Setting
Surah The Pilgrimage [Al-Hajj] in Dutch
يَٰٓأَيُّهَا ٱلنَّاسُ ٱتَّقُوا۟ رَبَّكُمْ ۚ إِنَّ زَلْزَلَةَ ٱلسَّاعَةِ شَىْءٌ عَظِيمٌۭ ﴿١﴾
O menschen! vreest uwen Heer. Waarlijk, de schok van het laatste uur zal een vreeselijke zaak wezen.
O mensen, vreest jullie Heer. Voorwaar, de beving van het Uur zal een geweldige zaak zijn.
O mensen, vreest jullie Heer. Voorwaar, de beving van het Uur zal een geweldige zaak zijn.
يَوْمَ تَرَوْنَهَا تَذْهَلُ كُلُّ مُرْضِعَةٍ عَمَّآ أَرْضَعَتْ وَتَضَعُ كُلُّ ذَاتِ حَمْلٍ حَمْلَهَا وَتَرَى ٱلنَّاسَ سُكَٰرَىٰ وَمَا هُم بِسُكَٰرَىٰ وَلَٰكِنَّ عَذَابَ ٱللَّهِ شَدِيدٌۭ ﴿٢﴾
Op den dag, waarop gij het zult zien, zal iedere vrouw die zog geeft, het kind vergeten dat zoogt, en iedere zwangere vrouw zal haren last wegwerpen, en gij zult de mannen schijnbaar dronken zien, maar zij zullen niet wezenlijk beschonken wezen; doch de straf van God zal streng zijn.
Op die Dag zullen jullie het zien: ieder zogende vrouw zal haar zuigeling veronachtzamen en iedere zwangere vrouw zal haair vrucht laten vallen. En jij zult de mensen als dronken zien, hoewel zij niet dronken zijn maar de bestraffing van Allah is hard
Op die Dag zullen jullie het zien: ieder zogende vrouw zal haar zuigeling veronachtzamen en iedere zwangere vrouw zal haair vrucht laten vallen. En jij zult de mensen als dronken zien, hoewel zij niet dronken zijn maar de bestraffing van Allah is hard
وَمِنَ ٱلنَّاسِ مَن يُجَٰدِلُ فِى ٱللَّهِ بِغَيْرِ عِلْمٍۢ وَيَتَّبِعُ كُلَّ شَيْطَٰنٍۢ مَّرِيدٍۢ ﴿٣﴾
Er is een man die, zonder kennis, twist nopens God, en iederen oproerigen duivel volgt.
Er zijn er onder de mensen, die over Allah redetwisten, zonder kennis, en zij volgen elke iedere opstandige Satan.
Er zijn er onder de mensen, die over Allah redetwisten, zonder kennis, en zij volgen elke iedere opstandige Satan.
كُتِبَ عَلَيْهِ أَنَّهُۥ مَن تَوَلَّاهُ فَأَنَّهُۥ يُضِلُّهُۥ وَيَهْدِيهِ إِلَىٰ عَذَابِ ٱلسَّعِيرِ ﴿٤﴾
Omtrent hem is geschreven, dat al wie hem tot beschermer zal kiezen, zekerlijk door hem verleid en door hem in de marteling der hel gevoerd zal worden.
Het is hem (de Satan) voorgeschreven dat wie hem volgt, door hem tot dwaling gebracht wordt, en hij leidt hem tot de bestraffing van de Sa'îr (de Hel).
Het is hem (de Satan) voorgeschreven dat wie hem volgt, door hem tot dwaling gebracht wordt, en hij leidt hem tot de bestraffing van de Sa'îr (de Hel).
يَٰٓأَيُّهَا ٱلنَّاسُ إِن كُنتُمْ فِى رَيْبٍۢ مِّنَ ٱلْبَعْثِ فَإِنَّا خَلَقْنَٰكُم مِّن تُرَابٍۢ ثُمَّ مِن نُّطْفَةٍۢ ثُمَّ مِنْ عَلَقَةٍۢ ثُمَّ مِن مُّضْغَةٍۢ مُّخَلَّقَةٍۢ وَغَيْرِ مُخَلَّقَةٍۢ لِّنُبَيِّنَ لَكُمْ ۚ وَنُقِرُّ فِى ٱلْأَرْحَامِ مَا نَشَآءُ إِلَىٰٓ أَجَلٍۢ مُّسَمًّۭى ثُمَّ نُخْرِجُكُمْ طِفْلًۭا ثُمَّ لِتَبْلُغُوٓا۟ أَشُدَّكُمْ ۖ وَمِنكُم مَّن يُتَوَفَّىٰ وَمِنكُم مَّن يُرَدُّ إِلَىٰٓ أَرْذَلِ ٱلْعُمُرِ لِكَيْلَا يَعْلَمَ مِنۢ بَعْدِ عِلْمٍۢ شَيْـًۭٔا ۚ وَتَرَى ٱلْأَرْضَ هَامِدَةًۭ فَإِذَآ أَنزَلْنَا عَلَيْهَا ٱلْمَآءَ ٱهْتَزَّتْ وَرَبَتْ وَأَنۢبَتَتْ مِن كُلِّ زَوْجٍۭ بَهِيجٍۢ ﴿٥﴾
O menschen! indien gij in twijfel verkeert nopens de opstanding, neemt dan in overweging, dat wij u het eerst schiepen uit stof der aarde, daarna van zaad, daarna van een weinig gestold bloed, daarna van een stuk vleesch, voor een gedeelte volkomen en voor een gedeelte onvolkomen gevormd, ten einde onze macht duidelijk voor u te maken; en wij deden wat wij verkozen in den schoot blijven, tot den bepaalden tijd der verlossing. Daarna brachten wij u, als kinderen voort; vervolgens veroorloofden wij u, uwen ouderdom van volle kracht te bereiken; de een uwer sterft in zijne jeugd en een ander uwer is uitgesteld tot een hoogen ouderdom, zoo dat hij alles vergeet wat hij wist. Gij zaagt de aarde somtijds opgedroogd en onvruchtbaar; maar indien wij den regen daarop nederzenden, wordt zij in beweging gebracht en zwelt op, en brengt alle soorten van weelderige planten voort.
O mensen, als jullie in twijfel verkeren over de Opstanding: voorwaar, Wij schiepen jullie uit aarde, vervolgens uit sperma, daarop uiteen bloedklonter, toen uit een vleesklomp, gevormd en niet gevormd; om aan jullie (de schepping) duidelijk te maken. En Wij laten in de baarmoeder rusten wat Wij willen, tot een bepaald tijdstip, waarna Wij voor jullie een kind (de baarmoeder) doen verlaten Daarop (is er een tijd) om jullie je leefkijd van volledige kracht te doen bereiken. En er zijn er onder jullie die weggenomen worden en er zijn er onder jullie die teruggevoerd worden tot de meest vervallen der leeftijden, zodat hij niets meer weet, na kennis (gehad te hebben). En je ziet de aarde verdord en wanneer Wij dan het water op haar doen neerdalen, beweegt zij zich en zwelt op en brengt velerlei schitterende planten voort.
O mensen, als jullie in twijfel verkeren over de Opstanding: voorwaar, Wij schiepen jullie uit aarde, vervolgens uit sperma, daarop uiteen bloedklonter, toen uit een vleesklomp, gevormd en niet gevormd; om aan jullie (de schepping) duidelijk te maken. En Wij laten in de baarmoeder rusten wat Wij willen, tot een bepaald tijdstip, waarna Wij voor jullie een kind (de baarmoeder) doen verlaten Daarop (is er een tijd) om jullie je leefkijd van volledige kracht te doen bereiken. En er zijn er onder jullie die weggenomen worden en er zijn er onder jullie die teruggevoerd worden tot de meest vervallen der leeftijden, zodat hij niets meer weet, na kennis (gehad te hebben). En je ziet de aarde verdord en wanneer Wij dan het water op haar doen neerdalen, beweegt zij zich en zwelt op en brengt velerlei schitterende planten voort.
ذَٰلِكَ بِأَنَّ ٱللَّهَ هُوَ ٱلْحَقُّ وَأَنَّهُۥ يُحْىِ ٱلْمَوْتَىٰ وَأَنَّهُۥ عَلَىٰ كُلِّ شَىْءٍۢ قَدِيرٌۭ ﴿٦﴾
Dit toont, dat God de waardheid is; dat hij de dooden ten leven opwekt en dat hij almachtig is.
Dat is omdat Allah de Waarheid is en omdat Hij de doden tot leven brengt en omdat Hij Almachtig over alle zaken is.
Dat is omdat Allah de Waarheid is en omdat Hij de doden tot leven brengt en omdat Hij Almachtig over alle zaken is.
وَأَنَّ ٱلسَّاعَةَ ءَاتِيَةٌۭ لَّا رَيْبَ فِيهَا وَأَنَّ ٱللَّهَ يَبْعَثُ مَن فِى ٱلْقُبُورِ ﴿٧﴾
Dat het uur des oordeels zekerlijk zal komen, daaraan is geen twijfel en dat God hen zal opwekken die zich in de graven bevinden.
En omdat het Uur komt, daaraan is geen twijfel, en omdat Allah degenen die er in de graven zijn zal opwekken.
En omdat het Uur komt, daaraan is geen twijfel, en omdat Allah degenen die er in de graven zijn zal opwekken.
وَمِنَ ٱلنَّاسِ مَن يُجَٰدِلُ فِى ٱللَّهِ بِغَيْرِ عِلْمٍۢ وَلَا هُدًۭى وَلَا كِتَٰبٍۢ مُّنِيرٍۢ ﴿٨﴾
Er is een man die nopens God twist, zonder een boek dat hem verlicht.
En er zijn er onder de mensen die over Allah redetwisten, zonder kennis, zonder Leiding en zonder verlichtend Boek.
En er zijn er onder de mensen die over Allah redetwisten, zonder kennis, zonder Leiding en zonder verlichtend Boek.
ثَانِىَ عِطْفِهِۦ لِيُضِلَّ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ ۖ لَهُۥ فِى ٱلدُّنْيَا خِزْىٌۭ ۖ وَنُذِيقُهُۥ يَوْمَ ٱلْقِيَٰمَةِ عَذَابَ ٱلْحَرِيقِ ﴿٩﴾
Hij wendt zich trotsch af, ten einde de menschen van Gods weg af te leiden. Schande zal hem in deze wereld wachten; en op den dag der opstanding zullen wij hem de marteling der verbranding doen ondergaan.
(Trots) zijn zijde toekerend om af te doen dwalen van de Weg van Allah: voor hem is er op de wereld vermedering en Wij doen hem op de Dag der Opstanding een brandende bestraffing proeven.
(Trots) zijn zijde toekerend om af te doen dwalen van de Weg van Allah: voor hem is er op de wereld vermedering en Wij doen hem op de Dag der Opstanding een brandende bestraffing proeven.
ذَٰلِكَ بِمَا قَدَّمَتْ يَدَاكَ وَأَنَّ ٱللَّهَ لَيْسَ بِظَلَّٰمٍۢ لِّلْعَبِيدِ ﴿١٠﴾
Dan zal tot hem gezegd worden: Dit ondergaat hij om hetgeen uwe handen vroeger bedreven; want God is niet onrechtvaardig nopens den mensch.
(Er wordt gezegd:) \"Dat is vanwege wat jouw handen vooruitgestuurd hebben.\" En voorwaar, Allah is niet onrechtvardig voor de dienaren.
(Er wordt gezegd:) \"Dat is vanwege wat jouw handen vooruitgestuurd hebben.\" En voorwaar, Allah is niet onrechtvardig voor de dienaren.
وَمِنَ ٱلنَّاسِ مَن يَعْبُدُ ٱللَّهَ عَلَىٰ حَرْفٍۢ ۖ فَإِنْ أَصَابَهُۥ خَيْرٌ ٱطْمَأَنَّ بِهِۦ ۖ وَإِنْ أَصَابَتْهُ فِتْنَةٌ ٱنقَلَبَ عَلَىٰ وَجْهِهِۦ خَسِرَ ٱلدُّنْيَا وَٱلْءَاخِرَةَ ۚ ذَٰلِكَ هُوَ ٱلْخُسْرَانُ ٱلْمُبِينُ ﴿١١﴾
Er zijn sommige menschen die God op eene wankelende wijze dienen, staande als bij de grens van den waren godsdienst. Indien aan een van hen goed wedervaart, is hij voldaan, maar indien hem eenige beproeving overkomt, wendt hij zich af, met verlies in deze en in de volgende wereld. Dit is een duidelijk verderf.
En er zijn eronder mensen die Allah op de rand aanbidden: als hem iets goeds overkomt is hij daar tevreden mee, maar als hem een beproeving ten deel valt, wendt hij zijn gezicht weer af: hij verliest de wereld en het Hiernamals. Dat is het duidelijke verlies!
En er zijn eronder mensen die Allah op de rand aanbidden: als hem iets goeds overkomt is hij daar tevreden mee, maar als hem een beproeving ten deel valt, wendt hij zijn gezicht weer af: hij verliest de wereld en het Hiernamals. Dat is het duidelijke verlies!
يَدْعُوا۟ مِن دُونِ ٱللَّهِ مَا لَا يَضُرُّهُۥ وَمَا لَا يَنفَعُهُۥ ۚ ذَٰلِكَ هُوَ ٱلضَّلَٰلُ ٱلْبَعِيدُ ﴿١٢﴾
Hij zal dus naast God aanroepen, wat hem deren noch bevoordeelen kan. Dit is eene dwaling die van de waarheid verwijdert.
Hij roept naast Allah aan wat voor hem geen schade tegenhoudt en hem ook van geen nut is: dat is een verpande dwaling!
Hij roept naast Allah aan wat voor hem geen schade tegenhoudt en hem ook van geen nut is: dat is een verpande dwaling!
يَدْعُوا۟ لَمَن ضَرُّهُۥٓ أَقْرَبُ مِن نَّفْعِهِۦ ۚ لَبِئْسَ ٱلْمَوْلَىٰ وَلَبِئْسَ ٱلْعَشِيرُ ﴿١٣﴾
Hij zal dengeen aanroepen, die hem veeleer verderfelijk dan voordeelig is. Dit is zeker een ellendige beschermer, en een ellendige makker.
Hij roept iets aan waarvan zijn schade dichter bij zijn nut is. Zeker, een slechte helper, en zeker een slechte metgezel!
Hij roept iets aan waarvan zijn schade dichter bij zijn nut is. Zeker, een slechte helper, en zeker een slechte metgezel!
إِنَّ ٱللَّهَ يُدْخِلُ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّٰلِحَٰتِ جَنَّٰتٍۢ تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَٰرُ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ يَفْعَلُ مَا يُرِيدُ ﴿١٤﴾
Maar God zal hen die gelooven en goede werken verrichten, in tuinen leiden, waarin rivieren stroomen; want God doet wat hem behaagt.
Voorwaar, Allah doet degenen die geloven en goede daden verrichten de Tuinen (het Paradijs) binnengan, waar de rivieren onder door stromen. Voorwaar, Allah doet wat Hij wenst.
Voorwaar, Allah doet degenen die geloven en goede daden verrichten de Tuinen (het Paradijs) binnengan, waar de rivieren onder door stromen. Voorwaar, Allah doet wat Hij wenst.
مَن كَانَ يَظُنُّ أَن لَّن يَنصُرَهُ ٱللَّهُ فِى ٱلدُّنْيَا وَٱلْءَاخِرَةِ فَلْيَمْدُدْ بِسَبَبٍ إِلَى ٱلسَّمَآءِ ثُمَّ لْيَقْطَعْ فَلْيَنظُرْ هَلْ يُذْهِبَنَّ كَيْدُهُۥ مَا يَغِيظُ ﴿١٥﴾
Laat hij, die denkt dat God zijn gezant in deze wereld en in het toekomstige leven geene hulp zal verleenen, een touw aan den hemel bevestigen en laat hem daarna een eind aan zijn leven maken, en hij zal zien, of zijne kunstgrepen datgene de uitwerking kunnen benemen, welke hem toornig maakt.
En wie denkt dat Allah hem (Moehammad) niet zal helpen in de wereld en het Hiernamaals, laat hem een koord naar de hemel spannen en laat hem (zichzelf) dan afsnijden. Laat hem dan zien of zijn list dat wat woedend maakte doet verdwijnen!
En wie denkt dat Allah hem (Moehammad) niet zal helpen in de wereld en het Hiernamaals, laat hem een koord naar de hemel spannen en laat hem (zichzelf) dan afsnijden. Laat hem dan zien of zijn list dat wat woedend maakte doet verdwijnen!
وَكَذَٰلِكَ أَنزَلْنَٰهُ ءَايَٰتٍۭ بَيِّنَٰتٍۢ وَأَنَّ ٱللَّهَ يَهْدِى مَن يُرِيدُ ﴿١٦﴾
Zoo zonden wij den Koran neder, zijnde duidelijke teekens; want God leidt wie hem behaagt.
En zo hebben Wij hem (de Koran) neergezonden, als duidelijke Verzen. En voorwaar, Allah leidt wie Hij wenst.
En zo hebben Wij hem (de Koran) neergezonden, als duidelijke Verzen. En voorwaar, Allah leidt wie Hij wenst.
إِنَّ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَٱلَّذِينَ هَادُوا۟ وَٱلصَّٰبِـِٔينَ وَٱلنَّصَٰرَىٰ وَٱلْمَجُوسَ وَٱلَّذِينَ أَشْرَكُوٓا۟ إِنَّ ٱللَّهَ يَفْصِلُ بَيْنَهُمْ يَوْمَ ٱلْقِيَٰمَةِ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ عَلَىٰ كُلِّ شَىْءٍۢ شَهِيدٌ ﴿١٧﴾
Wat de ware geloovigen betreft, en de Joden, de Sabbeïsten, de Christenen, de Magiërs en de afgodendienaars, waarlijk God zal op den dag der opstanding tusschen hen richten; want God is getuige van alle dingen.
Voorwaar, degenen die geloven en de Joden en de Sabiërs en de Christenen en de magiërs en degenen die deelgenoten (aan Allah) toekennen: voorwaar, Allah zal tussen hen oordelen op de Dag der Opstanding. Voorwaar, Allah is van alle zaken Getuige.
Voorwaar, degenen die geloven en de Joden en de Sabiërs en de Christenen en de magiërs en degenen die deelgenoten (aan Allah) toekennen: voorwaar, Allah zal tussen hen oordelen op de Dag der Opstanding. Voorwaar, Allah is van alle zaken Getuige.
أَلَمْ تَرَ أَنَّ ٱللَّهَ يَسْجُدُ لَهُۥ مَن فِى ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَمَن فِى ٱلْأَرْضِ وَٱلشَّمْسُ وَٱلْقَمَرُ وَٱلنُّجُومُ وَٱلْجِبَالُ وَٱلشَّجَرُ وَٱلدَّوَآبُّ وَكَثِيرٌۭ مِّنَ ٱلنَّاسِ ۖ وَكَثِيرٌ حَقَّ عَلَيْهِ ٱلْعَذَابُ ۗ وَمَن يُهِنِ ٱللَّهُ فَمَا لَهُۥ مِن مُّكْرِمٍ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ يَفْعَلُ مَا يَشَآءُ ۩ ﴿١٨﴾
Bemerkt gij niet dat alle schepselen, zoowel in den hemel als op de aarde God aanbidden; de zon, de maan, de sterren, de bergen, de boomen, de dieren en een groot gedeelte der menschen? Maar velen hebben eene kastijding verdiend. En hij dien God verachtelijk zal hebben gemaakt, zal door niemand vereerd worden; want God doet wat hem behaagt.
Zie jij dan niet dat alles zich voor Allah neerknielt wat er in de hemel en op de aarde is, en de zon en de maan en de sterren en de bergen en de bomen en de dieren en een groot deel van de mensen? Maar voor velen is de bestraffing verplicht. En wie er door Allah vemederd wordt: voor hem zijn erdan geen eerbewijzers. Voorwaar, Allah doet wat Hij wil.
Zie jij dan niet dat alles zich voor Allah neerknielt wat er in de hemel en op de aarde is, en de zon en de maan en de sterren en de bergen en de bomen en de dieren en een groot deel van de mensen? Maar voor velen is de bestraffing verplicht. En wie er door Allah vemederd wordt: voor hem zijn erdan geen eerbewijzers. Voorwaar, Allah doet wat Hij wil.
۞ هَٰذَانِ خَصْمَانِ ٱخْتَصَمُوا۟ فِى رَبِّهِمْ ۖ فَٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ قُطِّعَتْ لَهُمْ ثِيَابٌۭ مِّن نَّارٍۢ يُصَبُّ مِن فَوْقِ رُءُوسِهِمُ ٱلْحَمِيمُ ﴿١٩﴾
Er zijn twee tegenovergestelde partijen, die nopens hunnen Heer twisten. En zij die niet gelooven, zullen met kleederen van vuur omhangen worden, en kokend water zal op hunne hoofden gegoten worden.
Dit zijn twee tegenstanders die over hun Heer twisten. Voor degenen die niet geloven zulten daarom gewaden uit vuur gesneden worden, van boven hun hoofden zal kokend water worden uitgegoten.
Dit zijn twee tegenstanders die over hun Heer twisten. Voor degenen die niet geloven zulten daarom gewaden uit vuur gesneden worden, van boven hun hoofden zal kokend water worden uitgegoten.
يُصْهَرُ بِهِۦ مَا فِى بُطُونِهِمْ وَٱلْجُلُودُ ﴿٢٠﴾
Hunne ingewanden en hunne huiden zullen daardoor verteerd,
Wat zich in hun buiken bevindt zal erdoor smelten en (ook) de huiden.
Wat zich in hun buiken bevindt zal erdoor smelten en (ook) de huiden.
وَلَهُم مَّقَٰمِعُ مِنْ حَدِيدٍۢ ﴿٢١﴾
Een zij zullen met ijzeren staven geslagen worden.
En voor ben zijn er knotsen van ijzer.
En voor ben zijn er knotsen van ijzer.
كُلَّمَآ أَرَادُوٓا۟ أَن يَخْرُجُوا۟ مِنْهَا مِنْ غَمٍّ أُعِيدُوا۟ فِيهَا وَذُوقُوا۟ عَذَابَ ٱلْحَرِيقِ ﴿٢٢﴾
Zoo dikwijls zij, door de smart hunner martelingen, zullen trachten de hel te verlaten, zullen zij daar weder worden teruggebracht en hunne pijnigers zullen tot hen zeggen: Ondergaat de pijn der verbranding.
Telkens wanneer zij van ellende eruit willen gaan, worden zij erin teruggebracht (en wordt gezegd:) \"Proeft de brandende bestraffing!\"
Telkens wanneer zij van ellende eruit willen gaan, worden zij erin teruggebracht (en wordt gezegd:) \"Proeft de brandende bestraffing!\"
إِنَّ ٱللَّهَ يُدْخِلُ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّٰلِحَٰتِ جَنَّٰتٍۢ تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَٰرُ يُحَلَّوْنَ فِيهَا مِنْ أَسَاوِرَ مِن ذَهَبٍۢ وَلُؤْلُؤًۭا ۖ وَلِبَاسُهُمْ فِيهَا حَرِيرٌۭ ﴿٢٣﴾
God zal hen die gelooven en rechtvaardig handelen, in tuinen voeren, waarin rivieren stroomen; zij zullen daar versierd worden met gouden armbanden en paarlen, en hunne kleederen zullen van zijde wezen.
Voorwaar, Allah zal degenen die geloven en goede daden verrichten de Tuinen (het Paradijs) binnen doen gaan, waar de rivieren onder doof stromen. Daarin zullen zij gesierd worden met gouden armbanden en parels en hun kleding er in is van zijde.
Voorwaar, Allah zal degenen die geloven en goede daden verrichten de Tuinen (het Paradijs) binnen doen gaan, waar de rivieren onder doof stromen. Daarin zullen zij gesierd worden met gouden armbanden en parels en hun kleding er in is van zijde.
وَهُدُوٓا۟ إِلَى ٱلطَّيِّبِ مِنَ ٱلْقَوْلِ وَهُدُوٓا۟ إِلَىٰ صِرَٰطِ ٱلْحَمِيدِ ﴿٢٤﴾
Zij worden tot goede woorden en op een heerlijken weg geleid.
En zij werden geleid tot het goede van het gesprokene en zij werden geleid op het Pad van de Geprezene.
En zij werden geleid tot het goede van het gesprokene en zij werden geleid op het Pad van de Geprezene.
إِنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ وَيَصُدُّونَ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ وَٱلْمَسْجِدِ ٱلْحَرَامِ ٱلَّذِى جَعَلْنَٰهُ لِلنَّاسِ سَوَآءً ٱلْعَٰكِفُ فِيهِ وَٱلْبَادِ ۚ وَمَن يُرِدْ فِيهِ بِإِلْحَادٍۭ بِظُلْمٍۢ نُّذِقْهُ مِنْ عَذَابٍ أَلِيمٍۢ ﴿٢٥﴾
Maar zij die ongeloovig zullen wezen, den weg van God versperren en de menschen verhinderen, den heiligen tempel van Mekka te bezoeken, welke wij hebben aangewezen tot eene plaats van aanbidding voor alle menschen; want zoowel de inwoners als de vreemdelingen hebben een gelijk recht dien te bezoeken. En wie trachten zal dien op goddelooze wijze te ontheiligen, hen zullen wij een gestrenge straf doen lijden.
Voorwaar, degenen die niet geloven en van de Weg van Allah en de Masdjid al Harâm (de gewijde Moskee in Mekkah) afhouden, die Wij voof alle mensen gemaakt hebben; zowel de inwoner van daar als degene van buiten: en wie wenst daar het slechte te doen door onrechtpleging, hem zullen Wij een pijnlijke bestraffing doen proeven.
Voorwaar, degenen die niet geloven en van de Weg van Allah en de Masdjid al Harâm (de gewijde Moskee in Mekkah) afhouden, die Wij voof alle mensen gemaakt hebben; zowel de inwoner van daar als degene van buiten: en wie wenst daar het slechte te doen door onrechtpleging, hem zullen Wij een pijnlijke bestraffing doen proeven.
وَإِذْ بَوَّأْنَا لِإِبْرَٰهِيمَ مَكَانَ ٱلْبَيْتِ أَن لَّا تُشْرِكْ بِى شَيْـًۭٔا وَطَهِّرْ بَيْتِىَ لِلطَّآئِفِينَ وَٱلْقَآئِمِينَ وَٱلرُّكَّعِ ٱلسُّجُودِ ﴿٢٦﴾
Herinner u, dat wij de plek van het gebouw van den Caaba tot een verblijf aan Abraham gaven, zeggende: Vereenig niets met mij, en houdt mijn huis rein voor hen die het bezoeken, en die opstaan en nederbuigen om te aanbidden.
En toen Wij voor Ibrâhîm de plaats vastelden van het Huis (zeiden Wij:) \"Ken Mij in niets deelgenoten toe en reinig Mijn Huis voor de rondgaanden en de buigenden en de knielenden.
En toen Wij voor Ibrâhîm de plaats vastelden van het Huis (zeiden Wij:) \"Ken Mij in niets deelgenoten toe en reinig Mijn Huis voor de rondgaanden en de buigenden en de knielenden.
وَأَذِّن فِى ٱلنَّاسِ بِٱلْحَجِّ يَأْتُوكَ رِجَالًۭا وَعَلَىٰ كُلِّ ضَامِرٍۢ يَأْتِينَ مِن كُلِّ فَجٍّ عَمِيقٍۢ ﴿٢٧﴾
En verkondig het volk een plechtigen pelgrimstocht. Laten zij te voet of op snel loopende kameelen uit verwijderde streken tot u komen.
En verkondig onder de mensen de Haddj, zij zullen te voet naar jou komen of op magere kamelen, van elke vergelegen plek.
En verkondig onder de mensen de Haddj, zij zullen te voet naar jou komen of op magere kamelen, van elke vergelegen plek.
لِّيَشْهَدُوا۟ مَنَٰفِعَ لَهُمْ وَيَذْكُرُوا۟ ٱسْمَ ٱللَّهِ فِىٓ أَيَّامٍۢ مَّعْلُومَٰتٍ عَلَىٰ مَا رَزَقَهُم مِّنۢ بَهِيمَةِ ٱلْأَنْعَٰمِ ۖ فَكُلُوا۟ مِنْهَا وَأَطْعِمُوا۟ ٱلْبَآئِسَ ٱلْفَقِيرَ ﴿٢٨﴾
Opdat zij getuigen mogen zijn van de voordeelen die voor hen voortspruiten uit het bezoeken van deze heilige plaats, en dat zij den naam van God mogen herdenken op de bepaalde dagen, uit dankbaarheid voor de kudden, welke hij hun heeft geschonken. Eet dus daarvan, en voedt den nooddruftige en den arme.
Zodat zij getuigen zijn van de voordelen voor hen. En de Naam van Allah uitspreken op de bekende dagen over het slachtvee waarmee Hij hen voorzien heeft. Eet er daarom van en voedt de arme behoeftige.
Zodat zij getuigen zijn van de voordelen voor hen. En de Naam van Allah uitspreken op de bekende dagen over het slachtvee waarmee Hij hen voorzien heeft. Eet er daarom van en voedt de arme behoeftige.
ثُمَّ لْيَقْضُوا۟ تَفَثَهُمْ وَلْيُوفُوا۟ نُذُورَهُمْ وَلْيَطَّوَّفُوا۟ بِٱلْبَيْتِ ٱلْعَتِيقِ ﴿٢٩﴾
Laat hen daarna een einde maken aan de achteloosheid nopens hunne personen, en laat hen hunne geloften voldoen en om het oude huis trekken.
Dan moeten zij (de omgeving van) haar onreinheid reinigen en kun geloften vervullen een rondgang maken om het Aloudc Huis.\" (al Bait al 'Atîq)
Dan moeten zij (de omgeving van) haar onreinheid reinigen en kun geloften vervullen een rondgang maken om het Aloudc Huis.\" (al Bait al 'Atîq)
ذَٰلِكَ وَمَن يُعَظِّمْ حُرُمَٰتِ ٱللَّهِ فَهُوَ خَيْرٌۭ لَّهُۥ عِندَ رَبِّهِۦ ۗ وَأُحِلَّتْ لَكُمُ ٱلْأَنْعَٰمُ إِلَّا مَا يُتْلَىٰ عَلَيْكُمْ ۖ فَٱجْتَنِبُوا۟ ٱلرِّجْسَ مِنَ ٱلْأَوْثَٰنِ وَٱجْتَنِبُوا۟ قَوْلَ ٱلزُّورِ ﴿٣٠﴾
Laat hen dit doen. En wie de heilige geboden van God in acht zal nemen, zal eene belooning bij God vinden. Alle soorten van vee zijn u geoorloofd te eten, uitgenomen wat u reeds in vroegere plaatsen van den Koran als verboden is voorgelezen. Ontvliedt den gruwel der afgoden en vermijdt onwaarheid te spreken.
Dat is het, en wie de gewijde zaken van Allah eert: dat is beter voor hem bij zijn Heer. Aan jullie is het vee toegestaan, behalve wat is voorgelezen aan jullie. Dus vermijdt de onreinheid van de afgoden en vermijdt het spreken van het valse.
Dat is het, en wie de gewijde zaken van Allah eert: dat is beter voor hem bij zijn Heer. Aan jullie is het vee toegestaan, behalve wat is voorgelezen aan jullie. Dus vermijdt de onreinheid van de afgoden en vermijdt het spreken van het valse.
حُنَفَآءَ لِلَّهِ غَيْرَ مُشْرِكِينَ بِهِۦ ۚ وَمَن يُشْرِكْ بِٱللَّهِ فَكَأَنَّمَا خَرَّ مِنَ ٱلسَّمَآءِ فَتَخْطَفُهُ ٱلطَّيْرُ أَوْ تَهْوِى بِهِ ٱلرِّيحُ فِى مَكَانٍۢ سَحِيقٍۢ ﴿٣١﴾
Weest God onderworpen en vereenigt geene andere goden met hem; want wie een ander met God verbindt, is gelijk aan datgene, wat van den hemel valt, wat de vogels wegvoeren of de wind naar eene ver verwijderde plaats overbrengt.
Als Hoenafâ tegenover Allah, zonder Hem deelgenoten toe te kennen, want wie aan Allah deelgenoten toekent is als iemand die uit de hemel valt, en dan dom de vogels wordt weggegrist of door de wind wordt geblazen naar een afgelegen plek.
Als Hoenafâ tegenover Allah, zonder Hem deelgenoten toe te kennen, want wie aan Allah deelgenoten toekent is als iemand die uit de hemel valt, en dan dom de vogels wordt weggegrist of door de wind wordt geblazen naar een afgelegen plek.
ذَٰلِكَ وَمَن يُعَظِّمْ شَعَٰٓئِرَ ٱللَّهِ فَإِنَّهَا مِن تَقْوَى ٱلْقُلُوبِ ﴿٣٢﴾
Dit is zoo. Wie Gods gedenkteekenen eerbiedigt, verricht eene daad die uit de vroomheid des harten ontspruit.
Zo is het, en wie de gewijde Tekenen van Allah eer bewijst: voorwaar, dat is door het vrezen (van Allah) in de harten.
Zo is het, en wie de gewijde Tekenen van Allah eer bewijst: voorwaar, dat is door het vrezen (van Allah) in de harten.
لَكُمْ فِيهَا مَنَٰفِعُ إِلَىٰٓ أَجَلٍۢ مُّسَمًّۭى ثُمَّ مَحِلُّهَآ إِلَى ٱلْبَيْتِ ٱلْعَتِيقِ ﴿٣٣﴾
Gij verkrijgt verschillende voordeelen van het vee, tot offeranden aangewezen, tot den tijd voor de slachting bepaald; en de plaats der offerande zal in het oude huis zijn.
Voor jullie zijn daarin voordelen voor een vastgestelde periode; vervolgens is er de offerplaats hij het Aloude Huis.
Voor jullie zijn daarin voordelen voor een vastgestelde periode; vervolgens is er de offerplaats hij het Aloude Huis.
وَلِكُلِّ أُمَّةٍۢ جَعَلْنَا مَنسَكًۭا لِّيَذْكُرُوا۟ ٱسْمَ ٱللَّهِ عَلَىٰ مَا رَزَقَهُم مِّنۢ بَهِيمَةِ ٱلْأَنْعَٰمِ ۗ فَإِلَٰهُكُمْ إِلَٰهٌۭ وَٰحِدٌۭ فَلَهُۥٓ أَسْلِمُوا۟ ۗ وَبَشِّرِ ٱلْمُخْبِتِينَ ﴿٣٤﴾
Voor de belijders van iederen godsdienst hebben wij verschillende riten vastgesteld, opdat zij den naam van God zouden mogen herdenken bij het slachten van het vee, dat hij voor hen heeft geschapen. Uw God is een eenig God, onderwerp u dus geheel aan hem en breng goede tijdingen aan hen, die zich ootmoedig betoonen.
En voor iedere gemeenschap hebben Wij godsdienstige gebruiken (om te offoren) vastgesteld, opdat zij de Nam van Allah zullen uitspreken over het vee, waarmee Hij hen voorzien heeft. En jullie god is de Ène God, aan Hem geven jullie je daarom over. En brengt verheugende tijdingen am ben die zich overgaven.
En voor iedere gemeenschap hebben Wij godsdienstige gebruiken (om te offoren) vastgesteld, opdat zij de Nam van Allah zullen uitspreken over het vee, waarmee Hij hen voorzien heeft. En jullie god is de Ène God, aan Hem geven jullie je daarom over. En brengt verheugende tijdingen am ben die zich overgaven.
ٱلَّذِينَ إِذَا ذُكِرَ ٱللَّهُ وَجِلَتْ قُلُوبُهُمْ وَٱلصَّٰبِرِينَ عَلَىٰ مَآ أَصَابَهُمْ وَٱلْمُقِيمِى ٱلصَّلَوٰةِ وَمِمَّا رَزَقْنَٰهُمْ يُنفِقُونَ ﴿٣٥﴾
Wier harten, als Gods naam wordt vermeld, door vrees, worden getroffen, en hun, die geduldig doorstaan wat hun overkomt, die hunne gebeden in acht nemen, en aalmoezen geven van hetgeen wij hun hebben geschonken.
Degenen waarvan, als de Naam van Allah genoemd wordt de harten trillen en die geduldigen zijn met wat ben treft en die de shalât onderhouden en uitgeven van dat waar Wij hen mee voorzien hebben.
Degenen waarvan, als de Naam van Allah genoemd wordt de harten trillen en die geduldigen zijn met wat ben treft en die de shalât onderhouden en uitgeven van dat waar Wij hen mee voorzien hebben.
وَٱلْبُدْنَ جَعَلْنَٰهَا لَكُم مِّن شَعَٰٓئِرِ ٱللَّهِ لَكُمْ فِيهَا خَيْرٌۭ ۖ فَٱذْكُرُوا۟ ٱسْمَ ٱللَّهِ عَلَيْهَا صَوَآفَّ ۖ فَإِذَا وَجَبَتْ جُنُوبُهَا فَكُلُوا۟ مِنْهَا وَأَطْعِمُوا۟ ٱلْقَانِعَ وَٱلْمُعْتَرَّ ۚ كَذَٰلِكَ سَخَّرْنَٰهَا لَكُمْ لَعَلَّكُمْ تَشْكُرُونَ ﴿٣٦﴾
De kameelen voor offeranden gedood, hebben wij u aangewezen als zinnebeelden van uwe gehoorzaamheid aan God; ook verkrijgt gij andere voordeelen van hen. Herdenk dus den naam van God over hen, als gij hen doodt, in de juiste orde op hunne voeten staande, en als zij dood zijn nedergevallen eet dan er van, en geef er van te eten, zoowel aan hem, die tevreden is met hetgeen hem gegeven wordt, zonder dat hij vraagt, als aan hem die vraagt. Zoo hebben wij u de oppermacht over hen gegeven, opdat gij ons dankbaar zoudt zijn.
En de kamelen (om te offeren) hebben Wij voor jullie gemaakt als behorend tot de gewijde Tekenen van Allah, daarin is goeds, voor jullie. Spreekt daarom de Naam van Allah over hen uit als zij in rijen staan (om geslacht te worden). En wanneer zij op hun zij vallen, eet dan van hen en voedt wie daar nederig om vraagt en de bedelaar. Zo hebben Wij ben aan jullie dienstbaar gemaakt. Hopelijk zullen jullie dankbaar zijn.
En de kamelen (om te offeren) hebben Wij voor jullie gemaakt als behorend tot de gewijde Tekenen van Allah, daarin is goeds, voor jullie. Spreekt daarom de Naam van Allah over hen uit als zij in rijen staan (om geslacht te worden). En wanneer zij op hun zij vallen, eet dan van hen en voedt wie daar nederig om vraagt en de bedelaar. Zo hebben Wij ben aan jullie dienstbaar gemaakt. Hopelijk zullen jullie dankbaar zijn.
لَن يَنَالَ ٱللَّهَ لُحُومُهَا وَلَا دِمَآؤُهَا وَلَٰكِن يَنَالُهُ ٱلتَّقْوَىٰ مِنكُمْ ۚ كَذَٰلِكَ سَخَّرَهَا لَكُمْ لِتُكَبِّرُوا۟ ٱللَّهَ عَلَىٰ مَا هَدَىٰكُمْ ۗ وَبَشِّرِ ٱلْمُحْسِنِينَ ﴿٣٧﴾
Hun vleesch wordt niet door God aangenomen, noch hun bloed, maar uwe vroomheid wordt door hem aangenomen. Zoo hebben wij u de oppermacht over hen gegeven, opdat gij God zoudt verheerlijken voor de openbaringen, waardoor hij u heeft geleid. En breng den rechtvaardige de goede tijding.
Het is niet hun vlees en niet hun bloed dat Allah bereikt, maar wat Hem bereikt is de vrees (voor Hem). Zo heeft Hij hen aan jullie dienstbaar gemaakt, opdat jullie Allah verheerlijken omdat Hij jullie leidde. En breng verheugende tijdingen aan de weldoeners.
Het is niet hun vlees en niet hun bloed dat Allah bereikt, maar wat Hem bereikt is de vrees (voor Hem). Zo heeft Hij hen aan jullie dienstbaar gemaakt, opdat jullie Allah verheerlijken omdat Hij jullie leidde. En breng verheugende tijdingen aan de weldoeners.
۞ إِنَّ ٱللَّهَ يُدَٰفِعُ عَنِ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ لَا يُحِبُّ كُلَّ خَوَّانٍۢ كَفُورٍ ﴿٣٨﴾
Dat God de kwade voornemens der ongeloovigen tegen de ware geloovigen zal verijdelen; want God bemint de booze ongeloovigen niet.
Voorwaar, Allah zal degenen die geloven verdedigen. Voorwaar, Allah houdt van geen enkele ongelovige verrader.
Voorwaar, Allah zal degenen die geloven verdedigen. Voorwaar, Allah houdt van geen enkele ongelovige verrader.
أُذِنَ لِلَّذِينَ يُقَٰتَلُونَ بِأَنَّهُمْ ظُلِمُوا۟ ۚ وَإِنَّ ٱللَّهَ عَلَىٰ نَصْرِهِمْ لَقَدِيرٌ ﴿٣٩﴾
Aan hen is verlof gegeven, de wapenen tegen de ongeloovigen op te vatten, als zij onrechtvaardig door hen vervolgd worden (en God is zekerlijk in staat hen te ondersteunen).
Toestemming (om te vechten) is gegeven aan degenen die bevochten worden, omdat zij met onrecht behandeld worden. En voorwaar, Allah is zeker bij machte hen te helpen.
Toestemming (om te vechten) is gegeven aan degenen die bevochten worden, omdat zij met onrecht behandeld worden. En voorwaar, Allah is zeker bij machte hen te helpen.
ٱلَّذِينَ أُخْرِجُوا۟ مِن دِيَٰرِهِم بِغَيْرِ حَقٍّ إِلَّآ أَن يَقُولُوا۟ رَبُّنَا ٱللَّهُ ۗ وَلَوْلَا دَفْعُ ٱللَّهِ ٱلنَّاسَ بَعْضَهُم بِبَعْضٍۢ لَّهُدِّمَتْ صَوَٰمِعُ وَبِيَعٌۭ وَصَلَوَٰتٌۭ وَمَسَٰجِدُ يُذْكَرُ فِيهَا ٱسْمُ ٱللَّهِ كَثِيرًۭا ۗ وَلَيَنصُرَنَّ ٱللَّهُ مَن يَنصُرُهُۥٓ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ لَقَوِىٌّ عَزِيزٌ ﴿٤٠﴾
Die onrechtvaardig uit hunne woningen werden verjaagd, en om geene andere redenen, dan dat zij zeggen: Onze Heer is God! Indien God het geweld van sommige menschen niet door andere had verijdeld, waarlijk, dan zouden kloosters, kerken, synagogen en de tempels der Moslems, waarin de naam van God dikwijls wordt herdacht, geheel verwoest zijn. En God zal zekerlijk dengeen ondersteunen, die zich aan zijne zijde zal bevinden; want God is sterk en machtig.
(Zij zijn) degenen die zonder recht zijn verdreven uit hun huizen, alleen maar omdat zij zeiden: \"Onze Heer is Allah.\" En als Allah de mensen niet van elkaar weerhield, waren kloosters, kerken en synagogen en moskeeën waarin de Naam van Allah vaak genoemd wordt, zeker verwoest. En Allah zal zeker hen helpen die Item (Zijn godsdienst) helpen. Voorwaar, Allah is zeker Sterk, Geweldig.
(Zij zijn) degenen die zonder recht zijn verdreven uit hun huizen, alleen maar omdat zij zeiden: \"Onze Heer is Allah.\" En als Allah de mensen niet van elkaar weerhield, waren kloosters, kerken en synagogen en moskeeën waarin de Naam van Allah vaak genoemd wordt, zeker verwoest. En Allah zal zeker hen helpen die Item (Zijn godsdienst) helpen. Voorwaar, Allah is zeker Sterk, Geweldig.
ٱلَّذِينَ إِن مَّكَّنَّٰهُمْ فِى ٱلْأَرْضِ أَقَامُوا۟ ٱلصَّلَوٰةَ وَءَاتَوُا۟ ٱلزَّكَوٰةَ وَأَمَرُوا۟ بِٱلْمَعْرُوفِ وَنَهَوْا۟ عَنِ ٱلْمُنكَرِ ۗ وَلِلَّهِ عَٰقِبَةُ ٱلْأُمُورِ ﴿٤١﴾
En hij zal degenen ondersteunen, die, als wij hen op aarde nederzetten, het gebed in acht nemen en aalmoezen geven, en bevelen wat rechtvaardig en verbieden wat onrechtvaardig is. En aan God staat het einde van alle dingen.
(Zij zijn) degenen die, als Wij hen macht geven op aarde, de shalât onderhouden en de zakât betalen en het goede bevelen en het verwerpelijke verbieden. En het einde van alle zaken rust bij Allah.
(Zij zijn) degenen die, als Wij hen macht geven op aarde, de shalât onderhouden en de zakât betalen en het goede bevelen en het verwerpelijke verbieden. En het einde van alle zaken rust bij Allah.
وَإِن يُكَذِّبُوكَ فَقَدْ كَذَّبَتْ قَبْلَهُمْ قَوْمُ نُوحٍۢ وَعَادٌۭ وَثَمُودُ ﴿٤٢﴾
Indien zij u, o Mahomet! van bedrog beschuldigen, neem dan in aanmerking, dat, vóór hen, het volk van Noach en de stammen van Ad en Thamoed
En wanneer zij jou loochenen (O Moehammad): waarlijk, het volk van Nôeh en de 'Âd en de Tsamôcd loochenden (hun Profeten) vóór hen.
En wanneer zij jou loochenen (O Moehammad): waarlijk, het volk van Nôeh en de 'Âd en de Tsamôcd loochenden (hun Profeten) vóór hen.
وَقَوْمُ إِبْرَٰهِيمَ وَقَوْمُ لُوطٍۢ ﴿٤٣﴾
En het volk van Abraham en het volk van Lot
En het volk van Ibrâhîm en het volk van Lôeth.
En het volk van Ibrâhîm en het volk van Lôeth.
وَأَصْحَٰبُ مَدْيَنَ ۖ وَكُذِّبَ مُوسَىٰ فَأَمْلَيْتُ لِلْكَٰفِرِينَ ثُمَّ أَخَذْتُهُمْ ۖ فَكَيْفَ كَانَ نَكِيرِ ﴿٤٤﴾
En de bewoners van Madian hunne profeten van bedrog beschuldigden; ook Mozes werd van leugen beschuldigd; en ik verleende een groot uitstel aan de ongeloovigen, maar daarna kastijdde ik hen; en hoe vreeselijk was de verandering welke ik in hunnen toestand bracht!
En de bewoners van Madyan. En Môesa werd geloochend. Toen gaf Ik uitstel aan de ongelovigen, vervolgens bestrafte Ik hen. En hoe was mijn afkeuring?
En de bewoners van Madyan. En Môesa werd geloochend. Toen gaf Ik uitstel aan de ongelovigen, vervolgens bestrafte Ik hen. En hoe was mijn afkeuring?
فَكَأَيِّن مِّن قَرْيَةٍ أَهْلَكْنَٰهَا وَهِىَ ظَالِمَةٌۭ فَهِىَ خَاوِيَةٌ عَلَىٰ عُرُوشِهَا وَبِئْرٍۢ مُّعَطَّلَةٍۢ وَقَصْرٍۢ مَّشِيدٍ ﴿٤٥﴾
Hoevele steden hebben wij verwoest, die goddeloos waren en die thans onder hare eigene bouwvallen zijn begraven. En hoevele bronnen en trotsche kasteelen werden er niet verlaten?
En hoeveel steden hebben Wij niet vernietigd omdat zij onrecht pleegden waarop zij tot de bodem toe geruïneerd zijn? En (hoeveel) bronnen die verwaarloosd zijn en hoge kastelen (zijn er niet verlaten)?
En hoeveel steden hebben Wij niet vernietigd omdat zij onrecht pleegden waarop zij tot de bodem toe geruïneerd zijn? En (hoeveel) bronnen die verwaarloosd zijn en hoge kastelen (zijn er niet verlaten)?
أَفَلَمْ يَسِيرُوا۟ فِى ٱلْأَرْضِ فَتَكُونَ لَهُمْ قُلُوبٌۭ يَعْقِلُونَ بِهَآ أَوْ ءَاذَانٌۭ يَسْمَعُونَ بِهَا ۖ فَإِنَّهَا لَا تَعْمَى ٱلْأَبْصَٰرُ وَلَٰكِن تَعْمَى ٱلْقُلُوبُ ٱلَّتِى فِى ٱلصُّدُورِ ﴿٤٦﴾
Reisden zij niet door het land? En hebben zij geene harten om er mede te begrijpen, en ooren om er mede te hooren? Waarlijk, hunne oogen zijn voor deze niet blind, maar de harten, die zich in hunne borsten bevinden zijn blind.
Hebben zij dan niet rondgereisd op de aarde, zodat zij harten kregen om te begrijpen of oren om mee te horen? Voorwaar, de ogen zijn niet blind, maar de harten in hun binnengen zijn blind.
Hebben zij dan niet rondgereisd op de aarde, zodat zij harten kregen om te begrijpen of oren om mee te horen? Voorwaar, de ogen zijn niet blind, maar de harten in hun binnengen zijn blind.
وَيَسْتَعْجِلُونَكَ بِٱلْعَذَابِ وَلَن يُخْلِفَ ٱللَّهُ وَعْدَهُۥ ۚ وَإِنَّ يَوْمًا عِندَ رَبِّكَ كَأَلْفِ سَنَةٍۢ مِّمَّا تَعُدُّونَ ﴿٤٧﴾
Zij zullen bij u er op aandringen, de bedreigde straf te verhaasten; maar God zal niet nalaten te volbrengen waarmede hij heeft bedreigd. Een dag met uwen Heer staat gelijk met duizend jaren uwer berekening.
En zij vragen jou om de bestraffing te bespoedigen, Allah zet zijn belofte nooit breken. En voorwaar, één dag bij jouw Heer is als duizend jaren, zoals jullie berekenen.
En zij vragen jou om de bestraffing te bespoedigen, Allah zet zijn belofte nooit breken. En voorwaar, één dag bij jouw Heer is als duizend jaren, zoals jullie berekenen.
وَكَأَيِّن مِّن قَرْيَةٍ أَمْلَيْتُ لَهَا وَهِىَ ظَالِمَةٌۭ ثُمَّ أَخَذْتُهَا وَإِلَىَّ ٱلْمَصِيرُ ﴿٤٨﴾
Aan hoevele steden gaf ik niet uitstel? maar zij waren goddeloos. Doch daarna kastijdde ik haar; en tot mij zullen zij komen, om op den laatsten dag geoordeeld te worden.
En hoeveel steden heb ik geen uitstel gegeven, terwijl zij onrecht pleegden, waarna Ik hen bestrafte. En tot Mij is de terugkeer.
En hoeveel steden heb ik geen uitstel gegeven, terwijl zij onrecht pleegden, waarna Ik hen bestrafte. En tot Mij is de terugkeer.
قُلْ يَٰٓأَيُّهَا ٱلنَّاسُ إِنَّمَآ أَنَا۠ لَكُمْ نَذِيرٌۭ مُّبِينٌۭ ﴿٤٩﴾
Zeg: O menschen! waarlijk, ik ben slechts een openbaar prediker onder u.
Zeg (O Moehammad): \"O mensen, voorwaar, ik ben slechts een duidelijke waarschuwer voor jullie.\"
Zeg (O Moehammad): \"O mensen, voorwaar, ik ben slechts een duidelijke waarschuwer voor jullie.\"
فَٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّٰلِحَٰتِ لَهُم مَّغْفِرَةٌۭ وَرِزْقٌۭ كَرِيمٌۭ ﴿٥٠﴾
En zij die gelooven en goede werken doen, zullen vergiffenis en eene heerlijke belooning verwerven.
Degenen die geloven en goede daden verrichten, voor hen is er vergeving en een weldadige voorziening.
Degenen die geloven en goede daden verrichten, voor hen is er vergeving en een weldadige voorziening.
وَٱلَّذِينَ سَعَوْا۟ فِىٓ ءَايَٰتِنَا مُعَٰجِزِينَ أُو۟لَٰٓئِكَ أَصْحَٰبُ ٱلْجَحِيمِ ﴿٥١﴾
Maar zij die trachten onze teekenen krachteloos te maken, zullen bewoners der hel zijn.
En degenen die proberen Onze Verzen te ontkrachten: zij zullen de bewoners van Djahîm (de Hel) zijn.\"
En degenen die proberen Onze Verzen te ontkrachten: zij zullen de bewoners van Djahîm (de Hel) zijn.\"
وَمَآ أَرْسَلْنَا مِن قَبْلِكَ مِن رَّسُولٍۢ وَلَا نَبِىٍّ إِلَّآ إِذَا تَمَنَّىٰٓ أَلْقَى ٱلشَّيْطَٰنُ فِىٓ أُمْنِيَّتِهِۦ فَيَنسَخُ ٱللَّهُ مَا يُلْقِى ٱلشَّيْطَٰنُ ثُمَّ يُحْكِمُ ٱللَّهُ ءَايَٰتِهِۦ ۗ وَٱللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌۭ ﴿٥٢﴾
Wij hebben geen' gezant of profeet vóór u gezonden, of als hij las, gaf Satan hem eene verkeerde gedachte in. Maar God zal nietig maken wat Satan hun inblaast, en God zal zijne teekens bevestigen; want God is alwetend en wijs.
En Wij hebben geen enkele Boodschapper of Profeet vóór jullie gestuurd zonder dat, wanneer hij (de Koran) voordroeg, de Satan iets in zijn voorlezing wierp, maar Allah heft wat de Satan erin wierp op. Vervolgens bevestigt Allah Zijn Verzen. En Allah is Alwetend, Alwijs.
En Wij hebben geen enkele Boodschapper of Profeet vóór jullie gestuurd zonder dat, wanneer hij (de Koran) voordroeg, de Satan iets in zijn voorlezing wierp, maar Allah heft wat de Satan erin wierp op. Vervolgens bevestigt Allah Zijn Verzen. En Allah is Alwetend, Alwijs.
لِّيَجْعَلَ مَا يُلْقِى ٱلشَّيْطَٰنُ فِتْنَةًۭ لِّلَّذِينَ فِى قُلُوبِهِم مَّرَضٌۭ وَٱلْقَاسِيَةِ قُلُوبُهُمْ ۗ وَإِنَّ ٱلظَّٰلِمِينَ لَفِى شِقَاقٍۭ بَعِيدٍۢ ﴿٥٣﴾
Maar God veroorlooft het te doen, opdat de ingevingen van Satan eene beproeving zouden zijn voor hen, wier hart door ziekte is aangedaan en wier boezem verhard is (want waarlijk de goddeloozen zijn ver van de waarheid verwijderd).
Zodat Hij wat de Satan inwerpt als een beproeving maakt voor degenen in wiens harten er een ziekte is en wiens harten verhard zijn. En voorwaar, de onrerhtvaardigen zijn sterk vijandig.
Zodat Hij wat de Satan inwerpt als een beproeving maakt voor degenen in wiens harten er een ziekte is en wiens harten verhard zijn. En voorwaar, de onrerhtvaardigen zijn sterk vijandig.
وَلِيَعْلَمَ ٱلَّذِينَ أُوتُوا۟ ٱلْعِلْمَ أَنَّهُ ٱلْحَقُّ مِن رَّبِّكَ فَيُؤْمِنُوا۟ بِهِۦ فَتُخْبِتَ لَهُۥ قُلُوبُهُمْ ۗ وَإِنَّ ٱللَّهَ لَهَادِ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ إِلَىٰ صِرَٰطٍۢ مُّسْتَقِيمٍۢ ﴿٥٤﴾
Opdat zij wien verstand werd geschonken, zouden mogen weten, dat dit boek de waarheid van hunnen Heer is en zij daarin zouden gelooven, en opdat hunne harten daarop zouden vertrouwen; want waarlijk, God is de leider op den rechten weg van hen die gelooven.
En zodat degenen die kennis gegeven is, zullen weten dat het de Waarheid van jouw Heer is, zodat zij erin geloven en zij hun harten aan Hem onderwerpen. En voorwaar, Allah zal de gelovigen zeker leiden op een recht Pad.
En zodat degenen die kennis gegeven is, zullen weten dat het de Waarheid van jouw Heer is, zodat zij erin geloven en zij hun harten aan Hem onderwerpen. En voorwaar, Allah zal de gelovigen zeker leiden op een recht Pad.
وَلَا يَزَالُ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ فِى مِرْيَةٍۢ مِّنْهُ حَتَّىٰ تَأْتِيَهُمُ ٱلسَّاعَةُ بَغْتَةً أَوْ يَأْتِيَهُمْ عَذَابُ يَوْمٍ عَقِيمٍ ﴿٥٥﴾
Maar de ongeloovigen zullen niet ophouden daaraan te twijfelen, tot dat het uur des oordeels plotseling over hen zal komen, of dat de straf van een droevigen dag hen overvalt.
Maar degenen die niet geloven zullen erover in twijfel blijven, totdat het Uur onverwachts tot hen komt of de bestraffing van een ellendige Dag hen treft.
Maar degenen die niet geloven zullen erover in twijfel blijven, totdat het Uur onverwachts tot hen komt of de bestraffing van een ellendige Dag hen treft.
ٱلْمُلْكُ يَوْمَئِذٍۢ لِّلَّهِ يَحْكُمُ بَيْنَهُمْ ۚ فَٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّٰلِحَٰتِ فِى جَنَّٰتِ ٱلنَّعِيمِ ﴿٥٦﴾
Op dien dag zal het koninkrijk Gods zijn; hij zal tusschen hen richten. En zij die beloofd zullen hebben, en rechtvaardigheid uitgeoefend, zullen in tuinen des vermaaks verblijf houden.
De heerschappij op die Dag behoort aan Allah. Hij zal tussen hen oordelen. Daarop zullen degenen die geloven en gmde daden verrichten in de Tuinen van gelukzaligheid (het Paradijs) zijn.
De heerschappij op die Dag behoort aan Allah. Hij zal tussen hen oordelen. Daarop zullen degenen die geloven en gmde daden verrichten in de Tuinen van gelukzaligheid (het Paradijs) zijn.
وَٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ وَكَذَّبُوا۟ بِـَٔايَٰتِنَا فَأُو۟لَٰٓئِكَ لَهُمْ عَذَابٌۭ مُّهِينٌۭ ﴿٥٧﴾
Maar zij die niet geloofd zullen hebben en onze teekenen van valschheid hebben beschuldigd, zullen eene schandelijke straf ondergaan.
En degenen die niet geloven en Onze Verzen loochenen: zij zijn degenen voor wie er een vernederende bestraffing is.
En degenen die niet geloven en Onze Verzen loochenen: zij zijn degenen voor wie er een vernederende bestraffing is.
وَٱلَّذِينَ هَاجَرُوا۟ فِى سَبِيلِ ٱللَّهِ ثُمَّ قُتِلُوٓا۟ أَوْ مَاتُوا۟ لَيَرْزُقَنَّهُمُ ٱللَّهُ رِزْقًا حَسَنًۭا ۚ وَإِنَّ ٱللَّهَ لَهُوَ خَيْرُ ٱلرَّٰزِقِينَ ﴿٥٨﴾
En wat hen betreft, die hunne woning zullen hebben verlaten voor de zaak van Gods waar geloof, en daarna gedood of gestorven zullen zijn, aan dezen zal God eene uitmuntende belooning geven; en God is de beste belooner.
En degenen die op de Weg van Allah uitwijken en vervolgens gedood worden of sterven. Allah zal hen zeker voorzien van een goede voorziening. Voorwaar, Allah is de Beste van de Voorzieners.
En degenen die op de Weg van Allah uitwijken en vervolgens gedood worden of sterven. Allah zal hen zeker voorzien van een goede voorziening. Voorwaar, Allah is de Beste van de Voorzieners.
لَيُدْخِلَنَّهُم مُّدْخَلًۭا يَرْضَوْنَهُۥ ۗ وَإِنَّ ٱللَّهَ لَعَلِيمٌ حَلِيمٌۭ ﴿٥٩﴾
Hij zal hen het paradijs binnenleiden, op eene wijze die hun behagen zal; want God is wijs en genadig. Zoo is het.
Hij zal hen zeker een plaats laten binnengaan, die hen behaagt. Voorwaar, Allah is zeker Alwetend, Zachtmoedig.
Hij zal hen zeker een plaats laten binnengaan, die hen behaagt. Voorwaar, Allah is zeker Alwetend, Zachtmoedig.
۞ ذَٰلِكَ وَمَنْ عَاقَبَ بِمِثْلِ مَا عُوقِبَ بِهِۦ ثُمَّ بُغِىَ عَلَيْهِ لَيَنصُرَنَّهُ ٱللَّهُ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ لَعَفُوٌّ غَفُورٌۭ ﴿٦٠﴾
Wie eene wraak zal nemen gelijk aan de schade welke hem werd toegebracht, en daarna onrechtvaardig zal worden behandeld, waarlijk God zal hem ondersteunen; want God is barmhartig en vergevensgezind.
Zo is het. En wie straft met het gelijke van dat waar hij mee gestraft is en dan opnieuw onrechtvaardig behandeld wordt: Allah zal hen zeker helpen. Voorwaar, Allah is zeker Vergevend, Vergevensgezind.
Zo is het. En wie straft met het gelijke van dat waar hij mee gestraft is en dan opnieuw onrechtvaardig behandeld wordt: Allah zal hen zeker helpen. Voorwaar, Allah is zeker Vergevend, Vergevensgezind.
ذَٰلِكَ بِأَنَّ ٱللَّهَ يُولِجُ ٱلَّيْلَ فِى ٱلنَّهَارِ وَيُولِجُ ٱلنَّهَارَ فِى ٱلَّيْلِ وَأَنَّ ٱللَّهَ سَمِيعٌۢ بَصِيرٌۭ ﴿٦١﴾
Dit zal gedaan worden, dewijl God den nacht op den dag en den dag op den nacht doet volgen, en omdat God zoo wel hoort als ziet.
Dat is omdat Allah de nacht doet overgaan in de dag en de dag doet overgaan in de nacht. En omdat Allah zeker Alhorend, Alziend is.
Dat is omdat Allah de nacht doet overgaan in de dag en de dag doet overgaan in de nacht. En omdat Allah zeker Alhorend, Alziend is.
ذَٰلِكَ بِأَنَّ ٱللَّهَ هُوَ ٱلْحَقُّ وَأَنَّ مَا يَدْعُونَ مِن دُونِهِۦ هُوَ ٱلْبَٰطِلُ وَأَنَّ ٱللَّهَ هُوَ ٱلْعَلِىُّ ٱلْكَبِيرُ ﴿٦٢﴾
Dit is omdat God waarheid is, en dewijl hetgeen zij naast hem aanroepen, ijdelheid is, en omdat God de verhevene, de machtige is.
Dat is omdat Allah de Waarheid is en omdat wat zij naast Hem aanroepen vals is en omdat Allah de Verhevene, de Grootste is.
Dat is omdat Allah de Waarheid is en omdat wat zij naast Hem aanroepen vals is en omdat Allah de Verhevene, de Grootste is.
أَلَمْ تَرَ أَنَّ ٱللَّهَ أَنزَلَ مِنَ ٱلسَّمَآءِ مَآءًۭ فَتُصْبِحُ ٱلْأَرْضُ مُخْضَرَّةً ۗ إِنَّ ٱللَّهَ لَطِيفٌ خَبِيرٌۭ ﴿٦٣﴾
Ziet gij niet, dat God water van den hemel nederzendt en dat de aarde groen wordt? want God is barmhartig en wijs.
Zie jij niet dat Allah water uit de hemelen doet neerdalen? Zo wordt de aarde groen. Voorwaar, Allah is zeker Zachtmoedig, Alwetend.
Zie jij niet dat Allah water uit de hemelen doet neerdalen? Zo wordt de aarde groen. Voorwaar, Allah is zeker Zachtmoedig, Alwetend.
لَّهُۥ مَا فِى ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَمَا فِى ٱلْأَرْضِ ۗ وَإِنَّ ٱللَّهَ لَهُوَ ٱلْغَنِىُّ ٱلْحَمِيدُ ﴿٦٤﴾
Aan hem behoort alles wat in den hemel en op de aarde is, en God volstaat in zich zelven, en is waardig geprezen te worden.
Aan Hem behoort wat er in de hemelen en op de aarde is. En voorwaar, Allah is zeker de Behoefteloze, de Geprezene.
Aan Hem behoort wat er in de hemelen en op de aarde is. En voorwaar, Allah is zeker de Behoefteloze, de Geprezene.
أَلَمْ تَرَ أَنَّ ٱللَّهَ سَخَّرَ لَكُم مَّا فِى ٱلْأَرْضِ وَٱلْفُلْكَ تَجْرِى فِى ٱلْبَحْرِ بِأَمْرِهِۦ وَيُمْسِكُ ٱلسَّمَآءَ أَن تَقَعَ عَلَى ٱلْأَرْضِ إِلَّا بِإِذْنِهِۦٓ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ بِٱلنَّاسِ لَرَءُوفٌۭ رَّحِيمٌۭ ﴿٦٥﴾
Ziet gij niet, dat God alles wat op de aarde is en de schepen, die op de zee zeilen, door zijn bevel aan uwen dienst heeft onderworpen? Hij ondersteunt den hemel, dat die niet dan op zijn verlof op de aarde nedervalle: want God is genadig omtrent den mensch en barmhartig.
Zie jij niet dat Allah alles op de aarde en de schepen die over de zeeën rondvaren op zijn bevel aan jullie dienstbaar heeft gemaakt? En dat Hij de hemelen weerhoudt op de aarde te vallen, alleen maar door Zijn toestemming? Voorwaar, Allah is voor de mensen zeker Zachtmoedig, Meest Bamhartig.
Zie jij niet dat Allah alles op de aarde en de schepen die over de zeeën rondvaren op zijn bevel aan jullie dienstbaar heeft gemaakt? En dat Hij de hemelen weerhoudt op de aarde te vallen, alleen maar door Zijn toestemming? Voorwaar, Allah is voor de mensen zeker Zachtmoedig, Meest Bamhartig.
وَهُوَ ٱلَّذِىٓ أَحْيَاكُمْ ثُمَّ يُمِيتُكُمْ ثُمَّ يُحْيِيكُمْ ۗ إِنَّ ٱلْإِنسَٰنَ لَكَفُورٌۭ ﴿٦٦﴾
Hij is het die u leven heeft gegeven, en u later zal doen sterven, daarna zal hij u bij de opstanding tot het leven doen verrijzen; maar waarlijk de mensch is ondankbaar.
En Hij is het Die jullie doet leven en dan doet sterven en jullie vervolgens doet leven. Voorwaar, de mens is zeker ondankbaar.
En Hij is het Die jullie doet leven en dan doet sterven en jullie vervolgens doet leven. Voorwaar, de mens is zeker ondankbaar.
لِّكُلِّ أُمَّةٍۢ جَعَلْنَا مَنسَكًا هُمْ نَاسِكُوهُ ۖ فَلَا يُنَٰزِعُنَّكَ فِى ٱلْأَمْرِ ۚ وَٱدْعُ إِلَىٰ رَبِّكَ ۖ إِنَّكَ لَعَلَىٰ هُدًۭى مُّسْتَقِيمٍۢ ﴿٦٧﴾
Voor de belijders van iederen godsdienst hebben wij zekere gebruiken vastgesteld, welke zij in acht moeten nemen. Laten zij dus niet met u daarover twisten, maar noodig hen tot uwen Heer; want gij volgt den rechten weg.
Voor iedere gemeenschap hebben Wij godsdienstige gebruiken vastgesteld, die zij moeten volgen. Laat hen daarom niet met jou over de zaak twisten, en roep op tot jouw Heer: voorwaar, jij volgt zeker rechte Leiding.
Voor iedere gemeenschap hebben Wij godsdienstige gebruiken vastgesteld, die zij moeten volgen. Laat hen daarom niet met jou over de zaak twisten, en roep op tot jouw Heer: voorwaar, jij volgt zeker rechte Leiding.
وَإِن جَٰدَلُوكَ فَقُلِ ٱللَّهُ أَعْلَمُ بِمَا تَعْمَلُونَ ﴿٦٨﴾
Maar indien zij in woordenwisseling met u treden, antwoord: God weet wel wat gij doet;
En als zij met jou twisten zeg dan: \"Allah weet beter wat jullie doen.\"
En als zij met jou twisten zeg dan: \"Allah weet beter wat jullie doen.\"
ٱللَّهُ يَحْكُمُ بَيْنَكُمْ يَوْمَ ٱلْقِيَٰمَةِ فِيمَا كُنتُمْ فِيهِ تَخْتَلِفُونَ ﴿٦٩﴾
God zal tusschen u richten op den dag der opstanding, nopens datgene waarover gij thans verschilt.
Allah zal op de Dag der Opstanding onder jullie oordelen over dat waarover jullie plachten te redetwistten.
Allah zal op de Dag der Opstanding onder jullie oordelen over dat waarover jullie plachten te redetwistten.
أَلَمْ تَعْلَمْ أَنَّ ٱللَّهَ يَعْلَمُ مَا فِى ٱلسَّمَآءِ وَٱلْأَرْضِ ۗ إِنَّ ذَٰلِكَ فِى كِتَٰبٍ ۚ إِنَّ ذَٰلِكَ عَلَى ٱللَّهِ يَسِيرٌۭ ﴿٧٠﴾
Weet gij niet dat God alles kent wat in den hemel en op aarde is? Waarlijk, dit is geschreven in het boek zijner besluiten, en dit is God gemakkelijk.
Weet jij niet dat Allah weet wat er in de hemelen en op de aarde is? Voorwaar, dat is in een Boek (Lauhoelmahfôezh). Voorwaar, dat is voor Allah gemakkelijk.
Weet jij niet dat Allah weet wat er in de hemelen en op de aarde is? Voorwaar, dat is in een Boek (Lauhoelmahfôezh). Voorwaar, dat is voor Allah gemakkelijk.
وَيَعْبُدُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ مَا لَمْ يُنَزِّلْ بِهِۦ سُلْطَٰنًۭا وَمَا لَيْسَ لَهُم بِهِۦ عِلْمٌۭ ۗ وَمَا لِلظَّٰلِمِينَ مِن نَّصِيرٍۢ ﴿٧١﴾
Zij aanbidden naast God datgene, waaromtrent hij geen overtuigend bewijs heeft nedergezonden, en waarvan zij geene kennis bezitten, maar de onrechtvaardigen zullen niemand ter hunner ondersteuning hebben.
En zij aanbidden naast Allah dat waarover Hij geen bewijs neergezonden heeft en waarover zij geen kennis hebben. En voor de onrechtplegers zal ef geen helper zijn.
En zij aanbidden naast Allah dat waarover Hij geen bewijs neergezonden heeft en waarover zij geen kennis hebben. En voor de onrechtplegers zal ef geen helper zijn.
وَإِذَا تُتْلَىٰ عَلَيْهِمْ ءَايَٰتُنَا بَيِّنَٰتٍۢ تَعْرِفُ فِى وُجُوهِ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ ٱلْمُنكَرَ ۖ يَكَادُونَ يَسْطُونَ بِٱلَّذِينَ يَتْلُونَ عَلَيْهِمْ ءَايَٰتِنَا ۗ قُلْ أَفَأُنَبِّئُكُم بِشَرٍّۢ مِّن ذَٰلِكُمُ ۗ ٱلنَّارُ وَعَدَهَا ٱللَّهُ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ ۖ وَبِئْسَ ٱلْمَصِيرُ ﴿٧٢﴾
En als hun onze duidelijke teekens worden herhaald, zult gij in de houding der ongeloovigen minachting daarvoor bemerken; en zij zijn gereed degenen gewelddadig te behandelen, die hun onze teekenen verhalen. Zeg: Zal ik u iets vreeselijkers dan dit verklaren? Het vuur der hel, waarmede God dengenen heeft bedreigd die niet gelooven, is vreeselijk; dat zal eene ongelukkige reis wezen.
En wanneer de duidelijke Verzen aan hen worden voorgedragen herken jij op de gezichten van de degenen die ongelovig zijn de afkeuring. Zij staan op het punt om degenen die Onze Verzen aan hen voordragen aan te vallen. Zeg (O Moehammad): \"Zal ik jullie op de hoogte brengen van wat slechter dan dat is? De Hel! En Allah beloofde die aan degenen die ongelovig zijn, en dat is een slechte bestemming.\"
En wanneer de duidelijke Verzen aan hen worden voorgedragen herken jij op de gezichten van de degenen die ongelovig zijn de afkeuring. Zij staan op het punt om degenen die Onze Verzen aan hen voordragen aan te vallen. Zeg (O Moehammad): \"Zal ik jullie op de hoogte brengen van wat slechter dan dat is? De Hel! En Allah beloofde die aan degenen die ongelovig zijn, en dat is een slechte bestemming.\"
يَٰٓأَيُّهَا ٱلنَّاسُ ضُرِبَ مَثَلٌۭ فَٱسْتَمِعُوا۟ لَهُۥٓ ۚ إِنَّ ٱلَّذِينَ تَدْعُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ لَن يَخْلُقُوا۟ ذُبَابًۭا وَلَوِ ٱجْتَمَعُوا۟ لَهُۥ ۖ وَإِن يَسْلُبْهُمُ ٱلذُّبَابُ شَيْـًۭٔا لَّا يَسْتَنقِذُوهُ مِنْهُ ۚ ضَعُفَ ٱلطَّالِبُ وَٱلْمَطْلُوبُ ﴿٧٣﴾
O menschen! er wordt u eene vergelijking voorgesteld: luistert er dus naar. Waarlijk, de afgoden, welke gij naast God aanroept, kunnen zelfs geene eenvoudige vlieg scheppen, al waren zij ook allen tot dat doel vergaderd; en indien eene vlieg hun iets ontneemt, kunnen zij het haar niet ontrukken. De aangebedene en de aanbidder zijn beiden onmachtig.
O mensen! Er wordt eren vergelijking gemaakt, luistert ernaar! Voorwaar, degenen die jullie naast Allah aanroepen zullen nooit een vlieg kunnen scheppen, al kwamen zij daarvoor allen bijelkaar! En als de vlieg iets van hen zou weggrissen, kunnen zij het niet van hem terugpakken. Zwak is hij die er naar zoekt en het gezochte!
O mensen! Er wordt eren vergelijking gemaakt, luistert ernaar! Voorwaar, degenen die jullie naast Allah aanroepen zullen nooit een vlieg kunnen scheppen, al kwamen zij daarvoor allen bijelkaar! En als de vlieg iets van hen zou weggrissen, kunnen zij het niet van hem terugpakken. Zwak is hij die er naar zoekt en het gezochte!
مَا قَدَرُوا۟ ٱللَّهَ حَقَّ قَدْرِهِۦٓ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ لَقَوِىٌّ عَزِيزٌ ﴿٧٤﴾
Zij weten God niet op zijne rechte waarde te schatten; want God is sterk en machtig.
Zij schatten Allah niet op de Zijn ware nucht in. Voorwaar, Allah is zeker Sterk, Machtig.
Zij schatten Allah niet op de Zijn ware nucht in. Voorwaar, Allah is zeker Sterk, Machtig.
ٱللَّهُ يَصْطَفِى مِنَ ٱلْمَلَٰٓئِكَةِ رُسُلًۭا وَمِنَ ٱلنَّاسِ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ سَمِيعٌۢ بَصِيرٌۭ ﴿٧٥﴾
God kiest gezanten onder de engelen; want God hoort en ziet alles.
Allah kiest uit de Engelen gezanten en uit de mensen (Boodschappers). Voorwaar, Allah is Alhorend, Alziend.
Allah kiest uit de Engelen gezanten en uit de mensen (Boodschappers). Voorwaar, Allah is Alhorend, Alziend.
يَعْلَمُ مَا بَيْنَ أَيْدِيهِمْ وَمَا خَلْفَهُمْ ۗ وَإِلَى ٱللَّهِ تُرْجَعُ ٱلْأُمُورُ ﴿٧٦﴾
Hij kent wat vóór hen en wat achter hen is en tot God zal alles terugkeeren.
Hij weet wat vóór hen is en wat achter hen is en tot Allah worden alle zaken teruggebracht.
Hij weet wat vóór hen is en wat achter hen is en tot Allah worden alle zaken teruggebracht.
يَٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ ٱرْكَعُوا۟ وَٱسْجُدُوا۟ وَٱعْبُدُوا۟ رَبَّكُمْ وَٱفْعَلُوا۟ ٱلْخَيْرَ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ ۩ ﴿٧٧﴾
O ware geloovigen! buigt u neder en knielt, aanbidt uwen Heer en oefent rechtvaardigheid uit, opdat gij gelukkig moogt zijn.
O jullie die geloven: buigt en knielt en aanbidt jullie Heer en doet het goede. Hopelijk zullen jullie welslagen.
O jullie die geloven: buigt en knielt en aanbidt jullie Heer en doet het goede. Hopelijk zullen jullie welslagen.
وَجَٰهِدُوا۟ فِى ٱللَّهِ حَقَّ جِهَادِهِۦ ۚ هُوَ ٱجْتَبَىٰكُمْ وَمَا جَعَلَ عَلَيْكُمْ فِى ٱلدِّينِ مِنْ حَرَجٍۢ ۚ مِّلَّةَ أَبِيكُمْ إِبْرَٰهِيمَ ۚ هُوَ سَمَّىٰكُمُ ٱلْمُسْلِمِينَ مِن قَبْلُ وَفِى هَٰذَا لِيَكُونَ ٱلرَّسُولُ شَهِيدًا عَلَيْكُمْ وَتَكُونُوا۟ شُهَدَآءَ عَلَى ٱلنَّاسِ ۚ فَأَقِيمُوا۟ ٱلصَّلَوٰةَ وَءَاتُوا۟ ٱلزَّكَوٰةَ وَٱعْتَصِمُوا۟ بِٱللَّهِ هُوَ مَوْلَىٰكُمْ ۖ فَنِعْمَ ٱلْمَوْلَىٰ وَنِعْمَ ٱلنَّصِيرُ ﴿٧٨﴾
En strijdt ter verdediging van Gods waar geloof, zooals het u toekomt daarvoor te strijden. Hij heeft u gekozen, en heeft u geenerlei moeilijkheid opgelegd in den godsdienst welken hij u heeft gegeven: den godsdienst van uwen vader Abraham. Hij heeft u Moslems genoemd. Zoo wel te voren als in dit boek, opdat onze gezant een getuigen tegen u zal kunnen zijn, op den dag der opstanding, en opdat gij getuigen zoudt mogen zijn tegen het overige gedeelte der menschen. Wees dus volhardend in het gebed, geef aalmoezen en hecht u standvastig aan God. Hij is uw meester, en hij is de beste meester en de beste beschermer.
En streeft naar Allah volgens het streven waar Hij rechtop heeft. Hij heeft jullie uitgekozen en Hij heeft het jullie in de godsdienst niet moeilijk gemaakt: (volgt) de godsdienst van jullie vader Ibrâhîm. Hij is degene die jullie Moslims genoemd heeft, vroeger en hierin (de Koran): opdat de Boodschapper getuige is voor jullie en opdat jullie getuigen zijn voor de mensen. Onderhoudt dus de shalât en geeft de zakât en houdt jullie vast ma Allah, Hij is jullie Meester: de beste Meester en de beste Helper!
En streeft naar Allah volgens het streven waar Hij rechtop heeft. Hij heeft jullie uitgekozen en Hij heeft het jullie in de godsdienst niet moeilijk gemaakt: (volgt) de godsdienst van jullie vader Ibrâhîm. Hij is degene die jullie Moslims genoemd heeft, vroeger en hierin (de Koran): opdat de Boodschapper getuige is voor jullie en opdat jullie getuigen zijn voor de mensen. Onderhoudt dus de shalât en geeft de zakât en houdt jullie vast ma Allah, Hij is jullie Meester: de beste Meester en de beste Helper!