Setting
Surah She that disputes [Al-Mujadila] in Dutch
قَدْ سَمِعَ ٱللَّهُ قَوْلَ ٱلَّتِى تُجَٰدِلُكَ فِى زَوْجِهَا وَتَشْتَكِىٓ إِلَى ٱللَّهِ وَٱللَّهُ يَسْمَعُ تَحَاوُرَكُمَآ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ سَمِيعٌۢ بَصِيرٌ ﴿١﴾
God heeft de woorden gehoord van haar, die zich bij u over haren echtgenoot heeft beklaagd, en hare klachten tot God heeft gericht, God heeft uwe wederzijdsche gesprekken gehoord; want God hoort en ziet alles.
Waarlijk, Allah heeft de woorden gehoord van haar die bij jou twistte over haar echtgenoot en zij klaagt bij Allah. En Allah hoorde het gesprek van jullie beiden aan. En Allah is Alhorend, Alziend.
Waarlijk, Allah heeft de woorden gehoord van haar die bij jou twistte over haar echtgenoot en zij klaagt bij Allah. En Allah hoorde het gesprek van jullie beiden aan. En Allah is Alhorend, Alziend.
ٱلَّذِينَ يُظَٰهِرُونَ مِنكُم مِّن نِّسَآئِهِم مَّا هُنَّ أُمَّهَٰتِهِمْ ۖ إِنْ أُمَّهَٰتُهُمْ إِلَّا ٱلَّٰٓـِٔى وَلَدْنَهُمْ ۚ وَإِنَّهُمْ لَيَقُولُونَ مُنكَرًۭا مِّنَ ٱلْقَوْلِ وَزُورًۭا ۚ وَإِنَّ ٱللَّهَ لَعَفُوٌّ غَفُورٌۭ ﴿٢﴾
Wat degenen onder u betreft, die van hunne vrouwen scheiden, met de verklaring, dat zij haar daarna als hunne moeders zullen beschouwen, laat hen weten, dat zij hunne moeders niet zijn. Hunne moeders zijn slechts zij, die hen baarden, en zij spreken waarlijk onrechtvaardig en logentaal; Maar God is barmhartig en vergevensgezind.
Degenen die onder jullie die de Zhihâr uitspreken over hun vrouwen: zij zijn niet hun moeders, hun moeders zijn slechts degenen die hen gebaard hebben. En voorwaar, zij spreken zeker een verwerpelijk en bedrieglijk woord. En voorwaar, Allah is zeker Berouwaanvaardend, Vergevensgezind.
Degenen die onder jullie die de Zhihâr uitspreken over hun vrouwen: zij zijn niet hun moeders, hun moeders zijn slechts degenen die hen gebaard hebben. En voorwaar, zij spreken zeker een verwerpelijk en bedrieglijk woord. En voorwaar, Allah is zeker Berouwaanvaardend, Vergevensgezind.
وَٱلَّذِينَ يُظَٰهِرُونَ مِن نِّسَآئِهِمْ ثُمَّ يَعُودُونَ لِمَا قَالُوا۟ فَتَحْرِيرُ رَقَبَةٍۢ مِّن قَبْلِ أَن يَتَمَآسَّا ۚ ذَٰلِكُمْ تُوعَظُونَ بِهِۦ ۚ وَٱللَّهُ بِمَا تَعْمَلُونَ خَبِيرٌۭ ﴿٣﴾
Zij die van hunne vrouwen scheiden, met de verklaring, dat zij haar in de toekomst als hunne moeders zullen beschouwen, en daarna terugnemen willen wat zij hebben gezegd, zullen genoodzaakt zijn een slaaf te bevrijden, alvorens zij elkander zullen mogen aanraken. Dit wordt u gewaarschuwd in acht te nemen, en God is wel onderricht van hetgeen gij doet.
En degenen die de Zhihâr uitspreken over hun vrouwen en daarna willen terugkomen op wat zij zeiden: zij moeten dan een slaaf vrijkopen, voordat zij elkaar aanraken (geslachtsgemeenschap hebben). Dat is waartoe jullie onderricht worden. En Allah is Alziende over wat jullie doen.
En degenen die de Zhihâr uitspreken over hun vrouwen en daarna willen terugkomen op wat zij zeiden: zij moeten dan een slaaf vrijkopen, voordat zij elkaar aanraken (geslachtsgemeenschap hebben). Dat is waartoe jullie onderricht worden. En Allah is Alziende over wat jullie doen.
فَمَن لَّمْ يَجِدْ فَصِيَامُ شَهْرَيْنِ مُتَتَابِعَيْنِ مِن قَبْلِ أَن يَتَمَآسَّا ۖ فَمَن لَّمْ يَسْتَطِعْ فَإِطْعَامُ سِتِّينَ مِسْكِينًۭا ۚ ذَٰلِكَ لِتُؤْمِنُوا۟ بِٱللَّهِ وَرَسُولِهِۦ ۚ وَتِلْكَ حُدُودُ ٱللَّهِ ۗ وَلِلْكَٰفِرِينَ عَذَابٌ أَلِيمٌ ﴿٤﴾
En hij die geen slaaf vindt, om dien eed los te koopen, zal een vasten van twee achtereenvolgende maanden houden, alvorens zij elkander aanraken. En hij die niet in staat zal zijn dien tijd te vasten, zal zestig arme lieden voeden. Dit is u bevolen, opdat gij God en zijn gezant zoudt gelooven. Dit zijn de bevelen van God. Voor de ongeloovigen is eene pijnlijke marteling gereed gemaakt.
En wie daartoe geen mogelijkheid vindt (moet) dan gedurende twee opeenvolgende maanden vasten, voordat zij elkaar aanraken. En wie daartoe niet in staat is, (moet) dan zestig armen voeden; opdat jullie geloven in Allah en Zijn Boodschapper. En dat zijn de bepalingen van Allah. En voor de ongelovigen is er een pijnlijke bestraffing.
En wie daartoe geen mogelijkheid vindt (moet) dan gedurende twee opeenvolgende maanden vasten, voordat zij elkaar aanraken. En wie daartoe niet in staat is, (moet) dan zestig armen voeden; opdat jullie geloven in Allah en Zijn Boodschapper. En dat zijn de bepalingen van Allah. En voor de ongelovigen is er een pijnlijke bestraffing.
إِنَّ ٱلَّذِينَ يُحَآدُّونَ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ كُبِتُوا۟ كَمَا كُبِتَ ٱلَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ ۚ وَقَدْ أَنزَلْنَآ ءَايَٰتٍۭ بَيِّنَٰتٍۢ ۚ وَلِلْكَٰفِرِينَ عَذَابٌۭ مُّهِينٌۭ ﴿٥﴾
Zij die God en zijn gezant wederstand bieden, zullen ten onder gebracht worden, zooals de ongeloovigen die hen voorafgingen, werden ten onder gebracht. En wij hebben duidelijke teekens nedergezonden, en eene schandelijke straf wacht de ongeloovigen.
Voorwaar, degenen die zich verzetten tegen Allah en Zijn Boodschapper zullen vernederd worden, zoals degenen vóór hen vernederd werden. En waarlijk, Wij hebben duidelijke Tekenen neergezonden. En voor de ongelovigen is er een vernederende bestraffing.
Voorwaar, degenen die zich verzetten tegen Allah en Zijn Boodschapper zullen vernederd worden, zoals degenen vóór hen vernederd werden. En waarlijk, Wij hebben duidelijke Tekenen neergezonden. En voor de ongelovigen is er een vernederende bestraffing.
يَوْمَ يَبْعَثُهُمُ ٱللَّهُ جَمِيعًۭا فَيُنَبِّئُهُم بِمَا عَمِلُوٓا۟ ۚ أَحْصَىٰهُ ٱللَّهُ وَنَسُوهُ ۚ وَٱللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَىْءٍۢ شَهِيدٌ ﴿٦﴾
Op een zekeren dag zal God hen allen ten leven opwekken, en hij zal hun verklaren wat zij verricht hebben. God heeft eene nauwkeurige rekening daarvan opgemaakt; maar zij hebben die vergeten, en God is getuige van alle dingen.
(Gedenkt) de Dag waarop Allah Hen allemaal opwekt, Hij zal hun daarop meedelen wat zij gedaan hebben. Allah zal het nauwkeurig opsommen, terwijl zij het vergeten hebben. Allah is van alles Getuige.
(Gedenkt) de Dag waarop Allah Hen allemaal opwekt, Hij zal hun daarop meedelen wat zij gedaan hebben. Allah zal het nauwkeurig opsommen, terwijl zij het vergeten hebben. Allah is van alles Getuige.
أَلَمْ تَرَ أَنَّ ٱللَّهَ يَعْلَمُ مَا فِى ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَمَا فِى ٱلْأَرْضِ ۖ مَا يَكُونُ مِن نَّجْوَىٰ ثَلَٰثَةٍ إِلَّا هُوَ رَابِعُهُمْ وَلَا خَمْسَةٍ إِلَّا هُوَ سَادِسُهُمْ وَلَآ أَدْنَىٰ مِن ذَٰلِكَ وَلَآ أَكْثَرَ إِلَّا هُوَ مَعَهُمْ أَيْنَ مَا كَانُوا۟ ۖ ثُمَّ يُنَبِّئُهُم بِمَا عَمِلُوا۟ يَوْمَ ٱلْقِيَٰمَةِ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ بِكُلِّ شَىْءٍ عَلِيمٌ ﴿٧﴾
Bemerkt gij niet dat God alles kent, wat in den hemel en op aarde is? Er is geen geheim gesprek tusschen drie personen, of hij is er de vierde van, noch van vijf, of hij is er de zesde van, noch tusschen een kleiner, noch tusschen een grooter getal dan dit, of hij is met hen, waar zij ook mochten zijn: en hij zal hun op den dag der opstanding verklaren, wat zij hebben gedaan; want God kent alle dingen.
Zie jij niet dat Allah weet wat er in de hemelen en op de aarde is? Er is geen geheim gesprek tussen drie mensen, of Hij is hun vierde; en niet tussen vijf, of Hij is hun zesde; en niet minder of meer dan dat, of Hij is met hen, waar zij zich ook bevinden. En Hij zal hun dan op de Dag der Opstanding bekendmaken wat zij hebben gedaan. Voorwaar, Allah is Alwetend over alle zaken.
Zie jij niet dat Allah weet wat er in de hemelen en op de aarde is? Er is geen geheim gesprek tussen drie mensen, of Hij is hun vierde; en niet tussen vijf, of Hij is hun zesde; en niet minder of meer dan dat, of Hij is met hen, waar zij zich ook bevinden. En Hij zal hun dan op de Dag der Opstanding bekendmaken wat zij hebben gedaan. Voorwaar, Allah is Alwetend over alle zaken.
أَلَمْ تَرَ إِلَى ٱلَّذِينَ نُهُوا۟ عَنِ ٱلنَّجْوَىٰ ثُمَّ يَعُودُونَ لِمَا نُهُوا۟ عَنْهُ وَيَتَنَٰجَوْنَ بِٱلْإِثْمِ وَٱلْعُدْوَٰنِ وَمَعْصِيَتِ ٱلرَّسُولِ وَإِذَا جَآءُوكَ حَيَّوْكَ بِمَا لَمْ يُحَيِّكَ بِهِ ٱللَّهُ وَيَقُولُونَ فِىٓ أَنفُسِهِمْ لَوْلَا يُعَذِّبُنَا ٱللَّهُ بِمَا نَقُولُ ۚ حَسْبُهُمْ جَهَنَّمُ يَصْلَوْنَهَا ۖ فَبِئْسَ ٱلْمَصِيرُ ﴿٨﴾
Hebt gij degenen niet opgemerkt, aan wie het ontzegd werd, verboden gesprekken te voeren, maar die nochtans terugkeerden tot hetgeen hun was verboden, en heimelijk onder elkander van zonde spraken en van vijandschap en van ongehoorzaamheid nopens den gezant? En als zij tot u komen, begroeten zij u met een groet, waarmede God u niet begroet, en zij zeggen spottenderwijze tot elkander: Zou God ons niet straffen voor hetgeen wij zeggen, indien deze man een profeet ware? De hel zal eene toereikende straf voor hen zijn; zij zullen die binnengaan om verbrand te worden, en dat zal een ongelukkig verblijf wezen.
Zie jij degenen niet die het geheime gesprek verboden werd? Daarop vervielen zij tot dat wat hun verboden werd. En zij voerden geheime gesprekken omwille van zonde, vijandigheid en opstand tegen de Boodschapper. En wanneer zij tot jou kwamen, begroetten zij jou niet met de woorden waarmee Allah jou begroet, en zij zeggen onder elkaar: \"Had Allah ons maar bestraft voor wat wij zeiden.\" De Hel is voldoende voor hen. Daarin zullen zij branden. En dat is de slechtste plaats van terugkeer!
Zie jij degenen niet die het geheime gesprek verboden werd? Daarop vervielen zij tot dat wat hun verboden werd. En zij voerden geheime gesprekken omwille van zonde, vijandigheid en opstand tegen de Boodschapper. En wanneer zij tot jou kwamen, begroetten zij jou niet met de woorden waarmee Allah jou begroet, en zij zeggen onder elkaar: \"Had Allah ons maar bestraft voor wat wij zeiden.\" De Hel is voldoende voor hen. Daarin zullen zij branden. En dat is de slechtste plaats van terugkeer!
يَٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ إِذَا تَنَٰجَيْتُمْ فَلَا تَتَنَٰجَوْا۟ بِٱلْإِثْمِ وَٱلْعُدْوَٰنِ وَمَعْصِيَتِ ٱلرَّسُولِ وَتَنَٰجَوْا۟ بِٱلْبِرِّ وَٱلتَّقْوَىٰ ۖ وَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ ٱلَّذِىٓ إِلَيْهِ تُحْشَرُونَ ﴿٩﴾
O ware geloovigen! als gij in het geheim met elkander spreekt, spreekt dan niet van zonde en vijandschap en ongehoorzaamheid opzichtens den gezant; en vreest God, voor wien gij zult worden verzameld.
O jullie die geloven, wanneer jullie geheime gesprekken voeren, voert dan geen geheime gesprekken omwille van zonde, vijandigheid en opstand tegen de Boodschapper, maar voert geheime gesprekken omwille van goedheid en het vrezen (van Allah). En vreest Allah tot Wie jullie teruggekeerd worden.
O jullie die geloven, wanneer jullie geheime gesprekken voeren, voert dan geen geheime gesprekken omwille van zonde, vijandigheid en opstand tegen de Boodschapper, maar voert geheime gesprekken omwille van goedheid en het vrezen (van Allah). En vreest Allah tot Wie jullie teruggekeerd worden.
إِنَّمَا ٱلنَّجْوَىٰ مِنَ ٱلشَّيْطَٰنِ لِيَحْزُنَ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَلَيْسَ بِضَآرِّهِمْ شَيْـًٔا إِلَّا بِإِذْنِ ٱللَّهِ ۚ وَعَلَى ٱللَّهِ فَلْيَتَوَكَّلِ ٱلْمُؤْمِنُونَ ﴿١٠﴾
Waarlijk, de verboden gesprekken der ongeloovigen gaan van Satan uit, ten einde de ware geloovigen te grieven; maar niemand zal hen in het minst kunnen deren, tenzij met verlof van God: laat dus de geloovige op God vertrouwen.
Voorwaar, de (slechte) geheime gesprekken zijn afkomstig van de Satan, om degenen die geloven te bedroeven. Maar hij kan hen geen enkel kwaad berokkenen, behalve met de toestemming van Allah. En laten de gelovigen dan Allah vertrouwen.
Voorwaar, de (slechte) geheime gesprekken zijn afkomstig van de Satan, om degenen die geloven te bedroeven. Maar hij kan hen geen enkel kwaad berokkenen, behalve met de toestemming van Allah. En laten de gelovigen dan Allah vertrouwen.
يَٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ إِذَا قِيلَ لَكُمْ تَفَسَّحُوا۟ فِى ٱلْمَجَٰلِسِ فَٱفْسَحُوا۟ يَفْسَحِ ٱللَّهُ لَكُمْ ۖ وَإِذَا قِيلَ ٱنشُزُوا۟ فَٱنشُزُوا۟ يَرْفَعِ ٱللَّهُ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ مِنكُمْ وَٱلَّذِينَ أُوتُوا۟ ٱلْعِلْمَ دَرَجَٰتٍۢ ۚ وَٱللَّهُ بِمَا تَعْمَلُونَ خَبِيرٌۭ ﴿١١﴾
O ware geloovigen! als men u zegt: Maakt ruimte in de vergadering, maakt ruimte: God zal u groote ruimte in het paradijs schenken. En als u gezegd wordt: staat op, staat op; God zal degenen van u die gelooven, en hen aan welke kennis werd geschonken, doen oprijzen in een hoogen graad. En God is volkomen onderricht van hetgeen gij doet.
O jullie die geloven, wanneer tot jullie gezegd wordt: \"Maakt ruimte in de plaatsen van samenkomsten,\" maakt dan ruimte; Allah zal voor jullie ruimte maken. En wanneer tot jullie gezegd wordt: \"Staat op,\" staat dan op; Allah zal degenen onder jullie die geloven en degenen aan wie kennis is gegeven in rang verheffen. En Allah is Alwetend over wat jullie doen.
O jullie die geloven, wanneer tot jullie gezegd wordt: \"Maakt ruimte in de plaatsen van samenkomsten,\" maakt dan ruimte; Allah zal voor jullie ruimte maken. En wanneer tot jullie gezegd wordt: \"Staat op,\" staat dan op; Allah zal degenen onder jullie die geloven en degenen aan wie kennis is gegeven in rang verheffen. En Allah is Alwetend over wat jullie doen.
يَٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ إِذَا نَٰجَيْتُمُ ٱلرَّسُولَ فَقَدِّمُوا۟ بَيْنَ يَدَىْ نَجْوَىٰكُمْ صَدَقَةًۭ ۚ ذَٰلِكَ خَيْرٌۭ لَّكُمْ وَأَطْهَرُ ۚ فَإِن لَّمْ تَجِدُوا۟ فَإِنَّ ٱللَّهَ غَفُورٌۭ رَّحِيمٌ ﴿١٢﴾
O ware geloovigen! indien gij gaat om met den gezant te spreken, geeft dan aalmoezen, eer gij met hem spreekt; dit zal beter voor u zijn en reiner; maar indien gij niet hebt waarvan te geven, waarlijk, dan zal God genadig en barmhartig omtrent u zijn.
O jullie die geloven, wanneer jullie een persoonlijk gesprek met de Boodschapper willen voeren, geeft dan vóór jullie gesprek iets uit aan liefdadigheid. Dat is beter voor jullie, en reiner. Maar als jullie niets kunnen vinden: voorwaar, Allah is dan Vergevensgezind, Meest Barmhartig.
O jullie die geloven, wanneer jullie een persoonlijk gesprek met de Boodschapper willen voeren, geeft dan vóór jullie gesprek iets uit aan liefdadigheid. Dat is beter voor jullie, en reiner. Maar als jullie niets kunnen vinden: voorwaar, Allah is dan Vergevensgezind, Meest Barmhartig.
ءَأَشْفَقْتُمْ أَن تُقَدِّمُوا۟ بَيْنَ يَدَىْ نَجْوَىٰكُمْ صَدَقَٰتٍۢ ۚ فَإِذْ لَمْ تَفْعَلُوا۟ وَتَابَ ٱللَّهُ عَلَيْكُمْ فَأَقِيمُوا۟ ٱلصَّلَوٰةَ وَءَاتُوا۟ ٱلزَّكَوٰةَ وَأَطِيعُوا۟ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ ۚ وَٱللَّهُ خَبِيرٌۢ بِمَا تَعْمَلُونَ ﴿١٣﴾
Vreest gij aalmoezen te geven vóór uw gesprek met den profeet, duchtende u te verarmen? Indien gij het niet doet, hetgeen God u zal vergeven, verricht dan ten minste het gebed, geeft de voorgeschreven (wettige) aalmoezen (de schatting), en gehoorzaamt God en zijn gezant in alle andere zaken; want God weet wel wat gij doet.
Zijn jullie bevreesd voor (armoede) door iets uit te geven aan liefdadigheid, vóór jullie gesprek? Als jullie dat dan niet doen, dan vergeeft Allah jullie. Verricht dan de shalât en geeft de zakât en gehoorzaamt Allah en Zijn Boodschapper. En Allah is Alwetend over wat jullie doen.
Zijn jullie bevreesd voor (armoede) door iets uit te geven aan liefdadigheid, vóór jullie gesprek? Als jullie dat dan niet doen, dan vergeeft Allah jullie. Verricht dan de shalât en geeft de zakât en gehoorzaamt Allah en Zijn Boodschapper. En Allah is Alwetend over wat jullie doen.
۞ أَلَمْ تَرَ إِلَى ٱلَّذِينَ تَوَلَّوْا۟ قَوْمًا غَضِبَ ٱللَّهُ عَلَيْهِم مَّا هُم مِّنكُمْ وَلَا مِنْهُمْ وَيَحْلِفُونَ عَلَى ٱلْكَذِبِ وَهُمْ يَعْلَمُونَ ﴿١٤﴾
Hebt gij degenen niet opgemerkt, die een volk tot hunne vrienden hebben genomen, op hetwelk God vertoornd is? Zij zijn van hunne partij noch van de uwe, en zij zweren voorbedachtelijk bij eene leugen.
Zie jij degenen die zich (in vriendschap) wendden tot een volk waarop Allah vertoornd is? Zij behoren niet tot jullie en zij behoren niet tot hen en zij zweren bij een leugen terwijl zij het weten.
Zie jij degenen die zich (in vriendschap) wendden tot een volk waarop Allah vertoornd is? Zij behoren niet tot jullie en zij behoren niet tot hen en zij zweren bij een leugen terwijl zij het weten.
أَعَدَّ ٱللَّهُ لَهُمْ عَذَابًۭا شَدِيدًا ۖ إِنَّهُمْ سَآءَ مَا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ ﴿١٥﴾
God heeft eene gestrenge straf voor hen gereed gemaakt; want datgene wat zij doen is slecht.
Allah heeft voor hen een harde bestraffing bereid. Voorwaar, slecht was het wat zij plachten te doen.
Allah heeft voor hen een harde bestraffing bereid. Voorwaar, slecht was het wat zij plachten te doen.
ٱتَّخَذُوٓا۟ أَيْمَٰنَهُمْ جُنَّةًۭ فَصَدُّوا۟ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ فَلَهُمْ عَذَابٌۭ مُّهِينٌۭ ﴿١٦﴾
Zij bedienen zich van hunne eeden als van een kleed, en zij hebben de menschen van Gods weg afgeleid.
Zij maakten hun eden tot een hindernis (zodat zij zich beschermden) en zij hielden toen af van de Weg van Allah. Voor hen is er daarom een vernederende bestraffing.
Zij maakten hun eden tot een hindernis (zodat zij zich beschermden) en zij hielden toen af van de Weg van Allah. Voor hen is er daarom een vernederende bestraffing.
لَّن تُغْنِىَ عَنْهُمْ أَمْوَٰلُهُمْ وَلَآ أَوْلَٰدُهُم مِّنَ ٱللَّهِ شَيْـًٔا ۚ أُو۟لَٰٓئِكَ أَصْحَٰبُ ٱلنَّارِ ۖ هُمْ فِيهَا خَٰلِدُونَ ﴿١٧﴾
Noch hunne welvaart, noch hunne kinderen zullen hun bij God van nut zijn. Zij zullen de bewoners van het hellevuur zijn, eeuwig zullen zij daarin verblijven.
Hun bezittingen en hun kinderen zullen hen niets baten tegen Allah. Zij zijn degenen die de bewoners van de Hel zijn. Zij zijn daarin eeuwig levenden.
Hun bezittingen en hun kinderen zullen hen niets baten tegen Allah. Zij zijn degenen die de bewoners van de Hel zijn. Zij zijn daarin eeuwig levenden.
يَوْمَ يَبْعَثُهُمُ ٱللَّهُ جَمِيعًۭا فَيَحْلِفُونَ لَهُۥ كَمَا يَحْلِفُونَ لَكُمْ ۖ وَيَحْسَبُونَ أَنَّهُمْ عَلَىٰ شَىْءٍ ۚ أَلَآ إِنَّهُمْ هُمُ ٱلْكَٰذِبُونَ ﴿١٨﴾
Op een zekeren dag zal God hen allen opwekken; dan zullen zij bij hen zweren, zooals zij het thans bij u doen, denkende dat dit hun van dienst zal wezen. Zijn zij geene leugenaars?
Op de Dag waarop Allah hen allen zal doen opstaan, zullen zij voor Hem zweren zoals zij voor jullie zweren en zij denken dat zij iets hebben (dat hen baat). Weet: voorwaar, zij zijn leugenaars.
Op de Dag waarop Allah hen allen zal doen opstaan, zullen zij voor Hem zweren zoals zij voor jullie zweren en zij denken dat zij iets hebben (dat hen baat). Weet: voorwaar, zij zijn leugenaars.
ٱسْتَحْوَذَ عَلَيْهِمُ ٱلشَّيْطَٰنُ فَأَنسَىٰهُمْ ذِكْرَ ٱللَّهِ ۚ أُو۟لَٰٓئِكَ حِزْبُ ٱلشَّيْطَٰنِ ۚ أَلَآ إِنَّ حِزْبَ ٱلشَّيْطَٰنِ هُمُ ٱلْخَٰسِرُونَ ﴿١٩﴾
Satan heeft hen overmeesterd, en heeft hen de herdenking van God doen vergeten. Dezen vormen de partij van den duivel; en zal de partij des duivels niet tot verderf worden gedoemd?
De Satan heeft hen overmeesterd, waarna hij hen de gedachtenis van Allah deed vergeten. Zij zijn degenen van de groep (volgelingen) van de Satan. Weet: voorwaar, de volgelingen van de Satan zijn de verliezers.
De Satan heeft hen overmeesterd, waarna hij hen de gedachtenis van Allah deed vergeten. Zij zijn degenen van de groep (volgelingen) van de Satan. Weet: voorwaar, de volgelingen van de Satan zijn de verliezers.
إِنَّ ٱلَّذِينَ يُحَآدُّونَ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥٓ أُو۟لَٰٓئِكَ فِى ٱلْأَذَلِّينَ ﴿٢٠﴾
Waarlijk, zij die God en zijn gezant wederstand bieden, zullen onder de laagsten worden geplaatst.
Voorwaar, degenen die Allah en Zijn Boodschapper tegenstreven: zij zijn degenen die tot de vernederden behoren.
Voorwaar, degenen die Allah en Zijn Boodschapper tegenstreven: zij zijn degenen die tot de vernederden behoren.
كَتَبَ ٱللَّهُ لَأَغْلِبَنَّ أَنَا۠ وَرُسُلِىٓ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ قَوِىٌّ عَزِيزٌۭ ﴿٢١﴾
God heeft geschreven: waarlijk, ik en mijn gezant zullen overwinnen; want God is sterk en machtig.
Allah heeft bepaald: \"Ik en Mijn Boodschapper zullen zeker overwinnen.\" Voorwaar, Allah is Sterk, Almachtig.
Allah heeft bepaald: \"Ik en Mijn Boodschapper zullen zeker overwinnen.\" Voorwaar, Allah is Sterk, Almachtig.
لَّا تَجِدُ قَوْمًۭا يُؤْمِنُونَ بِٱللَّهِ وَٱلْيَوْمِ ٱلْءَاخِرِ يُوَآدُّونَ مَنْ حَآدَّ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ وَلَوْ كَانُوٓا۟ ءَابَآءَهُمْ أَوْ أَبْنَآءَهُمْ أَوْ إِخْوَٰنَهُمْ أَوْ عَشِيرَتَهُمْ ۚ أُو۟لَٰٓئِكَ كَتَبَ فِى قُلُوبِهِمُ ٱلْإِيمَٰنَ وَأَيَّدَهُم بِرُوحٍۢ مِّنْهُ ۖ وَيُدْخِلُهُمْ جَنَّٰتٍۢ تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَٰرُ خَٰلِدِينَ فِيهَا ۚ رَضِىَ ٱللَّهُ عَنْهُمْ وَرَضُوا۟ عَنْهُ ۚ أُو۟لَٰٓئِكَ حِزْبُ ٱللَّهِ ۚ أَلَآ إِنَّ حِزْبَ ٱللَّهِ هُمُ ٱلْمُفْلِحُونَ ﴿٢٢﴾
Gij zult onder degenen die in God en in den jongsten dag gelooven, geene menschen vinden, welke de ongeloovigen beminnen die God en zijn gezant weêrstand bieden, al waren zij hunne vaders, of hunne zonen, of hunne broeders of hunne naaste betrekkingen. In de harten van dezen heeft God het geloof geschreven, en hij heeft hen met zijn geest gesterkt. Hij zal hen in tuinen, doorsneden met rivieren, leiden, om er voor eeuwig te verblijven. God is over hen voldaan, en zij zijn wel voldaan over hem. Dit is de partij van God; en zal de partij van God geen voorspoed genieten?
Jij vindt geen volk dat in Allah en in de Laatste Dag gelooft dat degenen die Allah en Zijn Boodschapper tegenstreven bevriendt, ook al zijn het hun vaders, of hun zonen of hun broeders of hun stamgenoten. Zij zijn degenen bij wie Hij het geloof in hun harten heeft geschreven en Hij versterkt hen met hulp van Hem, en Hij doet hen Tuinen (het Paradijs) binnengaan waar de rivieren onder door stromen. Zij zijn daarin eeuwig levenden. Allah heeft welbehagen aan hen en zij hebben welbehagen aan Hem. Zij zijn degenen die van de groep van Allah zijn. Weet: voorwaar, de groep van Allah is de winnaar.
Jij vindt geen volk dat in Allah en in de Laatste Dag gelooft dat degenen die Allah en Zijn Boodschapper tegenstreven bevriendt, ook al zijn het hun vaders, of hun zonen of hun broeders of hun stamgenoten. Zij zijn degenen bij wie Hij het geloof in hun harten heeft geschreven en Hij versterkt hen met hulp van Hem, en Hij doet hen Tuinen (het Paradijs) binnengaan waar de rivieren onder door stromen. Zij zijn daarin eeuwig levenden. Allah heeft welbehagen aan hen en zij hebben welbehagen aan Hem. Zij zijn degenen die van de groep van Allah zijn. Weet: voorwaar, de groep van Allah is de winnaar.