (O Moehammad) neergezonden hebben, opdat jij de mensen uit de duisternissen naar het licht zult voeren, met verlof van hun Heer, naar het Pad van de Almachtige, de Geprezene.

ٱللَّهِ ٱلَّذِى لَهُۥ مَا فِى ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَمَا فِى ٱلْأَرْضِ ۗ وَوَيْلٌۭ لِّلْكَٰفِرِينَ مِنْ عَذَابٍۢ شَدِيدٍ ﴿٢﴾

Hij is God, wien alles toebehoort wat in den hemel en op de aarde is, en wee over de ongeloovigen; want eene gestrenge straf wacht hen.

Leemhuis

Allah is Degene aan Wie wat er in de hemelen en op de aarde is behoort. En wee de ongelovigen, een harde bestraffing (zal hen treffen).

Siregar

Allah is Degene aan Wie wat er in de hemelen en op de aarde is behoort. En wee de ongelovigen, een harde bestraffing (zal hen treffen).

ٱلَّذِينَ يَسْتَحِبُّونَ ٱلْحَيَوٰةَ ٱلدُّنْيَا عَلَى ٱلْءَاخِرَةِ وَيَصُدُّونَ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ وَيَبْغُونَهَا عِوَجًا ۚ أُو۟لَٰٓئِكَ فِى ضَلَٰلٍۭ بَعِيدٍۢ ﴿٣﴾

Die het tegenwoordige leven boven het toekomstige beminnen en de menschen afvoeren van Gods weg, en dien kronkelig trachten te maken, deze verkeeren in eene dwaling, die ver van de waarheid verwijderd is.

Leemhuis

Degenen die het wereldse leven verkiezen boven het Hiernamaals, en afhouden van de Weg van Allah en die wensen dat die krom wordt. Zij zijn degenen die in vergaande dwaling verkeren.

Siregar

Degenen die het wereldse leven verkiezen boven het Hiernamaals, en afhouden van de Weg van Allah en die wensen dat die krom wordt. Zij zijn degenen die in vergaande dwaling verkeren.

وَمَآ أَرْسَلْنَا مِن رَّسُولٍ إِلَّا بِلِسَانِ قَوْمِهِۦ لِيُبَيِّنَ لَهُمْ ۖ فَيُضِلُّ ٱللَّهُ مَن يَشَآءُ وَيَهْدِى مَن يَشَآءُ ۚ وَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلْحَكِيمُ ﴿٤﴾

Wij hebben geen apostel gezonden dan met de taal van zijn volk, opdat hij hun hunnen plicht duidelijk zou kunnen verklaren, want God doet dwalen naar zijn welbehagen en leidt dengeen die hem behaagt; en hij is de machtige, de wijze.

Leemhuis

En Wij hebben geen Boodschapper gezonden, of (hij sprak) de taal van zijn volk, om hen een duidelijke uitleg te geven. Daarna doet Allah dwalen wie Hij wil, en leidt Hij wie Hij wil. En Hij is de Almachtige, de Alwijze.

Siregar

En Wij hebben geen Boodschapper gezonden, of (hij sprak) de taal van zijn volk, om hen een duidelijke uitleg te geven. Daarna doet Allah dwalen wie Hij wil, en leidt Hij wie Hij wil. En Hij is de Almachtige, de Alwijze.

وَلَقَدْ أَرْسَلْنَا مُوسَىٰ بِـَٔايَٰتِنَآ أَنْ أَخْرِجْ قَوْمَكَ مِنَ ٱلظُّلُمَٰتِ إِلَى ٱلنُّورِ وَذَكِّرْهُم بِأَيَّىٰمِ ٱللَّهِ ۚ إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَءَايَٰتٍۢ لِّكُلِّ صَبَّارٍۢ شَكُورٍۢ ﴿٥﴾

Wij zonden vroeger Mozes met onze teekens en gaven hem bevelen, zeggende: Leid uw volk uit de duisternis tot het licht, en herinner hun de gunsten van God; waarlijk, daarin zijn teekens voor ieder lijdzaam en dankbaar mensch.

Leemhuis

Voorzeker, wij zonden Môesa met Onze Tekenen, (zeggend:) \"Voer jouw volk vanuit de duisternissen naar het licht en herinner hen aan de dagen van Allah.\" Daarin zijn inderdaad Tekenen voor alle geduldige dankbaren.

Siregar

Voorzeker, wij zonden Môesa met Onze Tekenen, (zeggend:) \"Voer jouw volk vanuit de duisternissen naar het licht en herinner hen aan de dagen van Allah.\" Daarin zijn inderdaad Tekenen voor alle geduldige dankbaren.

وَإِذْ قَالَ مُوسَىٰ لِقَوْمِهِ ٱذْكُرُوا۟ نِعْمَةَ ٱللَّهِ عَلَيْكُمْ إِذْ أَنجَىٰكُم مِّنْ ءَالِ فِرْعَوْنَ يَسُومُونَكُمْ سُوٓءَ ٱلْعَذَابِ وَيُذَبِّحُونَ أَبْنَآءَكُمْ وَيَسْتَحْيُونَ نِسَآءَكُمْ ۚ وَفِى ذَٰلِكُم بَلَآءٌۭ مِّن رَّبِّكُمْ عَظِيمٌۭ ﴿٦﴾

En herinner u toen Mozes tot zijn volk zeide: Herdenk de gunst van God omtrent u, toen hij u van het juk van Pharao bevrijdde: deze verdrukte u vreeselijk; en zij doodden uwe mannelijke kinderen en lieten uwe vrouwelijke kinderen leven. Dit was een harde proef van uwen Heer.

Leemhuis

En (gedenkt) toen Môesa tegen zijn volk zei: \"Gedenkt de Genade van Allah aan jullie toen Hij jullie redde van Fir'aun en zijn volgelingen, hij pijnigde jullie met zwaarste foltering: zij slachtten jullie zonen af en lieten jullie dochters in leven. Daarin was een geweldige beproeving van jullie Heer.\"

Siregar

En (gedenkt) toen Môesa tegen zijn volk zei: \"Gedenkt de Genade van Allah aan jullie toen Hij jullie redde van Fir'aun en zijn volgelingen, hij pijnigde jullie met zwaarste foltering: zij slachtten jullie zonen af en lieten jullie dochters in leven. Daarin was een geweldige beproeving van jullie Heer.\"

وَإِذْ تَأَذَّنَ رَبُّكُمْ لَئِن شَكَرْتُمْ لَأَزِيدَنَّكُمْ ۖ وَلَئِن كَفَرْتُمْ إِنَّ عَذَابِى لَشَدِيدٌۭ ﴿٧﴾

En toen uw Heer door den mond van Mozes eene verklaring aflegde, zeide hij: Waarlijk, ik wil mijne weldaden omtrent u vermeerderen, indien gij dankbaar zijt; maar indien gij ondankbaar zijt, waarlijk, dan zal mijne straf gestreng zijn.

Leemhuis

En (gedenkt) toen jullie Heer bekend maakte: \"Als jullie dankbaar zijn, dan zullen Wij zeker jullie (genietingen) vermeerderen. En als jullie ondankbaar zijn: voorwaar, Mijn bestraffing is zeker hard.\"

Siregar

En (gedenkt) toen jullie Heer bekend maakte: \"Als jullie dankbaar zijn, dan zullen Wij zeker jullie (genietingen) vermeerderen. En als jullie ondankbaar zijn: voorwaar, Mijn bestraffing is zeker hard.\"

وَقَالَ مُوسَىٰٓ إِن تَكْفُرُوٓا۟ أَنتُمْ وَمَن فِى ٱلْأَرْضِ جَمِيعًۭا فَإِنَّ ٱللَّهَ لَغَنِىٌّ حَمِيدٌ ﴿٨﴾

En indien gij ongeloovig zijt, en de geheele aarde met u, dan nog is God rijk en lofwaardig.

Leemhuis

En Môesa zei: \"Als jallie ondankbaar zijn, jullie en allen die op de aarde zijn: voorwaar, Allah is zeker Behoefteloos, Geprezen.\"

Siregar

En Môesa zei: \"Als jallie ondankbaar zijn, jullie en allen die op de aarde zijn: voorwaar, Allah is zeker Behoefteloos, Geprezen.\"

أَلَمْ يَأْتِكُمْ نَبَؤُا۟ ٱلَّذِينَ مِن قَبْلِكُمْ قَوْمِ نُوحٍۢ وَعَادٍۢ وَثَمُودَ ۛ وَٱلَّذِينَ مِنۢ بَعْدِهِمْ ۛ لَا يَعْلَمُهُمْ إِلَّا ٱللَّهُ ۚ جَآءَتْهُمْ رُسُلُهُم بِٱلْبَيِّنَٰتِ فَرَدُّوٓا۟ أَيْدِيَهُمْ فِىٓ أَفْوَٰهِهِمْ وَقَالُوٓا۟ إِنَّا كَفَرْنَا بِمَآ أُرْسِلْتُم بِهِۦ وَإِنَّا لَفِى شَكٍّۢ مِّمَّا تَدْعُونَنَآ إِلَيْهِ مُرِيبٍۢ ﴿٩﴾

Hebt gij de geschiedenis der volkeren, uwe voorgangers, niet gehoord? namelijk van het volk van Noach, en van Ad en van Thamoed en van degenen die hen opvolgden. Wier getal niemand kent, behalve God? Hunne gezanten kwamen tot hem met duidelijke wonderen; maar zij brachten hunne handen aan hunne monden uit verontwaardiging, en zeiden: Wij gelooven de boodschap niet, waarmede gij voorgeeft belast te zijn, en wij verkeeren in twijfel nopens den godsdienst waartoe gij ons uitnoodigt.

Leemhuis

Is de geschiedenis van degenen voor jullie nog niet tot jullie gekomen, (over) het volk van Nôeh, en de 'Ad en de Tsamoed en degenen na hen? Niemand kent hen behalve Allah. Hun Boodschappers kwamen tot hen met de duidelijke bewijzen, vervolgens bedekten zij met hun handen hun mond (vanwege hun verachting) en zeiden: \"Voorwaar, wij geloven niet in dat, waarmee jullie gezonden zijn. En voorwaar, wij verkeren in ernstige twijfel over dat waar jullie ons toe oproepen.\"

Siregar

Is de geschiedenis van degenen voor jullie nog niet tot jullie gekomen, (over) het volk van Nôeh, en de 'Ad en de Tsamoed en degenen na hen? Niemand kent hen behalve Allah. Hun Boodschappers kwamen tot hen met de duidelijke bewijzen, vervolgens bedekten zij met hun handen hun mond (vanwege hun verachting) en zeiden: \"Voorwaar, wij geloven niet in dat, waarmee jullie gezonden zijn. En voorwaar, wij verkeren in ernstige twijfel over dat waar jullie ons toe oproepen.\"

۞ قَالَتْ رُسُلُهُمْ أَفِى ٱللَّهِ شَكٌّۭ فَاطِرِ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ ۖ يَدْعُوكُمْ لِيَغْفِرَ لَكُم مِّن ذُنُوبِكُمْ وَيُؤَخِّرَكُمْ إِلَىٰٓ أَجَلٍۢ مُّسَمًّۭى ۚ قَالُوٓا۟ إِنْ أَنتُمْ إِلَّا بَشَرٌۭ مِّثْلُنَا تُرِيدُونَ أَن تَصُدُّونَا عَمَّا كَانَ يَعْبُدُ ءَابَآؤُنَا فَأْتُونَا بِسُلْطَٰنٍۢ مُّبِينٍۢ ﴿١٠﴾

Hunne gezanten antwoordden: Bestaat er eenige twijfel nopens God, den schepper van hemel en aarde? Hij noodigt u niet tot het ware geloof, opdat hij een deel uwer zonden zou kunnen vergeven en uwe straf kunnen verschuiven, door u tijd tot berouw te geven, tot een bepaalden oogenblik. Zij antwoordden: Gij zijt slechts een mensch, gelijk wij; gij tracht ons van de goden af te leiden, die door onze vaderen werden aangebeden; breng ons dus door een wonder een duidelijk bewijs, dat gij de waarheid spreekt.

Leemhuis

Hun Boodschappers zeiden: \"Is er twijfel over Allah, de Schepper van de hemel en de aarde? Hij roept jullie om jullie zonden te vergeven en Hij geeft jullie uitstel tot een vastgestelde tijd.\" Zij zeiden: \"Jullie zijn slechts mensen als wij. Jullie willen ons afhouden van wat onze voorouders aanbaden. Geeft ons daarom een duidelijk bewijs!\"

Siregar

Hun Boodschappers zeiden: \"Is er twijfel over Allah, de Schepper van de hemel en de aarde? Hij roept jullie om jullie zonden te vergeven en Hij geeft jullie uitstel tot een vastgestelde tijd.\" Zij zeiden: \"Jullie zijn slechts mensen als wij. Jullie willen ons afhouden van wat onze voorouders aanbaden. Geeft ons daarom een duidelijk bewijs!\"

قَالَتْ لَهُمْ رُسُلُهُمْ إِن نَّحْنُ إِلَّا بَشَرٌۭ مِّثْلُكُمْ وَلَٰكِنَّ ٱللَّهَ يَمُنُّ عَلَىٰ مَن يَشَآءُ مِنْ عِبَادِهِۦ ۖ وَمَا كَانَ لَنَآ أَن نَّأْتِيَكُم بِسُلْطَٰنٍ إِلَّا بِإِذْنِ ٱللَّهِ ۚ وَعَلَى ٱللَّهِ فَلْيَتَوَكَّلِ ٱلْمُؤْمِنُونَ ﴿١١﴾

Hunne gezanten antwoordden hun: Wij zijn niets anders dan menschen gelijk gij, maar God is goedertieren voor diegenen zijner dienaren, welke hem behagen; en het ligt niet in onze macht, u een wonderdadig bewijs voor onze zending te geven. Tenzij met het verlof van God; laat dus de godvruchtige op God vertrouwen.

Leemhuis

Hun Boodschappers zeiden tot hen: \"Wij zijn slechts mensen als jullie, maar Allah geeft Zijn gunsten aan wie Hij wil van Zijn dienaren. En het is niet aan ons om jullie een bewijs te brengen, tenzij met verlof van Allah. En laten de gelovigen daarom hun vertrouwen stellen op Allah.

Siregar

Hun Boodschappers zeiden tot hen: \"Wij zijn slechts mensen als jullie, maar Allah geeft Zijn gunsten aan wie Hij wil van Zijn dienaren. En het is niet aan ons om jullie een bewijs te brengen, tenzij met verlof van Allah. En laten de gelovigen daarom hun vertrouwen stellen op Allah.

وَمَا لَنَآ أَلَّا نَتَوَكَّلَ عَلَى ٱللَّهِ وَقَدْ هَدَىٰنَا سُبُلَنَا ۚ وَلَنَصْبِرَنَّ عَلَىٰ مَآ ءَاذَيْتُمُونَا ۚ وَعَلَى ٱللَّهِ فَلْيَتَوَكَّلِ ٱلْمُتَوَكِّلُونَ ﴿١٢﴾

En waarom zouden wij God niet vertrouwen, die ons op onze wegen heeft geleid? Daarom zullen wij met geduld het kwaad verdragen, waarmede hij ons bezoekt, en laat degenen hun vertrouwen in God stellen, die trachten, het ergens in te plaatsen.

Leemhuis

Waarom zouden wij niet op Allah ons vertrouwen stellen. terwijl Hij ons waarlijk heeft geleid op onze weg? En wij zullen zeker geduld hebben met de kwellingen die jullie ons aandoen. En laten daarom zij die vertrouwen hebben (hun) vertrouwen op Allah stellen.\"

Siregar

Waarom zouden wij niet op Allah ons vertrouwen stellen. terwijl Hij ons waarlijk heeft geleid op onze weg? En wij zullen zeker geduld hebben met de kwellingen die jullie ons aandoen. En laten daarom zij die vertrouwen hebben (hun) vertrouwen op Allah stellen.\"

وَقَالَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ لِرُسُلِهِمْ لَنُخْرِجَنَّكُم مِّنْ أَرْضِنَآ أَوْ لَتَعُودُنَّ فِى مِلَّتِنَا ۖ فَأَوْحَىٰٓ إِلَيْهِمْ رَبُّهُمْ لَنُهْلِكَنَّ ٱلظَّٰلِمِينَ ﴿١٣﴾

En zij die niet geloofden, zeiden tot hunnen gezanten: wij zullen u zekerlijk uit ons land verdrijven, of gij zult tot onzen godsdienst terugkeeren. En hun Heer sprak tot hen door openbaring, zeggende: Waarlijk, wij zullen de boozen verdelgen.

Leemhuis

En degenen die ongelovig waren, zeiden tot hun Boodschappers: \"Wij zullen jullie zeker uit ons land verdrijven, of jullie moeten zeker terugkeren tot ons geloof.\" Toen openbaarde hun Heer aan hen: \"Wij zullen de onrechtplegers zeker vernietigen.

Siregar

En degenen die ongelovig waren, zeiden tot hun Boodschappers: \"Wij zullen jullie zeker uit ons land verdrijven, of jullie moeten zeker terugkeren tot ons geloof.\" Toen openbaarde hun Heer aan hen: \"Wij zullen de onrechtplegers zeker vernietigen.

وَلَنُسْكِنَنَّكُمُ ٱلْأَرْضَ مِنۢ بَعْدِهِمْ ۚ ذَٰلِكَ لِمَنْ خَافَ مَقَامِى وَخَافَ وَعِيدِ ﴿١٤﴾

En wij zullen u na hen op aarde doen wonen. Dit is de belooning van hen, die mij en mijne bedreigingen vreezen.

Leemhuis

En Wij zullen jullie na hen in het land vestigen. Dat is voor wie Mijn plaats (macht) vreest en Mijn aaazegging vreest.\"

Siregar

En Wij zullen jullie na hen in het land vestigen. Dat is voor wie Mijn plaats (macht) vreest en Mijn aaazegging vreest.\"

وَٱسْتَفْتَحُوا۟ وَخَابَ كُلُّ جَبَّارٍ عَنِيدٍۢ ﴿١٥﴾

En zij vroegen ondersteuning van God, en ieder hoovaardig en oproerig mensch werd vernietigd.

Leemhuis

En zij vroegen om een overwinning en iedere opstandige geweldenaar verloor.

Siregar

En zij vroegen om een overwinning en iedere opstandige geweldenaar verloor.

مِّن وَرَآئِهِۦ جَهَنَّمُ وَيُسْقَىٰ مِن مَّآءٍۢ صَدِيدٍۢ ﴿١٦﴾

De hel ligt onzichtbaar voor hem en hij zal vuil water te drinken ontvangen.

Leemhuis

Voor hen ligt de Hel. En hij zal worden begoten met ettervocht.

Siregar

Voor hen ligt de Hel. En hij zal worden begoten met ettervocht.

يَتَجَرَّعُهُۥ وَلَا يَكَادُ يُسِيغُهُۥ وَيَأْتِيهِ ٱلْمَوْتُ مِن كُلِّ مَكَانٍۢ وَمَا هُوَ بِمَيِّتٍۢ ۖ وَمِن وَرَآئِهِۦ عَذَابٌ غَلِيظٌۭ ﴿١٧﴾

Hij zal het met kleine teugen afslokken, en hij zal het niet licht door zijne keel kunnen doen gaan, door de walgelijkheid; de dood zal hem van alle kanten aanstaren, maar hij zal niet sterven, en voor hem zal eene grievende pijniging gereed zijn.

Leemhuis

Hij drinkt het slokje voor slokje, en hij kan het bijna niet doorslikken. En de dood komt tot hem van alle kanten, maar hij sterft niet, en voor hem ligt nog een zware bestraffing.

Siregar

Hij drinkt het slokje voor slokje, en hij kan het bijna niet doorslikken. En de dood komt tot hem van alle kanten, maar hij sterft niet, en voor hem ligt nog een zware bestraffing.

مَّثَلُ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ بِرَبِّهِمْ ۖ أَعْمَٰلُهُمْ كَرَمَادٍ ٱشْتَدَّتْ بِهِ ٱلرِّيحُ فِى يَوْمٍ عَاصِفٍۢ ۖ لَّا يَقْدِرُونَ مِمَّا كَسَبُوا۟ عَلَىٰ شَىْءٍۢ ۚ ذَٰلِكَ هُوَ ٱلضَّلَٰلُ ٱلْبَعِيدُ ﴿١٨﴾

Dit is de gelijkenis van hen die niet in hunnen Heer gelooven. Hunne werken zijn gelijk aan asch, die door den wind op een stormachtigen dag wordt voortgedreven; zij zullen niet in staat zijn, een blijvend voordeel te verkrijgen van hetgeen zij hebben bedreven. Dit is eene dwaling, die zeer ver van de waarheid is verwijderd.

Leemhuis

De vergelijking met degenen die niet in hun Heer geloven, is alsof hun daden als as zijn, dat door een harde wind wordt weggeblazen op een stormachtige dag. Zij hebben geen enkele macht over wat zij hebben verworven. Dat is een vergaande dwaling.

Siregar

De vergelijking met degenen die niet in hun Heer geloven, is alsof hun daden als as zijn, dat door een harde wind wordt weggeblazen op een stormachtige dag. Zij hebben geen enkele macht over wat zij hebben verworven. Dat is een vergaande dwaling.

أَلَمْ تَرَ أَنَّ ٱللَّهَ خَلَقَ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضَ بِٱلْحَقِّ ۚ إِن يَشَأْ يُذْهِبْكُمْ وَيَأْتِ بِخَلْقٍۢ جَدِيدٍۢ ﴿١٩﴾

Ziet gij niet dat God de hemelen en de aarde met wijsheid heeft geschapen? Indien het hem behaagt, kan hij verdelgen en een nieuw schepsel in uwe plaats voortbrengen.

Leemhuis

Zie jij (O Moehammad) dan niet dat Allah de hemelen en de aarde met de Waarheid heeft geschapen? Wanneer Hij wil, doet Hij jullie verdwijnen en brengt Hij een nieuwe schepping.

Siregar

Zie jij (O Moehammad) dan niet dat Allah de hemelen en de aarde met de Waarheid heeft geschapen? Wanneer Hij wil, doet Hij jullie verdwijnen en brengt Hij een nieuwe schepping.

وَمَا ذَٰلِكَ عَلَى ٱللَّهِ بِعَزِيزٍۢ ﴿٢٠﴾

Dit is gemakkelijk voor zijne macht.

Leemhuis

En dat is voor Allah niet moeilijk.

Siregar

En dat is voor Allah niet moeilijk.

وَبَرَزُوا۟ لِلَّهِ جَمِيعًۭا فَقَالَ ٱلضُّعَفَٰٓؤُا۟ لِلَّذِينَ ٱسْتَكْبَرُوٓا۟ إِنَّا كُنَّا لَكُمْ تَبَعًۭا فَهَلْ أَنتُم مُّغْنُونَ عَنَّا مِنْ عَذَابِ ٱللَّهِ مِن شَىْءٍۢ ۚ قَالُوا۟ لَوْ هَدَىٰنَا ٱللَّهُ لَهَدَيْنَٰكُمْ ۖ سَوَآءٌ عَلَيْنَآ أَجَزِعْنَآ أَمْ صَبَرْنَا مَا لَنَا مِن مَّحِيصٍۢ ﴿٢١﴾

En zij zullen allen op den jongsten dag in Gods tegenwoordigheid worden gebracht; en de zwakken, die zich onder hen bevinden, zullen tot de sterken zeggen: Waarlijk, wij hebben u op de aarde opgevolgd; wilt gij dus niet een deel der goddelijke wraak van ons afwenden? Zij zullen antwoorden: Indien God ons op den rechten weg had geleid, zouden wij u zekerlijk geleid hebben. Het is ons onverschillig, of wij onze plagen met ongeduld dragen, of dat wij die met geduld verduren, want wij bezitten geen weg om daaraan te ontkomen.

Leemhuis

En zij verschijnen allen voor Allah, en de zwakken zullen dan tot degenen die hoogmoedig waren zeggen: \"Voorwaar, wij waren jullie volgelingen, kunnen jullie dan nu voor ons iets van de bestraffing van Allah afwenden?\" Zij zeggen: \"Als Allah ons geleid had, zouden wij jullie zeker geleid hebben; het is voor ons hetzelfde, of wij nu klagen. of dat wij geduldig zijn. Er is voor ons geen toevluchtsoord.\"

Siregar

En zij verschijnen allen voor Allah, en de zwakken zullen dan tot degenen die hoogmoedig waren zeggen: \"Voorwaar, wij waren jullie volgelingen, kunnen jullie dan nu voor ons iets van de bestraffing van Allah afwenden?\" Zij zeggen: \"Als Allah ons geleid had, zouden wij jullie zeker geleid hebben; het is voor ons hetzelfde, of wij nu klagen. of dat wij geduldig zijn. Er is voor ons geen toevluchtsoord.\"

وَقَالَ ٱلشَّيْطَٰنُ لَمَّا قُضِىَ ٱلْأَمْرُ إِنَّ ٱللَّهَ وَعَدَكُمْ وَعْدَ ٱلْحَقِّ وَوَعَدتُّكُمْ فَأَخْلَفْتُكُمْ ۖ وَمَا كَانَ لِىَ عَلَيْكُم مِّن سُلْطَٰنٍ إِلَّآ أَن دَعَوْتُكُمْ فَٱسْتَجَبْتُمْ لِى ۖ فَلَا تَلُومُونِى وَلُومُوٓا۟ أَنفُسَكُم ۖ مَّآ أَنَا۠ بِمُصْرِخِكُمْ وَمَآ أَنتُم بِمُصْرِخِىَّ ۖ إِنِّى كَفَرْتُ بِمَآ أَشْرَكْتُمُونِ مِن قَبْلُ ۗ إِنَّ ٱلظَّٰلِمِينَ لَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌۭ ﴿٢٢﴾

En satan zal zeggen, nadat het oordeel zal zijn uitgesproken: Waarlijk, God deed u eene belofte van waarheid; ook ik deed u eene belofte, maar ik bedroog u; ik had echter de macht niet om u te dwingen. Maar ik riep u slechts en gij antwoorddet mij: beschuldigt mij dus niet, maar beschuldigt u zelven. Ik kan u niet helpen en gij kunt mij niet bijstaan. Toen gij mij naast God hebt geplaatst, achtte ik mij niet als zijns gelijke. Eene gestrenge straf is den onrechtvaardige bereid.

Leemhuis

De Satan zei, nadat de zaak besloten was: \"Voorwaar, Allah heeft jullie een ware belofte gedaan, en ik heb jullie een belofte gedaan, maar ik liet jullie daarna in de steek. Ik had geen macht over jullie, behalve dat ik jullie heb geroepen, waarop jullie mij gehoorzamnden, verwijt mij daarom niets! Verwijten jullie julliezelf maar. Ik kan jullie niet helpen en jullie kunnen mij niet helpen. Voorwaar. ik verwerp het, dat jullie mij voorheen als deelgenoot (aan Allah) toekenden.\" Voorwaar, voor de onrechtplegers is er een pijnlijke bestraffing.

Siregar

De Satan zei, nadat de zaak besloten was: \"Voorwaar, Allah heeft jullie een ware belofte gedaan, en ik heb jullie een belofte gedaan, maar ik liet jullie daarna in de steek. Ik had geen macht over jullie, behalve dat ik jullie heb geroepen, waarop jullie mij gehoorzamnden, verwijt mij daarom niets! Verwijten jullie julliezelf maar. Ik kan jullie niet helpen en jullie kunnen mij niet helpen. Voorwaar. ik verwerp het, dat jullie mij voorheen als deelgenoot (aan Allah) toekenden.\" Voorwaar, voor de onrechtplegers is er een pijnlijke bestraffing.

وَأُدْخِلَ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّٰلِحَٰتِ جَنَّٰتٍۢ تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَٰرُ خَٰلِدِينَ فِيهَا بِإِذْنِ رَبِّهِمْ ۖ تَحِيَّتُهُمْ فِيهَا سَلَٰمٌ ﴿٢٣﴾

Maar zij die geloofd en rechtvaardig gehandeld hebben, zullen binnen geleid worden, in tuinen die door rivieren worden besproeid; eeuwig zullen zij daarin verblijven, door het verlof van hunnen heer, en zij zullen begroet worden met het woord Vrede.

Leemhuis

En degenen die geloofden en goede daden verrichtten worden de Tuinen (het Paradijs) binnengeleid, waar onder door de rivieren stromen, daarin zullen zij eeuwig levenden zijn, met verlof van hun Heer. Hun begroeting daarin is \"Salâm.\" (Vrede)

Siregar

En degenen die geloofden en goede daden verrichtten worden de Tuinen (het Paradijs) binnengeleid, waar onder door de rivieren stromen, daarin zullen zij eeuwig levenden zijn, met verlof van hun Heer. Hun begroeting daarin is \"Salâm.\" (Vrede)

أَلَمْ تَرَ كَيْفَ ضَرَبَ ٱللَّهُ مَثَلًۭا كَلِمَةًۭ طَيِّبَةًۭ كَشَجَرَةٍۢ طَيِّبَةٍ أَصْلُهَا ثَابِتٌۭ وَفَرْعُهَا فِى ٱلسَّمَآءِ ﴿٢٤﴾

Weet gij niet waarbij God een goed woord vergelijkt? Het is een goede boom; zijne wortels zijn stevig in den grond bevestigd en zijne takken reiken tot den hemel.

Leemhuis

Zie jij niet boe Allah een vergelijking maakt met een goede uitspraak, die als een goede boom is, waarvan de wortel stevig staat en de takken naar de hemel reiken?

Siregar

Zie jij niet boe Allah een vergelijking maakt met een goede uitspraak, die als een goede boom is, waarvan de wortel stevig staat en de takken naar de hemel reiken?

تُؤْتِىٓ أُكُلَهَا كُلَّ حِينٍۭ بِإِذْنِ رَبِّهَا ۗ وَيَضْرِبُ ٱللَّهُ ٱلْأَمْثَالَ لِلنَّاسِ لَعَلَّهُمْ يَتَذَكَّرُونَ ﴿٢٥﴾

Die boom brengt in ieder jaargetijde door des Heeren wil vruchten voort. God spreekt met de menschen door gelijkenissen, opdat zij onderricht zouden mogen worden.

Leemhuis

Hij geeft zijn vruchten in eik seizom, met verlof van zijn Heer. Allah maakt de vergelijkingen voor de mensen. Hopelijk zullen zij er lering uit trekken.

Siregar

Hij geeft zijn vruchten in eik seizom, met verlof van zijn Heer. Allah maakt de vergelijkingen voor de mensen. Hopelijk zullen zij er lering uit trekken.

وَمَثَلُ كَلِمَةٍ خَبِيثَةٍۢ كَشَجَرَةٍ خَبِيثَةٍ ٱجْتُثَّتْ مِن فَوْقِ ٱلْأَرْضِ مَا لَهَا مِن قَرَارٍۢ ﴿٢٦﴾

En de gelijkenis van een slecht woord is een slechte boom, die uit den grond is gescheurd en geene vastheid bezit.

Leemhuis

En de vergelijking met een slechte uitspraak is als die met een slechte boom, die ontworteld op de aarde staat, en die geen stevigheid heeft.

Siregar

En de vergelijking met een slechte uitspraak is als die met een slechte boom, die ontworteld op de aarde staat, en die geen stevigheid heeft.

يُثَبِّتُ ٱللَّهُ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ بِٱلْقَوْلِ ٱلثَّابِتِ فِى ٱلْحَيَوٰةِ ٱلدُّنْيَا وَفِى ٱلْءَاخِرَةِ ۖ وَيُضِلُّ ٱللَّهُ ٱلظَّٰلِمِينَ ۚ وَيَفْعَلُ ٱللَّهُ مَا يَشَآءُ ﴿٢٧﴾

God zal degenen, die gelooven, door het standvastige woord des geloofs, zoowel in dit leven als in het toekomstige, bevestigen; maar God zal den booze in dwaling brengen; want God doet wat hem behaagt.

Leemhuis

Allah venterkt (het geloof van) degenen die geloven met de staadvastige uitspraak tijdens het wereldse leven en in het Hienamaals; en Allah laat de onrechtplegers dwalen en Allah doet wal Hij wil.

Siregar

Allah venterkt (het geloof van) degenen die geloven met de staadvastige uitspraak tijdens het wereldse leven en in het Hienamaals; en Allah laat de onrechtplegers dwalen en Allah doet wal Hij wil.

۞ أَلَمْ تَرَ إِلَى ٱلَّذِينَ بَدَّلُوا۟ نِعْمَتَ ٱللَّهِ كُفْرًۭا وَأَحَلُّوا۟ قَوْمَهُمْ دَارَ ٱلْبَوَارِ ﴿٢٨﴾

Hebt gij hen niet opgemerkt, die Gods genade in ongetrouwheid hebben veranderd, en hun volk in het huis des verderfs hebben doen afdalen;

Leemhuis

Zie jij degenen niet die de genieting van Allah hebben verwisseld voor onteloof, en die hun volk naar het rijk van de ondergang hebben gebracht?

Siregar

Zie jij degenen niet die de genieting van Allah hebben verwisseld voor onteloof, en die hun volk naar het rijk van de ondergang hebben gebracht?

جَهَنَّمَ يَصْلَوْنَهَا ۖ وَبِئْسَ ٱلْقَرَارُ ﴿٢٩﴾

Namelijk is de hel. Zij zullen daarin geworpen worden om te verbranden, en dat zal een ongelukkigen woning zijn.

Leemhuis

De Hel, waarin zij binnengaan, dat is de slechtste verblifpllaats!

Siregar

De Hel, waarin zij binnengaan, dat is de slechtste verblifpllaats!

وَجَعَلُوا۟ لِلَّهِ أَندَادًۭا لِّيُضِلُّوا۟ عَن سَبِيلِهِۦ ۗ قُلْ تَمَتَّعُوا۟ فَإِنَّ مَصِيرَكُمْ إِلَى ٱلنَّارِ ﴿٣٠﴾

Zij richten ook afgodsbeelden op als Gods gelijken, opdat zij de menschen van zijnen weg zouden afleiden. Zeg hun: Geniet de geneugten van dit leven voor eenigen tijd; maar daarna zal uw verblijf in het hellevuur zijn.

Leemhuis

Zij hebben am Allah deelgenoten toegekend, om (de mensen) te doen afdwalen van Zijn Weg. Zeg: \"Genieten jullie maar! Voorwaar, jullie eindbestemming is de Hel.\"

Siregar

Zij hebben am Allah deelgenoten toegekend, om (de mensen) te doen afdwalen van Zijn Weg. Zeg: \"Genieten jullie maar! Voorwaar, jullie eindbestemming is de Hel.\"

قُل لِّعِبَادِىَ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ يُقِيمُوا۟ ٱلصَّلَوٰةَ وَيُنفِقُوا۟ مِمَّا رَزَقْنَٰهُمْ سِرًّۭا وَعَلَانِيَةًۭ مِّن قَبْلِ أَن يَأْتِىَ يَوْمٌۭ لَّا بَيْعٌۭ فِيهِ وَلَا خِلَٰلٌ ﴿٣١﴾

Zeg tot mijne dienaren die geloofd hebben, dat zij volhardend in het gebed moeten zijn, en dat zij aalmoezen moeten schenken van hetgeen wij hun hebben gegeven, zoowel in het geheim, als in het openbaar; alvorens de dag komt, waarop noch koop noch verkoop, noch vriendschap zal bestaan.

Leemhuis

Zeg (O Moehammad) tot mijn dienaren die geloven: \"Onderhoudt de shalât en geeft bijdragen van waar Wij hun rnee voorzien hebben, in het verborgene of openlijk, voordat er een Dag komt, waarop er geen handel en geen boezemvriend zal zijn.\"

Siregar

Zeg (O Moehammad) tot mijn dienaren die geloven: \"Onderhoudt de shalât en geeft bijdragen van waar Wij hun rnee voorzien hebben, in het verborgene of openlijk, voordat er een Dag komt, waarop er geen handel en geen boezemvriend zal zijn.\"

ٱللَّهُ ٱلَّذِى خَلَقَ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضَ وَأَنزَلَ مِنَ ٱلسَّمَآءِ مَآءًۭ فَأَخْرَجَ بِهِۦ مِنَ ٱلثَّمَرَٰتِ رِزْقًۭا لَّكُمْ ۖ وَسَخَّرَ لَكُمُ ٱلْفُلْكَ لِتَجْرِىَ فِى ٱلْبَحْرِ بِأَمْرِهِۦ ۖ وَسَخَّرَ لَكُمُ ٱلْأَنْهَٰرَ ﴿٣٢﴾

God is het die de hemelen en de aarde heeft geschapen en het water van den hemel doet nederdalen, door middel van hetwelk hij vruchten voor uw onderhoud voortbrengt; en door zijn bevel noodzaakt hij de schepen voor uwen dienst op zee te zeilen; ook dwingt hij de rivieren u cijnsbaar te zijn:

Leemhuis

Allah is Degene Die de hemelen en de aarde heefl geschapen en Hij zendt uit de hemel water neer, waarmee Hij dan vruchten voortbrengt als een voorziening voor jullie. En Hij heeft het schip voor jullie dienstbaar gemaakt, opdat het op de zee zal varen op Zijn bevel. Hij maakte voor jullie de rivieren dienstbaar.

Siregar

Allah is Degene Die de hemelen en de aarde heefl geschapen en Hij zendt uit de hemel water neer, waarmee Hij dan vruchten voortbrengt als een voorziening voor jullie. En Hij heeft het schip voor jullie dienstbaar gemaakt, opdat het op de zee zal varen op Zijn bevel. Hij maakte voor jullie de rivieren dienstbaar.

وَسَخَّرَ لَكُمُ ٱلشَّمْسَ وَٱلْقَمَرَ دَآئِبَيْنِ ۖ وَسَخَّرَ لَكُمُ ٱلَّيْلَ وَٱلنَّهَارَ ﴿٣٣﴾

Evenzoo noodzaakt hij de zon en de maan, die hunne loopbanen met ijver afleggen, u te dienen, terwijl hij den dag en den nacht aan uwen dienst heeft onderworpen.

Leemhuis

En Hij maakte voor jullie de zon en de maan dienstbaar, die onophoudelijk (draaien in hun baan). En Hij maakte voor jullie de nacht en de dag dienstbaar.

Siregar

En Hij maakte voor jullie de zon en de maan dienstbaar, die onophoudelijk (draaien in hun baan). En Hij maakte voor jullie de nacht en de dag dienstbaar.

وَءَاتَىٰكُم مِّن كُلِّ مَا سَأَلْتُمُوهُ ۚ وَإِن تَعُدُّوا۟ نِعْمَتَ ٱللَّهِ لَا تُحْصُوهَآ ۗ إِنَّ ٱلْإِنسَٰنَ لَظَلُومٌۭ كَفَّارٌۭ ﴿٣٤﴾

Hij geeft u van alles wat gij hem vraagt, en gij zoudt niet in staat zijn de weldaden op te rekenen, die God u heeft geschonken. Waarlijk, de mensch is onrechtvaardig en ondankbaar.

Leemhuis

En Hij schonk jullie van alles wat jullie Hem vroegen. En als jullie de gunsten van Allah op willen sommen, dan kunnen jullie ze niet tellen. Voorwaar, de mensen zijn zeker onrechtvaardig, ondankbaar.

Siregar

En Hij schonk jullie van alles wat jullie Hem vroegen. En als jullie de gunsten van Allah op willen sommen, dan kunnen jullie ze niet tellen. Voorwaar, de mensen zijn zeker onrechtvaardig, ondankbaar.

وَإِذْ قَالَ إِبْرَٰهِيمُ رَبِّ ٱجْعَلْ هَٰذَا ٱلْبَلَدَ ءَامِنًۭا وَٱجْنُبْنِى وَبَنِىَّ أَن نَّعْبُدَ ٱلْأَصْنَامَ ﴿٣٥﴾

Gedenk, toen Abraham zeide: O Heer! maak dit land tot eene plaats van volkomen veiligheid, en dat ik en mijne kinderen het aanbidden van afgodsbeelden mogen vermijden.

Leemhuis

En toen Ibrâhîm zei: \"Mijn Heer, maak deze stad veilig en houd mij en mijn zonen ervan af dat wij afgoden zouden aanbidden.

Siregar

En toen Ibrâhîm zei: \"Mijn Heer, maak deze stad veilig en houd mij en mijn zonen ervan af dat wij afgoden zouden aanbidden.

رَبِّ إِنَّهُنَّ أَضْلَلْنَ كَثِيرًۭا مِّنَ ٱلنَّاسِ ۖ فَمَن تَبِعَنِى فَإِنَّهُۥ مِنِّى ۖ وَمَنْ عَصَانِى فَإِنَّكَ غَفُورٌۭ رَّحِيمٌۭ ﴿٣٦﴾

Want, o Heer! zij hebben reeds een groot aantal menschen verleid. Wie mij dus volgt, zal tot mij behooren: en omtrent hem die mij niet gehoorzaamt, zult gij genadig en barmhartig zijn.

Leemhuis

Mijn Heer, voorwaar, zij hebben vele mensen doen dwalen. Wie mij dan volgt: voorwaar, die behoort bij mij. En wie mij niet gehoorzaant: voorwaar, U bent Vergevensgezind, Meest Barmbartig.

Siregar

Mijn Heer, voorwaar, zij hebben vele mensen doen dwalen. Wie mij dan volgt: voorwaar, die behoort bij mij. En wie mij niet gehoorzaant: voorwaar, U bent Vergevensgezind, Meest Barmbartig.

رَّبَّنَآ إِنِّىٓ أَسْكَنتُ مِن ذُرِّيَّتِى بِوَادٍ غَيْرِ ذِى زَرْعٍ عِندَ بَيْتِكَ ٱلْمُحَرَّمِ رَبَّنَا لِيُقِيمُوا۟ ٱلصَّلَوٰةَ فَٱجْعَلْ أَفْـِٔدَةًۭ مِّنَ ٱلنَّاسِ تَهْوِىٓ إِلَيْهِمْ وَٱرْزُقْهُم مِّنَ ٱلثَّمَرَٰتِ لَعَلَّهُمْ يَشْكُرُونَ ﴿٣٧﴾

O Heer! ik heb een deel mijner afstammelingen in eene onvruchtbare vallei doen wonen, nabij een heilig huis, o Heer! opdat zij volhardend in het gebed zouden mogen zijn. Vergun dus dat de harten van sommige menschen gunstig voor hen gestemd worden, en schenk hun alle soorten van vruchten, opdat zij dankbaar zouden mogen zijn.

Leemhuis

Onze Heer! Voorwaar, ik heb mijn kinderen achtergelaten in een onbegroeide vallei bij Uw gewijde huis (de Ka'bah). Onze Heer! (ik tiet hen achter) zodat zij de shalât zullen onderhouden, laat daarom de harten van de mensen tot hen neigen, en voorzie hen van vruchten. Hopelijk zullen zij dankbaar zijn.

Siregar

Onze Heer! Voorwaar, ik heb mijn kinderen achtergelaten in een onbegroeide vallei bij Uw gewijde huis (de Ka'bah). Onze Heer! (ik tiet hen achter) zodat zij de shalât zullen onderhouden, laat daarom de harten van de mensen tot hen neigen, en voorzie hen van vruchten. Hopelijk zullen zij dankbaar zijn.

رَبَّنَآ إِنَّكَ تَعْلَمُ مَا نُخْفِى وَمَا نُعْلِنُ ۗ وَمَا يَخْفَىٰ عَلَى ٱللَّهِ مِن شَىْءٍۢ فِى ٱلْأَرْضِ وَلَا فِى ٱلسَّمَآءِ ﴿٣٨﴾

Heer! gij weet alles wat wij verbergen, en alles wat wij openbaren; want voor God is niets verborgen, tenzij op de aarde of in den hemel.

Leemhuis

Onze Heer! Voorwaar, U weet wat wij verbergen en wat wij openlijk doen en et is voor Allah niets verborgen op de aarde en niet in de hemel.

Siregar

Onze Heer! Voorwaar, U weet wat wij verbergen en wat wij openlijk doen en et is voor Allah niets verborgen op de aarde en niet in de hemel.

ٱلْحَمْدُ لِلَّهِ ٱلَّذِى وَهَبَ لِى عَلَى ٱلْكِبَرِ إِسْمَٰعِيلَ وَإِسْحَٰقَ ۚ إِنَّ رَبِّى لَسَمِيعُ ٱلدُّعَآءِ ﴿٣٩﴾

Geloofd zij God, die mij op mijne oude jaren Ismaël en Izaak heeft gegeven; want mijn Heer verhoort de ootmoedige beden.

Leemhuis

Alle lof zij Allah, die mij Isma'îl en Ishaq geschonken heeft, ondanks mijn ouderdom. Voorwaar, mijn Heer verhoort zeker de smeekbeden.

Siregar

Alle lof zij Allah, die mij Isma'îl en Ishaq geschonken heeft, ondanks mijn ouderdom. Voorwaar, mijn Heer verhoort zeker de smeekbeden.

رَبِّ ٱجْعَلْنِى مُقِيمَ ٱلصَّلَوٰةِ وَمِن ذُرِّيَّتِى ۚ رَبَّنَا وَتَقَبَّلْ دُعَآءِ ﴿٤٠﴾

O Heer! vergun dat ik het gebed in acht neme, gelijk een gedeelte mijner nakomelingschap. O Heer! en verhoor mijne bede.

Leemhuis

Mijn Heer, mad mij en mijn nakomelingen onderhouders van de shalât. Onze Heer, verhoor mijn smeekbeden.

Siregar

Mijn Heer, mad mij en mijn nakomelingen onderhouders van de shalât. Onze Heer, verhoor mijn smeekbeden.

رَبَّنَا ٱغْفِرْ لِى وَلِوَٰلِدَىَّ وَلِلْمُؤْمِنِينَ يَوْمَ يَقُومُ ٱلْحِسَابُ ﴿٤١﴾

O Heer! vergeef mij en mijnen ouders en den geloovigen op den dag dat de rekening zal worden opgemaakt.

Leemhuis

Mijn Heer, vergeef mij en mijn ouders en de gelovigen op de Dag waarop de afrekening plaats vindt.\"

Siregar

Mijn Heer, vergeef mij en mijn ouders en de gelovigen op de Dag waarop de afrekening plaats vindt.\"

وَلَا تَحْسَبَنَّ ٱللَّهَ غَٰفِلًا عَمَّا يَعْمَلُ ٱلظَّٰلِمُونَ ۚ إِنَّمَا يُؤَخِّرُهُمْ لِيَوْمٍۢ تَشْخَصُ فِيهِ ٱلْأَبْصَٰرُ ﴿٤٢﴾

Denk niet, o profeet, dat God niet opmerkt wat de goddeloozen doen. Hij stelt slechts hunne straf uit tot den dag, waarop de oogen der menschen op den hemel zullen worden gevestigd.

Leemhuis

En denk niet (O Moehammad) dat Allah achteloos is tegenover wat de onrechtplegers doen. Voorwaar, Hij geeft hun uitstel tot de Dag waarop de ogen verstard openstaan.

Siregar

En denk niet (O Moehammad) dat Allah achteloos is tegenover wat de onrechtplegers doen. Voorwaar, Hij geeft hun uitstel tot de Dag waarop de ogen verstard openstaan.

مُهْطِعِينَ مُقْنِعِى رُءُوسِهِمْ لَا يَرْتَدُّ إِلَيْهِمْ طَرْفُهُمْ ۖ وَأَفْـِٔدَتُهُمْ هَوَآءٌۭ ﴿٤٣﴾

Zij zullen zich haasten vooruit te komen, als de stem des engels tot het oordeel zal oproepen; zij zullen hunne hoofden opheffen, maar zij zullen niet in staat zijn hun gezicht af te wenden van het voorwerp, waarop dat zal zijn gevestigd, en hunne harten zullen ledig wezen.

Leemhuis

Zij hassten zich met opgeheven hoofd, teirwijl hun ogen niet knipperen en terwijl hun harten leeg zijn.

Siregar

Zij hassten zich met opgeheven hoofd, teirwijl hun ogen niet knipperen en terwijl hun harten leeg zijn.

وَأَنذِرِ ٱلنَّاسَ يَوْمَ يَأْتِيهِمُ ٱلْعَذَابُ فَيَقُولُ ٱلَّذِينَ ظَلَمُوا۟ رَبَّنَآ أَخِّرْنَآ إِلَىٰٓ أَجَلٍۢ قَرِيبٍۢ نُّجِبْ دَعْوَتَكَ وَنَتَّبِعِ ٱلرُّسُلَ ۗ أَوَلَمْ تَكُونُوٓا۟ أَقْسَمْتُم مِّن قَبْلُ مَا لَكُم مِّن زَوَالٍۢ ﴿٤٤﴾

Daarom dreig de menschen met den dag, waarop hun de straf zal worden opgelegd. Waarop zij, die onrechtvaardig hebben gehandeld, zullen zeggen: O Heer! geef ons uitstel tot een nabij gelegen tijdstip. En wij zullen uwe oproeping tot het geloof gehoorzamen en uwe gezanten volgen. Maar men zal hun antwoorden: Zwoert gij niet vroeger, dat gij nimmer zoudt veranderen?

Leemhuis

En waarschuw de mensen voor de Dag dat de bestraffing tot hen komt en waarop degenen die onrecht pleegden, zeggen: \"Onze Heer, geef ons uitstel voor een korte tijd, zodat wij aan Uw oproep gehoor geven en de Boodschappers volgen.\" (Tot hen wordt gezegd:) \"Jullie hebben vroeger toch gezworen, dat jullie nimmer zouden sterven?

Siregar

En waarschuw de mensen voor de Dag dat de bestraffing tot hen komt en waarop degenen die onrecht pleegden, zeggen: \"Onze Heer, geef ons uitstel voor een korte tijd, zodat wij aan Uw oproep gehoor geven en de Boodschappers volgen.\" (Tot hen wordt gezegd:) \"Jullie hebben vroeger toch gezworen, dat jullie nimmer zouden sterven?

وَسَكَنتُمْ فِى مَسَٰكِنِ ٱلَّذِينَ ظَلَمُوٓا۟ أَنفُسَهُمْ وَتَبَيَّنَ لَكُمْ كَيْفَ فَعَلْنَا بِهِمْ وَضَرَبْنَا لَكُمُ ٱلْأَمْثَالَ ﴿٤٥﴾

Thans woont gij in de verblijven van hen, die hunne eigene zielen onrechtvaardig hebben behandeld, en het is u duidelijk, hoe wij met hen hebben gehandeld, en wij stelden u hunne vernietiging als voorbeelden.

Leemhuis

En jullie verbleven in woonplaatsen van degenen die zichzelf onrecht aandeden, en het is voor jullie duidelijk geworden hoe Wij hen behandelen. En Wij hebben voor jullie vergelijkingen gemaakt.\"

Siregar

En jullie verbleven in woonplaatsen van degenen die zichzelf onrecht aandeden, en het is voor jullie duidelijk geworden hoe Wij hen behandelen. En Wij hebben voor jullie vergelijkingen gemaakt.\"

وَقَدْ مَكَرُوا۟ مَكْرَهُمْ وَعِندَ ٱللَّهِ مَكْرُهُمْ وَإِن كَانَ مَكْرُهُمْ لِتَزُولَ مِنْهُ ٱلْجِبَالُ ﴿٤٦﴾

Zij gebruiken hunne grootste listen om der waarheid weerstand te bieden; maar hunne list is duidelijk voor God, die in staat is hunne plannen te verijdelen, al waren hunne listen zoo groot, dat de bergen daardoor, konden worden bewogen.

Leemhuis

En waarlij'k, zij hebben hun list beraamd, maar hun list is (bekend) bij Allah. Ondanks dat bun list (zo geweldig was) dat de bergen er door zouden vergaan.

Siregar

En waarlij'k, zij hebben hun list beraamd, maar hun list is (bekend) bij Allah. Ondanks dat bun list (zo geweldig was) dat de bergen er door zouden vergaan.

فَلَا تَحْسَبَنَّ ٱللَّهَ مُخْلِفَ وَعْدِهِۦ رُسُلَهُۥٓ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ عَزِيزٌۭ ذُو ٱنتِقَامٍۢ ﴿٤٧﴾

Denk dus niet, o profeet, dat God zou willen handelen tegen zijne belofte van hulp aan zijne gezanten gedaan; want God is machtig en in staat te wreken.

Leemhuis

Denkt daarom niet dat Allah Zijn belofte zal verbreken aan Zijn Boodschappers. Voorwaar, Allah is de Verhevene en de Bezitter van de Vergelding.

Siregar

Denkt daarom niet dat Allah Zijn belofte zal verbreken aan Zijn Boodschappers. Voorwaar, Allah is de Verhevene en de Bezitter van de Vergelding.

يَوْمَ تُبَدَّلُ ٱلْأَرْضُ غَيْرَ ٱلْأَرْضِ وَٱلسَّمَٰوَٰتُ ۖ وَبَرَزُوا۟ لِلَّهِ ٱلْوَٰحِدِ ٱلْقَهَّارِ ﴿٤٨﴾

De dag zal komen waarop de aarde in eene andere aarde, en de hemelen in andere hemelen zullen worden veranderd; en de anderen zullen uit hunne graven opstaan, om voor den eenigen, den almachtigen God te verschijnen.

Leemhuis

Op de Dag dat de aarde wordt vervangen door een andere aarde, en zo ook de hemelen. En de mensen zullen verschijnen voor Allah, de Ene, de Overweldiger.

Siregar

Op de Dag dat de aarde wordt vervangen door een andere aarde, en zo ook de hemelen. En de mensen zullen verschijnen voor Allah, de Ene, de Overweldiger.

وَتَرَى ٱلْمُجْرِمِينَ يَوْمَئِذٍۢ مُّقَرَّنِينَ فِى ٱلْأَصْفَادِ ﴿٤٩﴾

Dan zult gij de boozen zien, hoe hunne handen en voeten met ketenen beladen zijn.

Leemhuis

En jij zal op die Dag de misdadigers zien, bij eengebonden in ketenen.

Siregar

En jij zal op die Dag de misdadigers zien, bij eengebonden in ketenen.

سَرَابِيلُهُم مِّن قَطِرَانٍۢ وَتَغْشَىٰ وُجُوهَهُمُ ٱلنَّارُ ﴿٥٠﴾

Hunne onderkleederen zullen van pek zijn, en het vuur zal hunne aangezichten bedekken,

Leemhuis

Hun kleding zal van toer zijn en de Hel zal hun gezichten bedekken.

Siregar

Hun kleding zal van toer zijn en de Hel zal hun gezichten bedekken.

لِيَجْزِىَ ٱللَّهُ كُلَّ نَفْسٍۢ مَّا كَسَبَتْ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ سَرِيعُ ٱلْحِسَابِ ﴿٥١﴾

Opdat God iedere ziel vergelde volgens zijne werken; want God is snel in zijne rekeningen.

Leemhuis

Zodat Allah elke ziel zal belonen voor wat zij heeft gedaan. Voorwaar, Allah is snel in de afrekening.

Siregar

Zodat Allah elke ziel zal belonen voor wat zij heeft gedaan. Voorwaar, Allah is snel in de afrekening.

هَٰذَا بَلَٰغٌۭ لِّلنَّاسِ وَلِيُنذَرُوا۟ بِهِۦ وَلِيَعْلَمُوٓا۟ أَنَّمَا هُوَ إِلَٰهٌۭ وَٰحِدٌۭ وَلِيَذَّكَّرَ أُو۟لُوا۟ ٱلْأَلْبَٰبِ ﴿٥٢﴾

Dit is eene voldoende vermaning voor de menschen, opdat zij daardoor zouden gewaarschuwd zijn; dat zij zouden weten, dat er slechts één God is, en dat zij die met verstand zijn begaafd, zouden nadenken.

Leemhuis

Dit is een Verkondiging voor de mensen, opdat zij daardoor gewaarschuwd zullen worden, en opdat zij weten dat Hij de Enige God is en opdat de bezitters van verstand de vermaningen ter harte zullen nemen.

Siregar

Dit is een Verkondiging voor de mensen, opdat zij daardoor gewaarschuwd zullen worden, en opdat zij weten dat Hij de Enige God is en opdat de bezitters van verstand de vermaningen ter harte zullen nemen.