Setting
Surah Muhammad [Muhammad] in Dutch
ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ وَصَدُّوا۟ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ أَضَلَّ أَعْمَٰلَهُمْ ﴿١﴾
God zal de daden van degenen zonder uitwerking doen zijn, die niet gelooven, en de menschen van Gods weg afleiden.
Degenen die ongelovig zijn en afhouden van de Weg van Allah: Hij zal hun werken verloren doen gaan.
Degenen die ongelovig zijn en afhouden van de Weg van Allah: Hij zal hun werken verloren doen gaan.
وَٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّٰلِحَٰتِ وَءَامَنُوا۟ بِمَا نُزِّلَ عَلَىٰ مُحَمَّدٍۢ وَهُوَ ٱلْحَقُّ مِن رَّبِّهِمْ ۙ كَفَّرَ عَنْهُمْ سَيِّـَٔاتِهِمْ وَأَصْلَحَ بَالَهُمْ ﴿٢﴾
Maar wat hen betreft, die godvruchtig zijn, rechtvaardigheid uitoefenen, en de openbaring gelooven, welke aan Mahomet werd nedergezonden (want het is de waarheid van hunnen Heer), hij zal hen van hunne slechte daden zuiveren, en hun hart ten goede neigen.
Maar degenen die geloven en goede werken verrichten en die geloven in wat aan Moehammad is neergezonden - en het is de Waarheid van hun Heer: Hij zal hun zonden uitwissen en hun toestand verbeteren.
Maar degenen die geloven en goede werken verrichten en die geloven in wat aan Moehammad is neergezonden - en het is de Waarheid van hun Heer: Hij zal hun zonden uitwissen en hun toestand verbeteren.
ذَٰلِكَ بِأَنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ ٱتَّبَعُوا۟ ٱلْبَٰطِلَ وَأَنَّ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ ٱتَّبَعُوا۟ ٱلْحَقَّ مِن رَّبِّهِمْ ۚ كَذَٰلِكَ يَضْرِبُ ٱللَّهُ لِلنَّاسِ أَمْثَٰلَهُمْ ﴿٣﴾
Dit zal hij doen, omdat zij die gelooven, geene ijdelheid voeden, en omdat zij die gelooven, de waarheid van hunnen Heer volgen. Zoo stelt God voorbeelden aan de menschen voor:
Dat is omdat degenen die ongelovig zijn de valsheid volgen, terwijl degenen die gelovig zijn de Waarheid van hun Heer volgen. Zo maakt Allah voor de mensen vergelijkingen.
Dat is omdat degenen die ongelovig zijn de valsheid volgen, terwijl degenen die gelovig zijn de Waarheid van hun Heer volgen. Zo maakt Allah voor de mensen vergelijkingen.
فَإِذَا لَقِيتُمُ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ فَضَرْبَ ٱلرِّقَابِ حَتَّىٰٓ إِذَآ أَثْخَنتُمُوهُمْ فَشُدُّوا۟ ٱلْوَثَاقَ فَإِمَّا مَنًّۢا بَعْدُ وَإِمَّا فِدَآءً حَتَّىٰ تَضَعَ ٱلْحَرْبُ أَوْزَارَهَا ۚ ذَٰلِكَ وَلَوْ يَشَآءُ ٱللَّهُ لَٱنتَصَرَ مِنْهُمْ وَلَٰكِن لِّيَبْلُوَا۟ بَعْضَكُم بِبَعْضٍۢ ۗ وَٱلَّذِينَ قُتِلُوا۟ فِى سَبِيلِ ٱللَّهِ فَلَن يُضِلَّ أَعْمَٰلَهُمْ ﴿٤﴾
Als gij de ongeloovigen ontmoet, slaat hun het hoofd af, tot gij eene groote slachting onder hen hebt aangericht; of bindt hen, opdat zij niet ontkomen. Daarna zult gij hen in vrijheid stellen, of hen teruggeven tegen een losprijs, tot de oorlog zal geëindigd zijn. Dit zult gij doen. Waarlijk, indien het Gode behaagde, zou hij, zonder uwen bijstand, wraak op hen kunnen nemen, maar hij beveelt u in zijne veldslagen te strijden, opdat hij den een van u, door den ander zou kunnen beproeven. En wat hen betreft, die ter verdediging van Gods waren godsdienst strijden, God zal hunne werken niet doen verloren gaan.
Wanneer jullie degenen die ongelovig zijn (op het slagveld) ontmoeten: doodt hen. Wanneer jullie hen verslagen hebben: bindt (de gevangenen) dan stevig vast, of laat (hen) vrij of vrij (na) een losgeld, tot de oorlog voorbij is. Zo is het. En als Allah het wil, dan vernietigt Hij hen zeker. Maar Hij wil een groep van jullie beproeven met een andere groep. En degenen die gedood worden op de Weg van Allah: Hij doet hun werk nooit verloren gaan.
Wanneer jullie degenen die ongelovig zijn (op het slagveld) ontmoeten: doodt hen. Wanneer jullie hen verslagen hebben: bindt (de gevangenen) dan stevig vast, of laat (hen) vrij of vrij (na) een losgeld, tot de oorlog voorbij is. Zo is het. En als Allah het wil, dan vernietigt Hij hen zeker. Maar Hij wil een groep van jullie beproeven met een andere groep. En degenen die gedood worden op de Weg van Allah: Hij doet hun werk nooit verloren gaan.
سَيَهْدِيهِمْ وَيُصْلِحُ بَالَهُمْ ﴿٥﴾
Hij zal hen leiden en hun hart ten goede neigen.
Hij leidt hen en verbetert hun toestand.
Hij leidt hen en verbetert hun toestand.
وَيُدْخِلُهُمُ ٱلْجَنَّةَ عَرَّفَهَا لَهُمْ ﴿٦﴾
En hij zal hen in het paradijs voeren, waarvan hij hun heeft verhaald.
En Hij doet hen het Paradijs binnengaan dat Hij aan hen bekend heeft gemaakt.
En Hij doet hen het Paradijs binnengaan dat Hij aan hen bekend heeft gemaakt.
يَٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ إِن تَنصُرُوا۟ ٱللَّهَ يَنصُرْكُمْ وَيُثَبِّتْ أَقْدَامَكُمْ ﴿٧﴾
O ware geloovigen! indien gij God ondersteunt, met voor zijnen godsdienst te strijden, zal hij u tegen uwe vijanden bijstaan, en uwen voet vast zetten.
O jullie die geloven, als jullie (de godsdienst van) Allah helpen, dan zal Hij jullie helpen en jullie voeten stevig (op het slagveld) plaatsen.
O jullie die geloven, als jullie (de godsdienst van) Allah helpen, dan zal Hij jullie helpen en jullie voeten stevig (op het slagveld) plaatsen.
وَٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ فَتَعْسًۭا لَّهُمْ وَأَضَلَّ أَعْمَٰلَهُمْ ﴿٨﴾
Maar wat de ongeloovigen betreft, laat hen te gronde gaan, en God zal hunne werken krachteloos maken.
En degenen die niet geloofden, vernietiging is er voor hen! En Hij doet hun werken verloren gaan.
En degenen die niet geloofden, vernietiging is er voor hen! En Hij doet hun werken verloren gaan.
ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ كَرِهُوا۟ مَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ فَأَحْبَطَ أَعْمَٰلَهُمْ ﴿٩﴾
Dit zal hen overkomen, omdat zij met afschuw hebben verworpen, wat God heeft geopenbaard; daarom zullen hunne werken niets baten.
Dat is omdat zij haatten wat Allah heeft neergezonden, dus maakte Hij hun daden vruchteloos.
Dat is omdat zij haatten wat Allah heeft neergezonden, dus maakte Hij hun daden vruchteloos.
۞ أَفَلَمْ يَسِيرُوا۟ فِى ٱلْأَرْضِ فَيَنظُرُوا۟ كَيْفَ كَانَ عَٰقِبَةُ ٱلَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ ۚ دَمَّرَ ٱللَّهُ عَلَيْهِمْ ۖ وَلِلْكَٰفِرِينَ أَمْثَٰلُهَا ﴿١٠﴾
Reizen zij niet op de aarde, en zien zij niet wat het einde was van hen, die vóór hen waren? God verdelgde hen geheel, en dezelfde ramp wacht de ongeloovigen.
Reizen zij dan niet op de aarde, zodat zij zien hoe het einde was vast degenen vóór hen? Allah vernietigde hen. En de ongelovigen wacht hetzelfde.
Reizen zij dan niet op de aarde, zodat zij zien hoe het einde was vast degenen vóór hen? Allah vernietigde hen. En de ongelovigen wacht hetzelfde.
ذَٰلِكَ بِأَنَّ ٱللَّهَ مَوْلَى ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَأَنَّ ٱلْكَٰفِرِينَ لَا مَوْلَىٰ لَهُمْ ﴿١١﴾
Dit zal geschieden, dewijl God de beschermer der ware geloovigen is, en omdat de ongeloovigen geen ondersteuner hebben.
Dat is omdat Allah de Beschermer van degenen die geloven is, en omdat er voor de ongelovigen geen beschermer is.
Dat is omdat Allah de Beschermer van degenen die geloven is, en omdat er voor de ongelovigen geen beschermer is.
إِنَّ ٱللَّهَ يُدْخِلُ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّٰلِحَٰتِ جَنَّٰتٍۢ تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَٰرُ ۖ وَٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ يَتَمَتَّعُونَ وَيَأْكُلُونَ كَمَا تَأْكُلُ ٱلْأَنْعَٰمُ وَٱلنَّارُ مَثْوًۭى لَّهُمْ ﴿١٢﴾
Waarlijk, God zal hen, die gelooven en goede werken doen, binnenleiden in tuinen waardoor rivieren stroomen; maar laat de ongeloovigen zwelgen in genot, en eten zooals de redelooze dieren eten; hun verblijf zal het hellevuur wezen.
Voorwaar, Allah zal degenen die geloven en goede werken verrichten doen binnengaan in Tuinen (het Paradijs) waar onderdoor de rivieren stromen, terwijl degenen die ongelovig zijn (van het wereldse leven) genieten en eten zoals het vee eet. De Hel zal hun verblijfplaats zijn.
Voorwaar, Allah zal degenen die geloven en goede werken verrichten doen binnengaan in Tuinen (het Paradijs) waar onderdoor de rivieren stromen, terwijl degenen die ongelovig zijn (van het wereldse leven) genieten en eten zoals het vee eet. De Hel zal hun verblijfplaats zijn.
وَكَأَيِّن مِّن قَرْيَةٍ هِىَ أَشَدُّ قُوَّةًۭ مِّن قَرْيَتِكَ ٱلَّتِىٓ أَخْرَجَتْكَ أَهْلَكْنَٰهُمْ فَلَا نَاصِرَ لَهُمْ ﴿١٣﴾
Hoevele steden waren machtiger in sterkte dan uwe stad, die u heeft verdreven; maar wij hebben haar uitgeroeid, en er was niemand om haar te helpen?
En hoeveel steden zijn er niet sterker dan de stad die jou (O Moehammad) heeft verdreven? Wij hebben hen vernietigd en er was geen helper voor hen.
En hoeveel steden zijn er niet sterker dan de stad die jou (O Moehammad) heeft verdreven? Wij hebben hen vernietigd en er was geen helper voor hen.
أَفَمَن كَانَ عَلَىٰ بَيِّنَةٍۢ مِّن رَّبِّهِۦ كَمَن زُيِّنَ لَهُۥ سُوٓءُ عَمَلِهِۦ وَٱتَّبَعُوٓا۟ أَهْوَآءَهُم ﴿١٤﴾
Zal hij dus, die de geheele verklaring van zijn Heer volgt, behandeld worden als hij, wiens slechte werken door den duivel voor hem aanlokkend zijn gemaakt, en die zijne eigene lusten volgt?
Is hij die zich op een duidelijk bewijs van zijn Heer beroept, gelijk aan degene wiens slechte daden schoonschijnend zijn gemaakt (door de Satan) en die zijn begeerten volgt?
Is hij die zich op een duidelijk bewijs van zijn Heer beroept, gelijk aan degene wiens slechte daden schoonschijnend zijn gemaakt (door de Satan) en die zijn begeerten volgt?
مَّثَلُ ٱلْجَنَّةِ ٱلَّتِى وُعِدَ ٱلْمُتَّقُونَ ۖ فِيهَآ أَنْهَٰرٌۭ مِّن مَّآءٍ غَيْرِ ءَاسِنٍۢ وَأَنْهَٰرٌۭ مِّن لَّبَنٍۢ لَّمْ يَتَغَيَّرْ طَعْمُهُۥ وَأَنْهَٰرٌۭ مِّنْ خَمْرٍۢ لَّذَّةٍۢ لِّلشَّٰرِبِينَ وَأَنْهَٰرٌۭ مِّنْ عَسَلٍۢ مُّصَفًّۭى ۖ وَلَهُمْ فِيهَا مِن كُلِّ ٱلثَّمَرَٰتِ وَمَغْفِرَةٌۭ مِّن رَّبِّهِمْ ۖ كَمَنْ هُوَ خَٰلِدٌۭ فِى ٱلنَّارِ وَسُقُوا۟ مَآءً حَمِيمًۭا فَقَطَّعَ أَمْعَآءَهُمْ ﴿١٥﴾
Dit is de beschrijving van het paradijs, dat den vromen is beloofd, daarin zijn rivieren van water dat niet kan bederven, en rivieren van melk, welker smaak nooit verandert, en rivieren van wijn, behaaglijk voor hen, die er van drinken. En rivieren van gezuiverden honing, en daar zullen zij overvloed van alle soorten van vruchten hebben en vergiffenis van hunnen Heer vinden. Zal de mensch voor wien deze dingen zijn toebereid, evenals hij wezen, die voor altijd in het hellevuur moet wonen, en die met kokend water zal gelescht worden, dat hem de ingewanden zal verscheuren?
Is het (geluk van) het Paradijs dat aan de Moettaqôen beloofd is, waarin rivieren zijn met versblijvend water, en van melk waarvan de smaak niet verandert, en rivieren van Khamr, als een genieting voor hen die drinken, en rivieren van zuivere honing, en waarin voor hen allerlei vruchten zijn en vergeving van hun Heer; gelijk (aan de ellende van) hen die eeuwig levenden in de Hel zijn, in wie kokend water wordt gegoten, dat hun ingewanden dan aan stukken snijdt?
Is het (geluk van) het Paradijs dat aan de Moettaqôen beloofd is, waarin rivieren zijn met versblijvend water, en van melk waarvan de smaak niet verandert, en rivieren van Khamr, als een genieting voor hen die drinken, en rivieren van zuivere honing, en waarin voor hen allerlei vruchten zijn en vergeving van hun Heer; gelijk (aan de ellende van) hen die eeuwig levenden in de Hel zijn, in wie kokend water wordt gegoten, dat hun ingewanden dan aan stukken snijdt?
وَمِنْهُم مَّن يَسْتَمِعُ إِلَيْكَ حَتَّىٰٓ إِذَا خَرَجُوا۟ مِنْ عِندِكَ قَالُوا۟ لِلَّذِينَ أُوتُوا۟ ٱلْعِلْمَ مَاذَا قَالَ ءَانِفًا ۚ أُو۟لَٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ طَبَعَ ٱللَّهُ عَلَىٰ قُلُوبِهِمْ وَٱتَّبَعُوٓا۟ أَهْوَآءَهُمْ ﴿١٦﴾
Onder de ongeloovigen zijn sommigen, die u gehoor verleenen, tot zij, als zij van u uitgaan, al spottend tot degenen zeggen, aan wie kennis werd gegeven; Wat heeft hij thans gezegd? Dit zijn zij, wier harten door God zijn verzegeld, en die hunne eigene lusten volgen.
En onder hen zijn er die naar jou luisteren; maar wanneer zij bij jou weggaan, zeggen zij tot degenen aan wie de kennis is gegeven (de metgezellen van de Profeet): \"Wat zei hij daarnet?\" Zij zijn degenen wiens harten Allah heeft verzegeld en die hun begeerten volgen.
En onder hen zijn er die naar jou luisteren; maar wanneer zij bij jou weggaan, zeggen zij tot degenen aan wie de kennis is gegeven (de metgezellen van de Profeet): \"Wat zei hij daarnet?\" Zij zijn degenen wiens harten Allah heeft verzegeld en die hun begeerten volgen.
وَٱلَّذِينَ ٱهْتَدَوْا۟ زَادَهُمْ هُدًۭى وَءَاتَىٰهُمْ تَقْوَىٰهُمْ ﴿١٧﴾
Maar wat hen betreft, die geleid worden, God zal hun een uitgebreider leiding schenken, en hij zal hen onderrichten nopens datgene, wat zij te vermijden hebben.
Maar degenen die de Leiding volgden: Hij vermeerderde hun Leiding en Hij gaf hun hun vrees (voor Hem).
Maar degenen die de Leiding volgden: Hij vermeerderde hun Leiding en Hij gaf hun hun vrees (voor Hem).
فَهَلْ يَنظُرُونَ إِلَّا ٱلسَّاعَةَ أَن تَأْتِيَهُم بَغْتَةًۭ ۖ فَقَدْ جَآءَ أَشْرَاطُهَا ۚ فَأَنَّىٰ لَهُمْ إِذَا جَآءَتْهُمْ ذِكْرَىٰهُمْ ﴿١٨﴾
Wat wachten de ongeloovigen dan? Op het laatste uur? Dat het plotseling op hen moge nederkomen! Sommige teekens daarvan zijn reeds gekomen, en als het hen werkelijk zal overvallen, hoe kunnen zij dan eene waarschuwing ontvangen?
Zij (de ongelovigen) wachten slechts op het Uur dat plotseling tot hen zal komen. Voorzeker, de Tekenen ervan zijn al gekomen. Hoe kunnen zij wanneer (het Uur) tot hen komt, dan nog hun vermaning krijgen?
Zij (de ongelovigen) wachten slechts op het Uur dat plotseling tot hen zal komen. Voorzeker, de Tekenen ervan zijn al gekomen. Hoe kunnen zij wanneer (het Uur) tot hen komt, dan nog hun vermaning krijgen?
فَٱعْلَمْ أَنَّهُۥ لَآ إِلَٰهَ إِلَّا ٱللَّهُ وَٱسْتَغْفِرْ لِذَنۢبِكَ وَلِلْمُؤْمِنِينَ وَٱلْمُؤْمِنَٰتِ ۗ وَٱللَّهُ يَعْلَمُ مُتَقَلَّبَكُمْ وَمَثْوَىٰكُمْ ﴿١٩﴾
Weet dus, dat er geen God buiten God is, en vraag vergiffenis voor uwe zonden, en voor de ware geloovigen, zoowel mannelijke als vrouwelijke. God kent de zaken, welke gij in de wereld verricht, en uwe verblijfplaats hiernamaals.
Weet dat er geen god is dan Allah en vraag om vergeving voor jouw zonden en voor (de zonden van) de gelovige mannen en de gelovige vrouwen. En Allah kent jullie bezigheden (op aarde) en jullie verblijfplaats (in het Hiernamaals).
Weet dat er geen god is dan Allah en vraag om vergeving voor jouw zonden en voor (de zonden van) de gelovige mannen en de gelovige vrouwen. En Allah kent jullie bezigheden (op aarde) en jullie verblijfplaats (in het Hiernamaals).
وَيَقُولُ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ لَوْلَا نُزِّلَتْ سُورَةٌۭ ۖ فَإِذَآ أُنزِلَتْ سُورَةٌۭ مُّحْكَمَةٌۭ وَذُكِرَ فِيهَا ٱلْقِتَالُ ۙ رَأَيْتَ ٱلَّذِينَ فِى قُلُوبِهِم مَّرَضٌۭ يَنظُرُونَ إِلَيْكَ نَظَرَ ٱلْمَغْشِىِّ عَلَيْهِ مِنَ ٱلْمَوْتِ ۖ فَأَوْلَىٰ لَهُمْ ﴿٢٠﴾
De ware geloovigen zeggen: Werd er niet eene Soera geopenbaard, waarin de oorlog tegen de ongeloovigen wordt bevolen? Maar als een Hoofdstuk zonder eenige dubbelzinnigheid is geopenbaard, en de oorlog daarin is vermeld, zult gij hen, in wier hart een gebrek is, naar u zien blikken, met het gelaat van iemand, die door den dood wordt overschaduwd. Maar gehoorzaamheid en datgene te spreken, wat gepast is, zou verkieslijker voor hen wezen.
En degenen die geloven zeggen: \"Was er maar een Soerah neergezonden (die het voeren van oorlog beveelt). Maar wanneer dan een onweerlegbare (Moehkamah) Soerah wordt neergezonden, waarin (het bevel tot) oorlog wordt genoemd, dan zie jij degenen in wier harten een ziekte is, naar jou kijken met de blik van degene die in zwijm dreigt te vallen uit doodsangst. Wee hen!
En degenen die geloven zeggen: \"Was er maar een Soerah neergezonden (die het voeren van oorlog beveelt). Maar wanneer dan een onweerlegbare (Moehkamah) Soerah wordt neergezonden, waarin (het bevel tot) oorlog wordt genoemd, dan zie jij degenen in wier harten een ziekte is, naar jou kijken met de blik van degene die in zwijm dreigt te vallen uit doodsangst. Wee hen!
طَاعَةٌۭ وَقَوْلٌۭ مَّعْرُوفٌۭ ۚ فَإِذَا عَزَمَ ٱلْأَمْرُ فَلَوْ صَدَقُوا۟ ٱللَّهَ لَكَانَ خَيْرًۭا لَّهُمْ ﴿٢١﴾
En als de zaak (de oorlog) stellig besloten is, zal het beter voor hen zijn, dat zij de verbintenis met God nakomen.
Gehoorzaamheid en een juist woord (zouden beter zijn). Wanneer dan de zaak (van het bevel tot oorlog) is besloten, (dan hebben zij er een afkeer van). Maar als zij oprecht zouden zijn tegenover Allah, dan zou dat beter voor hen zijn.
Gehoorzaamheid en een juist woord (zouden beter zijn). Wanneer dan de zaak (van het bevel tot oorlog) is besloten, (dan hebben zij er een afkeer van). Maar als zij oprecht zouden zijn tegenover Allah, dan zou dat beter voor hen zijn.
فَهَلْ عَسَيْتُمْ إِن تَوَلَّيْتُمْ أَن تُفْسِدُوا۟ فِى ٱلْأَرْضِ وَتُقَطِّعُوٓا۟ أَرْحَامَكُمْ ﴿٢٢﴾
Zoudt gij dus gereed zijn geweest, indien gij gemachtigd waart geworden, buitensporigheden op aarde te bevrijden en de banden des bloeds te schenden?
Het kan zijn, als jullie je afwenden, dat jullie verderf zaaien op de aarde en jullie familiebanden verbreken.
Het kan zijn, als jullie je afwenden, dat jullie verderf zaaien op de aarde en jullie familiebanden verbreken.
أُو۟لَٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ لَعَنَهُمُ ٱللَّهُ فَأَصَمَّهُمْ وَأَعْمَىٰٓ أَبْصَٰرَهُمْ ﴿٢٣﴾
Dit zijn zij, die door God zijn gevloekt en doof gemaakt, en wier oogen hij verblind heeft.
Zij zijn degenen die Allah vervloekt heeft en die Hij doof gemaakt heeft, en Hij heeft hun ogen blind gemaakt.
Zij zijn degenen die Allah vervloekt heeft en die Hij doof gemaakt heeft, en Hij heeft hun ogen blind gemaakt.
أَفَلَا يَتَدَبَّرُونَ ٱلْقُرْءَانَ أَمْ عَلَىٰ قُلُوبٍ أَقْفَالُهَآ ﴿٢٤﴾
Overwegen zij dus den Koran niet aandachtig? Zijn er sloten op hun hart?
Denken zij niet na over de Koran? Er zijn zelfs sloten op hun harten.
Denken zij niet na over de Koran? Er zijn zelfs sloten op hun harten.
إِنَّ ٱلَّذِينَ ٱرْتَدُّوا۟ عَلَىٰٓ أَدْبَٰرِهِم مِّنۢ بَعْدِ مَا تَبَيَّنَ لَهُمُ ٱلْهُدَى ۙ ٱلشَّيْطَٰنُ سَوَّلَ لَهُمْ وَأَمْلَىٰ لَهُمْ ﴿٢٥﴾
Waarlijk, zij die hunne ruggen toewenden, nadat hun de ware richting duidelijk gemaakt is, Satan zal hunne zonden voor hen gereed maken en hun het gedrag voorschrijven, en God zal hen eenigen tijd verdragen.
Voorwaar, degenen die afvallig werden nadat de Leiding voor hen duidelijk was geworden: de Satan maakte (hun daden) schoonschijnend voor hen en bedroog hen.
Voorwaar, degenen die afvallig werden nadat de Leiding voor hen duidelijk was geworden: de Satan maakte (hun daden) schoonschijnend voor hen en bedroog hen.
ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ قَالُوا۟ لِلَّذِينَ كَرِهُوا۟ مَا نَزَّلَ ٱللَّهُ سَنُطِيعُكُمْ فِى بَعْضِ ٱلْأَمْرِ ۖ وَٱللَّهُ يَعْلَمُ إِسْرَارَهُمْ ﴿٢٦﴾
Dit zal hen overkomen, omdat zij in het geheim zeggen tot hen, die het door God geopenbaarde verachten: Wij zullen u in een gedeelte der zaak volgen. Maar God kent hunne geheimen.
Dat is omdat zij tot degenen die haatten wat Allah heeft neergezonden (de Joden), zeiden: \"Wij zullen jullie gehoorzamen in sommige zaken.\" Maar Allah kent hun geheimen.
Dat is omdat zij tot degenen die haatten wat Allah heeft neergezonden (de Joden), zeiden: \"Wij zullen jullie gehoorzamen in sommige zaken.\" Maar Allah kent hun geheimen.
فَكَيْفَ إِذَا تَوَفَّتْهُمُ ٱلْمَلَٰٓئِكَةُ يَضْرِبُونَ وُجُوهَهُمْ وَأَدْبَٰرَهُمْ ﴿٢٧﴾
Hoe zal het dus met hen gesteld zijn, als de engelen hen zullen doen sterven en op hunne aangezichten en ruggen zullen slaan?
Hoe zal het zijn wanneer de Engelen hen wegnemen en hun gezichten en hun ruggen slaan?
Hoe zal het zijn wanneer de Engelen hen wegnemen en hun gezichten en hun ruggen slaan?
ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمُ ٱتَّبَعُوا۟ مَآ أَسْخَطَ ٱللَّهَ وَكَرِهُوا۟ رِضْوَٰنَهُۥ فَأَحْبَطَ أَعْمَٰلَهُمْ ﴿٢٨﴾
Dit zullen zij ondergaan, omdat zij volgden wat Gods verontwaardiging opwekt, en afkeerig waren van hetgeen hem behaagt; en hij zal hunne werken zonder vrucht doen zijn.
Dat is omdat zij dat wat de toorn van Allah opwekte volgden en zij dat wat Zijn behagen opwekte haatten. Toen deed Allah hun werken verloren gaan.
Dat is omdat zij dat wat de toorn van Allah opwekte volgden en zij dat wat Zijn behagen opwekte haatten. Toen deed Allah hun werken verloren gaan.
أَمْ حَسِبَ ٱلَّذِينَ فِى قُلُوبِهِم مَّرَضٌ أَن لَّن يُخْرِجَ ٱللَّهُ أَضْغَٰنَهُمْ ﴿٢٩﴾
Verbeelden zij zich, in wier harten een gebrek huist, dat God hunne boosheid niet aan het licht zal brengen?
Of dachten zij in wier harten een ziekte is, dat Allah hun afgunst niet zou onthullen?
Of dachten zij in wier harten een ziekte is, dat Allah hun afgunst niet zou onthullen?
وَلَوْ نَشَآءُ لَأَرَيْنَٰكَهُمْ فَلَعَرَفْتَهُم بِسِيمَٰهُمْ ۚ وَلَتَعْرِفَنَّهُمْ فِى لَحْنِ ٱلْقَوْلِ ۚ وَٱللَّهُ يَعْلَمُ أَعْمَٰلَكُمْ ﴿٣٠﴾
Indien het ons behaagde, zouden wij u hen zekerlijk kunnen toonen, en gij zoudt hen door hunne werken kennen; doch gij zult hen zekerlijk reeds door de verwarde uitspraak hunner woorden onderscheiden. Maar God kent uwe daden.
Als Wij het zouden willen, dan zouden Wij het jullie tonen. Zodat jij de tekenen ervan zeker zou kennen en jij die zeker zou herkennen door hun zinspelingen. En Allah kent jullie daden.
Als Wij het zouden willen, dan zouden Wij het jullie tonen. Zodat jij de tekenen ervan zeker zou kennen en jij die zeker zou herkennen door hun zinspelingen. En Allah kent jullie daden.
وَلَنَبْلُوَنَّكُمْ حَتَّىٰ نَعْلَمَ ٱلْمُجَٰهِدِينَ مِنكُمْ وَٱلصَّٰبِرِينَ وَنَبْلُوَا۟ أَخْبَارَكُمْ ﴿٣١﴾
En wij zullen u beproeven, tot wij diegenen uwer kennen, welke dapper voor den godsdienst strijden en volharden. Wij zullen uw gedrag onderzoeken.
En Wij zullen jullie zeker beproeven, totdat Wij toetsen wie van jullie de strijders en de geduldigen zijn. En Wij beproeven jullie daden.
En Wij zullen jullie zeker beproeven, totdat Wij toetsen wie van jullie de strijders en de geduldigen zijn. En Wij beproeven jullie daden.
إِنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ وَصَدُّوا۟ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ وَشَآقُّوا۟ ٱلرَّسُولَ مِنۢ بَعْدِ مَا تَبَيَّنَ لَهُمُ ٱلْهُدَىٰ لَن يَضُرُّوا۟ ٱللَّهَ شَيْـًۭٔا وَسَيُحْبِطُ أَعْمَٰلَهُمْ ﴿٣٢﴾
Waarlijk, zij die niet gelooven en de menschen van Gods weg afleiden, en aan zijnen gezant weerstand bieden, nadat hun de goddelijke leiding duidelijk gemaakt is, zullen God volstrekt niet deren, maar hij zal hunne werken verloren doen gaan.
Voorwaar, degenen die niet geloven en die afhouden van de Weg van Allah en die de Boodschapper tegenstreven nadat de Leiding hun duidelijk was geworden zullen Allah nooit iets kunnen schaden. En Hij zal hun werken vruchteloos maken.
Voorwaar, degenen die niet geloven en die afhouden van de Weg van Allah en die de Boodschapper tegenstreven nadat de Leiding hun duidelijk was geworden zullen Allah nooit iets kunnen schaden. En Hij zal hun werken vruchteloos maken.
۞ يَٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ أَطِيعُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُوا۟ ٱلرَّسُولَ وَلَا تُبْطِلُوٓا۟ أَعْمَٰلَكُمْ ﴿٣٣﴾
O ware geloovigen! gehoorzaamt God, en gehoorzaamt den gezant; en vernietigt de uitwerking uwer daden niet.
O jullie die geloven, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper en maakt jullie werken niet nietig.
O jullie die geloven, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper en maakt jullie werken niet nietig.
إِنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ وَصَدُّوا۟ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ ثُمَّ مَاتُوا۟ وَهُمْ كُفَّارٌۭ فَلَن يَغْفِرَ ٱللَّهُ لَهُمْ ﴿٣٤﴾
Waarlijk, hun, die niet gelooven, en de menschen van Gods weg afleiden en daarna als ongeloovigen sterven, zal God op geenerlei wijze vergeven.
Voorwaar, degenen die ongelovig zijn en die afhouden van de Weg van Allah en die dan sterven terwijl zij ongelovigen zijn: Allah zal hen nooit vergeven.
Voorwaar, degenen die ongelovig zijn en die afhouden van de Weg van Allah en die dan sterven terwijl zij ongelovigen zijn: Allah zal hen nooit vergeven.
فَلَا تَهِنُوا۟ وَتَدْعُوٓا۟ إِلَى ٱلسَّلْمِ وَأَنتُمُ ٱلْأَعْلَوْنَ وَٱللَّهُ مَعَكُمْ وَلَن يَتِرَكُمْ أَعْمَٰلَكُمْ ﴿٣٥﴾
Bezwijkt dus niet en noodigt uwe vijanden niet tot vrede uit, terwijl gij de bovenhand behoudt; want God is met u, en zal u de verdiensten uwer werken niet ontrooven.
Weest daarom niet vernederd en roept niet op tot vrede terwijl jullie de overhand hebben. En Allah is met jullie. En Hij benadeelt jullie nooit (in de beloning) voor jullie werken.
Weest daarom niet vernederd en roept niet op tot vrede terwijl jullie de overhand hebben. En Allah is met jullie. En Hij benadeelt jullie nooit (in de beloning) voor jullie werken.
إِنَّمَا ٱلْحَيَوٰةُ ٱلدُّنْيَا لَعِبٌۭ وَلَهْوٌۭ ۚ وَإِن تُؤْمِنُوا۟ وَتَتَّقُوا۟ يُؤْتِكُمْ أُجُورَكُمْ وَلَا يَسْـَٔلْكُمْ أَمْوَٰلَكُمْ ﴿٣٦﴾
Waarlijk, dit leven is slechts een spel en een ijdel vermaak; maar indien gij geloofd en God vreest, zal hij u uwe belooning geven. Hij eischt uw geheel vermogen niet van u.
Voorwaar, het wereldse leven is slechts spel en vermaak. Maar als jullie geloven en (Allah) vrezen, dan zal Hij jullie je beloningen geven en Hij zal niet om jullie bezittingen vragen.
Voorwaar, het wereldse leven is slechts spel en vermaak. Maar als jullie geloven en (Allah) vrezen, dan zal Hij jullie je beloningen geven en Hij zal niet om jullie bezittingen vragen.
إِن يَسْـَٔلْكُمُوهَا فَيُحْفِكُمْ تَبْخَلُوا۟ وَيُخْرِجْ أَضْغَٰنَكُمْ ﴿٣٧﴾
Indien hij het geheel van u vorderde, en ernstig bij u zou aandringen, zoudt gij vrekkig worden, en het zou uwen haat tegen uw gezant opwekken.
Als Hij jullie die (bezittingen) zou vragen en bij jullie zou aandringen, dan zouden jullie gierig worden en zou Hij jullie afgunst onthullen.
Als Hij jullie die (bezittingen) zou vragen en bij jullie zou aandringen, dan zouden jullie gierig worden en zou Hij jullie afgunst onthullen.
هَٰٓأَنتُمْ هَٰٓؤُلَآءِ تُدْعَوْنَ لِتُنفِقُوا۟ فِى سَبِيلِ ٱللَّهِ فَمِنكُم مَّن يَبْخَلُ ۖ وَمَن يَبْخَلْ فَإِنَّمَا يَبْخَلُ عَن نَّفْسِهِۦ ۚ وَٱللَّهُ ٱلْغَنِىُّ وَأَنتُمُ ٱلْفُقَرَآءُ ۚ وَإِن تَتَوَلَّوْا۟ يَسْتَبْدِلْ قَوْمًا غَيْرَكُمْ ثُمَّ لَا يَكُونُوٓا۟ أَمْثَٰلَكُم ﴿٣٨﴾
Ziet, gij zijt diegenen, welke uitgenoodigd zijn, een deel van uw vermogen voor de ondersteuning van Gods waar geloof te besteden, en er zijn sommigen uwer die gierig zijn. Maar wie vrekkig is zal dit nopens zijne eigene ziel wezen; want God is rijk, maar gij zijt behoeftig, en indien gij u afwendt, zal hij een ander volk in uwe plaats stellen, dat niet gelijk aan u zal wezen.
Weet dat jullie degenen zijn die opgeroepen worden om bijdragen te geven op de Weg van Allah. En onder jullie zijn er die gierig zijn, en wie gierig is: voorwaar, hij is slechts gierig ten nadele van zichzelf. En Allah is de Behoefteloze, terwijl jullie de behoeftigen zijn. En als jullie je afwenden, dan zal Hij jullie door een ander volk vervangen, waarna zij niet als jullie zijn.
Weet dat jullie degenen zijn die opgeroepen worden om bijdragen te geven op de Weg van Allah. En onder jullie zijn er die gierig zijn, en wie gierig is: voorwaar, hij is slechts gierig ten nadele van zichzelf. En Allah is de Behoefteloze, terwijl jullie de behoeftigen zijn. En als jullie je afwenden, dan zal Hij jullie door een ander volk vervangen, waarna zij niet als jullie zijn.